22 sep 2025
Voorlopig verbod “Another Cotton Lab” wegens merkinbreuk op geldige ANOTHER-LABEL-merken

Rechtbank Den Haag 22 september 2025, IEF 22950; ECLI:NL:RBDHA:2025:17402 (Another-Label tegen Yarn Studios). Another-Label Brand B.V. ontwerpt en verkoopt kleding onder de merken ANOTHER-LABEL (Uniemerk en Beneluxmerk). Yarn Studios GmbH verkoopt online kleding via anothercotton.com en gebruikt daarop tekens met het element another, zoals “Another Cotton Lab”. Nadat Another-Label tevergeefs had gesommeerd en Yarn Studios slechts een beperkte onthoudingsverklaring had gegeven, startte Another-Label een kort geding. Zij vordert een verbod op het gebruik van de tekens “Another Cotton Lab” en soortgelijke aanduidingen, op straffe van een dwangsom, alsmede proceskosten ex art. 1019h Rv. Yarn Studios verweert zich met de stelling dat de merken ANOTHER-LABEL beschrijvend en niet onderscheidend zijn (art. 7 lid 1 sub b en c UMVo en art. 2.11 lid 1 jo. 2.2bis BVIE), zodat ze ongeldig zijn. Ook betwist zij verwarringsgevaar, omdat de tekens slechts beschrijvend zouden verwijzen naar katoen en andere labels en omdat zij een onthoudingsverklaring heeft afgelegd.
De voorzieningenrechter acht het spoedeisend belang aanwezig: het gebruik duurt voort en de onthoudingsverklaring is te beperkt en vrijblijvend. Hoewel nietigheidsprocedures bij het EUIPO lopen, gaat de rechter in dit kort geding uit van de geldigheid van de merken, omdat de combinatie “ANOTHER-LABEL” niet louter beschrijvend is voor kleding en voldoende onderscheidend vermogen heeft. Bij vergelijking van de merken met de tekens “Another Cotton Lab” en varianten constateert de rechter een aanzienlijke visuele, auditieve en begripsmatige overeenstemming; de waren zijn identiek en het relevante publiek heeft een gemiddeld aandachtsniveau. Het verweer dat de merken nietig zouden zijn slaagt niet, en het beroep op gebrek aan verwarringsgevaar faalt. Daarmee is sprake van merkinbreuk in de zin van art. 9 lid 2 onder b UMVo en art. 2.20 lid 2 onder b BVIE. Het gebruik van de tekens door Yarn Studios wordt voorlopig verboden, met een termijn van 48 uur om het gebruik te staken en een dwangsom bij overtreding. Yarn Studios wordt veroordeeld in de proceskosten conform art. 1019h Rv.
Onderscheidend vermogen
4.30.
Anders dan Yarn Studios heeft betoogd, is de voorzieningenrechter voorlopig van oordeel dat de Another-Label Merken – in het bijzonder het element “another” – niet beschrijvend zijn voor de waren waarvoor de merken zijn ingeschreven. Zoals in 4.7 is overwogen, acht de voorzieningenrechter voorshands niet aannemelijk dat het woord “another” in het algemeen in de perceptie van het relevante publiek kan dienen als aanduiding van een kenmerk van kleding. Daarvoor is het verband tussen kleding en het woord “another” – ook in combinatie met het woord “label” – onvoldoende direct en specifiek. Naar voorlopig oordeel hebben de Another-Label Merken dan ook een gemiddeld onderscheidend vermogen. Wat betreft het Uniebeeldmerk draagt het relatief standaard lettertype met schreef in beperkte mate bij aan het onderscheidend vermogen van het merk. De voorzieningenrechter is echter, anders dan Another-Label heeft betoogd, voorshands van oordeel dat de positionering van de verschillende elementen – waarbij de elementen recht onder elkaar zijn geplaatst – niet bijdraagt aan het onderscheidend vermogen van het Uniebeeldmerk.
Verwarringsgevaar
4.31.
Gelet op de redelijke tot grote mate van overeenstemming tussen de Another-Label Merken en de Tekens, het feit dat de tekens voor dezelfde waren worden gebruikt en het gemiddelde aandachtsniveau van het publiek, is de rechtbank van oordeel dat het gebruik van de Tekens gevaar voor verwarring bij het publiek oplevert. Daarbij weegt de rechtbank mee dat de Another-Label Merken, anders dan Yarn Studios heeft betoogd, een gemiddeld onderscheidend vermogen hebben. Het argument van Another-Label dat daadwerkelijke verwarring is geconstateerd of aangetoond, hetgeen door Yarn Studios is betwist, wordt verworpen, aangezien voor een merkinbreuk ‘sub b’ niet vereist is dat daadwerkelijke verwarring is opgetreden, maar voldoende is dat gevaar voor verwarring bestaat.
4.32.
De slotsom van dit alles is dat de voorzieningenrechter van oordeel is dat Yarn Studios merkinbreuk 'sub b' maakt door Teken I, Teken II en Teken III te gebruiken op kleding en/of voor het aanbieden en verkopen van kleding.