Gepubliceerd op donderdag 1 april 2010
IEF 8733
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Voor het modelleren van gewas

Rechtbank ’s-Gravenhage, 31 maart 2010, Vastgoedmaatschappij Gebr. Ezendam B.V. tegen Lommers-Van Eijken Tuinbouwmachines B.V.

Octrooirecht. EP Gebruik van een snijkooieenheid voor het modelleren van een struik- of Boomgewas. Bodemprocedure na Rechtbank ’s-Gravenhage, 30 maart 2009, IEF 7758. Eerst even kort:

4.31. De conclusie uit het vorenoverwogene is dat sprake is van een geldig octrooi waarop Lommers inbreuk maakt. Het gevorderde inbreukverbod ligt daarmee voor toewijzing gereed als in het dictum verwoord. Het inbreukverbod zal tevens een verbod tot indirecte inbreuk omvatten. Ezendam heeft gesubstantieerd aangevoerd dat Lommers ook middelen betreffende wezenlijke bestanddelen van de uitvinding aanbiedt voor toepassing van deze uitvinding in Nederland (dagvaarding onder 9, 28 en 29, en pleitnota mrs. Bisschop en Bodewits nrs 39 en 40: het betreft "kooimaaiers", "rota-schijfknippers" en "rota-schijfunits", onder meer als onderdeel van "een voertuig voorzien van snij-inrichtingen", zodat sprak is van indiriecte inbreuk op conclusie 1). Onjuist is de opvatting van Lommers dat Ezendam ter zake van indirecte inbreuk niet voldoende zou hebben gesteld. Nu de mogelijkheid dat Ezendam ten gevolge van de octrooi-inbreuk door Lommers schade heeft geleden, aannemelijk is, is de schadevergoeding/winstafdracht bij staat eveneens toewijsbaar. Lommers is ter zake aansprakelijk vanaf de betekening van het desbewustheidsexploot op 6 augustus 2008.

Lees het vonnis hier.