Vordering afgewezen, Converse heeft administratie niet meer nodig

Vzr. Rechtbank 16 oktober 2018, IEF 18033 (Converse c.s. tegen curator Sporttrading c.s.) Merkenrecht. Sporttrading c.s. zouden volgens Converse c.s. grote partijen namaak Converseschoenen op de Nederlandse en Belgische markt hebben gebracht. Converse c.s. hebben met verlof van de voorzieningenrechter conversatoir beslag laten leggen op de schoenen en administratie. Zij vorderen de curator en FM Fashion te bevelen de tenuitvoerlegging van het vonnis, waaronder begrepen de terugname van de in bewaring gegeven schoenen en administratie te staken en gestaakt te houden totdat het vonnis kracht van gewijsde zal hebben gekregen. De voorzieningenrechter ziet geen reden dit toe te wijzen, omdat FM Fashion zelf zich niet echt druk lijkt te maken en Converse c.s. de administratie ook niet meer nodig blijkt te hebben ter onderbouwing van een vordering tegen FM Fashion. Het gaat hier om een complex (gemaakt) kort geding zodat bij het vaststellen van de kosten een maximumtarief geldt van €25.000,--. De vorderingen worden afgewezen.

5.9. Ten aanzien van de administratie is er al helemaal geen (spoedeisend) belang, nu de curator heeft gesteld dat er een kopie van de in beslaggenomen administratie van Sporttrading c.s. is gemaakt. De curator heeft naar hij zelf stelt de beschikking over de informatie uit die in beslag genomen administratrie, zodat Converse c.s. zodoende voorhands geen executie ten aanzien van de teruggave van inbeslaggenomen administratie zouden hoeven te duchten. FM Fashion heeft uiteengezet dat Converse c.s. geen belang meer hebben bij de inzage van onder FM Fashion in beslaggenomen administratie. Daarin ondervindt FM Fashion steun in de opmerking zijdens Converse c.s. ter zitting, dat FM Fashion "off the hook" is. De voorzieningenrechter kan dus niet goed inzien waarom hij FM Fashion in kort geding zou moeten bevelen de executie inzake de teruggave van administratie aan FM Fashion te staken, over welk aspect van de executie FM Fashion zelf zich niet echt druk lijkt te maken, terwijl Converse c.s. die administratie naar het zich laat aanzien niet meer nodig zullen hebben ter onderbouwing van een vordering tegen FM Fashion. Ofwel: waar gáát dit over?

5.22. Converse c.s. en de curator zijn het ter zitting wel eens geworden over een verdeling van de door hen gemaakte kosten in een verhouding 90-10 in conventie en reconventie, waarbij 90% van de kosten betrekking heeft op het geschil in conventie en 10% op het geschil in reconventie. De voorzieningenrechter zal die verdeling overnemen en bij het vaststellen van de kosten aansluiting zoeken bij de Indicatietarieven in IE-zaken. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter gaat het hier om een complex (gemaakt) kort geding (getuige ook op de grote hoeveelheid stukken die zijn overgelegd en de zeer aanzienlijke behandeltijd ter zitting), zodat een maximumtarief geldt van €25.000,--.