Gepubliceerd op donderdag 8 maart 2018
IEF 17545
Rechtbank Den Haag ||
7 mrt 2018
Rechtbank Den Haag 7 mrt 2018, IEF 17545; ECLI:NL:RBDHA:2018:2643 (Eiser tegen Havensluis), https://ie-forum.nl/artikelen/vestival-vanwege-de-afwijkende-spelling-niet-zonder-meer-beschrijvend-voor-festivals

Uitspraak ingezonden door Bert Gravendeel, Gravendeel advocaten.

VESTIVAL vanwege de afwijkende spelling niet zonder meer beschrijvend voor festivals

Vzr. Rechtbank Den Haag 7 maart 2018, IEF 17545; IT 2506; ECLI:NL:RBDHA:2018:2643 (Eiser tegen Havensluis) Merkenrecht. Eiser heeft in 2013 en 2014 twee Benelux-beeldmerken ingeschreven waarin het woord VESTIVAL te lezen is. Havensluis heeft in 2016 en 2017 twee Benelux-beeldmerken ingeschreven waarin het woord VESTIVAL te lezen is. Voor de organisatie van festivals maakte de heer A, voormalig zwager van eiser, gebruik van de domeinnaam vestival.eu en accounts op Facebook, Instagram en Twitter. Nadat de vennootschappen van A failliet worden verklaard, is Havensluis administrator van het Facebookaccount geworden en is 020 Vision, dat Havensluis als statutair bestuurder heeft, geregistreerd als domeinnaamhouder van vestival.eu. In 2018 heeft Havensluis de naam van het Facebookaccount gewijzigd in Oh My! Music Festival. Het merk is niet zonder meer beschrijvend voor festivals, omdat het met een 'V' wordt gespeld. Eiser vordert met succes dat Havensluis ieder gebruik van de benaming VESTIVAL te staken. De verschillen tussen teken en merk wegen minder zwaar dan de (opvallendere) overeenkomst in het gebruik van de V als beginletter. De sociale-media-accounts hoeven niet overgedragen te worden, daar niet in valt te zien dat het gebruik van deze accounts na naamswijziging nog inbreukmakend is op de merkenrechten van eiser.

4.7. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter volgt uit de te maken globale beoordeling dat er bij het relevante publiek verwarring kan ontstaan tussen het gele merk en het gebruik van het teken VESTIVAL, zoals Havensluis c.s. dat maakt, bijvoorbeeld in de vorm van het roze merk. Het gaat om dezelfde diensten en het behoeft geen betoog dat er auditieve en conceptuele overeenstemming is door het gebruik van het bestanddeel VESTIVAL. Anders dan Havensluis c.s. heeft gesteld, kan de aanduiding VESTIVAL vanwege de afwijkende spelling niet zonder meer beschrijvend worden geacht voor muziekevenementen of -festivals. De verschillen tussen teken en merk – bijvoorbeeld voor wat betreft de concretere weergave, het lettertype, de vormgeving van de ‘V’, de gebruikte kleuren en de onderschriften – wegen minder zwaar dan de (opvallendere) overeenkomst in het gebruik van de V als beginletter. Naar voorlopig oordeel vormt het gebruik van de aanduiding VESTIVAL voor muziekevenementen dan ook een inbreuk op het gele merk.

4.11. Aangezien het merkinbreukverbod wordt toegewezen, valt daaronder ook het gebruik van de domeinnaam met daarin het bestanddeel VESTIVAL. De domeinnaam wordt immers gebruikt ter onderscheiding van waren of diensten (in dit geval het muziekfestival van Havensluis c.s.) en het onderscheidende bestanddeel van de domeinnaam vestival.eu komt overeen met het dominante bestanddeel van het gele merk. Havensluis c.s. heeft op dit punt ook geen verweer gevoerd. Onder het merkinbreukverbod valt ook het doorlinken vanaf die domeinnaam naar een andere domeinnaam zonder het inbreukmakende bestanddeel.

4.12. De gevorderde tenaamstelling van deze domeinnaam is eveneens toewijsbaar, aangezien [eiser] er (spoedeisend) belang bij heeft dat deze domeinnaam wordt gebruikt ten behoeve van het gele merk en niet is gesteld of gebleken welk belang Havensluis c.s. heeft bij het aanhouden van een inbreukmakende domeinnaam. De termijn waarbinnen de tenaamstelling dient te worden gewijzigd zal worden bepaald op zeven dagen na betekening van dit vonnis.

4.14. Met betrekking tot de social-media-accounts (Facebook, Twitter en Instagram) ligt dit anders. Voor zover deze accounts een inbreukmakende naam hebben en/of deze gebruikt worden voor het aanbieden of promoten van muziekfestivals, valt ook dat gebruik onder het op te leggen inbreukverbod. Aangezien voor deze accounts (anders dan voor een domeinnaam) de mogelijkheid tot naamswijziging bestaat – zoals reeds met het Facebook-account is gebeurd –, bestaat er voorshands geen grond voor overdracht van deze accounts. Zonder nadere toelichting – die [eiser] niet heeft gegeven – valt niet in te zien dat het gebruik van deze accounts na naamswijziging, en met inachtneming van het inbreukverbod, nog inbreukmakend is op de merkrechten van [eiser] .