Gepubliceerd op woensdag 29 januari 2025
IEF 22493
Rechtbank Midden-Nederland ||
20 dec 2024
Rechtbank Midden-Nederland 20 dec 2024, IEF 22493; ECLI:NL:RBMNE:2024:7070 (eiser sub 1, eiseres sub 2, tegen KRO-NCRV), https://ie-forum.nl/artikelen/vrijheid-van-meningsuiting-prevaleert-boven-privacybelangen-in-uitzending-over-zorgmisstanden

Uitspraak ingezonden door Lotte Oranje en Nina Wekking, Kennedy Van der Laan.

Vrijheid van meningsuiting prevaleert boven privacybelangen in uitzending over zorgmisstanden

Rb. Midden-Nederland 20 december 2024, IEF 22493, IT 4762; ECLI:NL:RBMNE:2024:7070 (eiser sub 1 c.s. tegen KRO-NCRV). De Rechtbank heeft in een kort geding uitspraak gedaan tussen eiser sub 1 c.s., voormalig bestuurders van de gefailleerde zorginstelling onderneming 1, en de publieke omroep KRO-NCRV. Het geschil betreft een uitzending van een programma waarin misstanden bij onderneming 1 aan de kaak worden gesteld. Eisers vorderen rectificatie, verwijdering van de uitzending en het bijbehorende artikel. Zij stellen dat de publicaties onrechtmatig zijn omdat deze hun reputatie hebben aangetast en hun privacy hebben geschonden. 

De rechtbank stelt vast dat de uitzending en de bijbehorende publicatie bijdragen aan een debat van algemeen belang. Het programma belicht misstanden bij zorginstellingen en onderzoekt hoe deze instellingen met publiek geld omgaan. Deze onderwerpen trekken publieke en politieke aandacht, wat het algemeen belang van de publicaties benadrukt en de vrijheid van meningsuiting van KRO-NCRV zwaarwegend maakt. Eisers stellen dat hun eer, goede naam en privacy zijn aangetast door de publicaties, maar de rechtbank stelt vast dat hun namen niet worden genoemd in de uitzending en het artikel, noch dat zij worden afgebeeld of anderszins in beeld worden gebracht. Alleen de stem van eiser sub 1 is kort hoorbaar, zonder dat deze aan hem als persoon wordt gekoppeld. De rechtbank concludeert daarom dat de aantasting van hun privacy en reputatie relatief klein is.

Verder stelt de rechtbank vast dat de uitlatingen in de publicaties voldoende steun vinden in de feiten. De term "zorgcowboy" wordt bijvoorbeeld gebruikt als een waardeoordeel over de wijze waarop onderneming 1 met publieke middelen omgaat, gebaseerd op rapporten van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en ervaringsverhalen van betrokkenen. Een waardeoordeel is slechts onrechtmatig als het excessief is en elke feitelijke basis ontbreekt, wat hier niet het geval is. Ook de beschuldiging dat de dood van een bewoner het gevolg is van slechte zorg wordt gerechtvaardigd geacht, aangezien deze uitspraak steun vindt in een rapport van een onafhankelijke onderzoekscommissie. Dit rapport bevat constateringen over ernstige fouten in de zorgverlening door onderneming 1. Eisers voeren aan dat deze beschuldigingen onjuist zijn, maar slagen er niet in uit te leggen waarom KRO-NCRV zich niet op het rapport mag baseren.

De rechtbank concludeert dat de uitlatingen van KRO-NCRV niet onrechtmatig zijn. De publicaties dragen bij aan een maatschappelijk debat, vinden voldoende steun in feitenmateriaal en zijn zorgvuldig tot stand gekomen. Gezien de beperkte aantasting van de privacy en reputatie van eisers, prevaleert het recht op vrijheid van meningsuiting van KRO-NCRV. 

4.12. KRO-NCRV heeft uitgelegd dat door de publicaties van [naam] over de zorgsector, [naam] tips en klachten ontving over zorgbedrijven. Met name ontving zij ook klachten over [onderneming 1] . Dat was voor [naam] reden om een nader onderzoek te starten naar [onderneming 1] . In de uitzending vertellen betrokkenen bij [onderneming 1] over hun ervaringen. [onderneming 1] levert zorg aan kwetsbare groepen in de samenleving en is gefinancierd met publiek geld. Daarmee raakt de uitzending aan een onderwerp dat in de maatschappelijke belangstelling staat. Dat betekent dat er bij de publicaties daarover veel ruimte en gewicht toekomt aan de vrijheid van meningsuiting.

4.14. De bestreden uitlatingen in de uitzending en de bijbehorende publicatie zijn gericht op [onderneming 1] . Een enkele maal wordt in de publicaties gerefereerd naar ‘de bestuurders’ van [onderneming 1] . [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] waren op dat moment bestuurders van [onderneming 1] , maar dat zal bij het overgrote deel van het publiek niet bekend zijn. [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] worden niet bij naam genoemd in de publicaties, worden ook niet afgebeeld of anderszins in beeld gebracht. Er is één moment in de uitzending waarbij de stem van [eiser sub 1] is te horen, maar bij dat geluidsfragment wordt niet gerefereerd aan de persoon [eiser sub 1] .

4.28. De voorzieningenrechter is het eens met KRO-NCRV dat het waardeoordeel zorgcowboy in verband met [onderneming 1] niet excessief is, gelet op:

- de ervaringsverhalen van de geïnterviewden in de uitzending, die betrokken zijn geweest bij [onderneming 1] ;

- het rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) van 5 juli 2024 over de zorglocatie in [plaats 1] , waarin is geconcludeerd: “dat sprake is van ernstige tekortkomingen in de wijze waarop [onderneming 1] de zorg verleent en de zorgverlening organiseert.”

- het audit adviesrapport van [onderneming 2] van 21 februari 2024, over de zorglocatie in [plaats 2] , waarin is geconcludeerd: “Echter ontbreekt een groot aantal documentatie om uiteindelijk kwalitatief goede zorg te bieden op de locatie.” En: “Daarnaast ontbreken binnen de locatie verschillende protocollen en procedures gericht op de zorg en begeleiding van de doelgroep.”

- Het rapport van IGJ juni 2024 over de zorglocatie in [plaats 1] : “In de voorlopige conclusie die de inspectie formuleerde in het conceptrapport van het bezoek van 27 februari 2024 gaf de inspectie duidelijk aan risico’s te zien op diverse aspecten. Deze hadden betrekking op dossiervoering, kwaliteitsmanagementsysteem, deskundigheid en beschikbaarheid van personeel. Daar waar de inspectie na het bezoek van 27 februari 2024 nog vertrouwen kon uitspreken in de (verbeterkracht van de) bestuurder, is dat vertrouwen na diverse contacten met bestuurders (al dan niet a.i.), de vertegenwoordigers van de RvC en het bezoek aan [.] [plaats 2] nog slechts beperkt aanwezig.”

- de omstandigheid dat [onderneming 1] drie jaren na oprichting failliet is verklaard, waarna de bewoners en medewerkers van gefailleerde zorglocaties met de gevolgen van faillissement werden geconfronteerd.

4.52. De hiervoor beoordeelde omstandigheden leiden tot de conclusie dat er geen sprake is van onrechtmatige uitlatingen in de publicaties van [naam] . De uitlatingen zijn opgenomen in publicaties die bijdragen aan een debat over zaken van algemeen belang, waardoor er veel ruimte is voor de vrijheid van meningsuiting. De gestelde belangen van [eiser sub 1] c.s. zijn beperkt, omdat de publicaties voor het overgrote deel van het publiek niet tot hen zijn te herleiden. De uitlatingen vinden voldoende steun in het beschikbare feitenmateriaal en het merendeel van de bestreden uitlatingen zijn afkomstig van derden die over hun ervaringen vertellen. [naam] heeft de journalistieke zorgvuldigheid voldoende in acht genomen bij de totstandkoming van de uitzending gelet op het voorafgaande onderzoek naar de uitlatingen en de ruimte die is geboden voor de reactie van [eiser sub 1] c.s. Dat de publicaties hebben geleid tot ernstige gevolgen voor [eiser sub 1] c.s., die niet te wijten zijn aan eigen handelen of andere publicaties, is onvoldoende aannemelijk gemaakt. Dit betekent dat het recht op vrijheid van meningsuiting bij de publicatie van de uitzending en het bijbehorende artikel prevaleert boven de (privacy)belangen van [eiser sub 1] c.s.