Vragen aan Hoge Raad over Dairy Partners toch mogelijk
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bij beschikking van 4 oktober 2019 prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld over de vraag of, en zo ja onder welke eventuele voorwaarden, de Handelsnaamwet bescherming verleent aan handelsnamen die (in meer of mindere mate) beschrijvend zijn of onderscheidend vermogen missen [IEF 18744].
De bij het gerechtshof aanhangige zaak is intussen door de procespartijen geschikt. Beantwoording van de vragen door de Hoge Raad is dus niet meer nodig om de zaak te beslissen.
De Hoge Raad heeft echter besloten de vragen in het algemeen belang toch te zullen beantwoorden. De Hoge Raad biedt de gelegenheid aan een ieder tot het maken van schriftelijke opmerkingen. Die gelegenheid bestaat tot uiterlijk 1 juli 2020. De schriftelijke opmerkingen moeten via een civiele cassatieadvocaat worden ingediend.
Lees verder op Rechtspraak.nl.