Gepubliceerd op donderdag 2 februari 2006
IEF 1582
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Wel parallel

Rechtbank Arnhem, 2 februari 2006, KG ZA 05-778. Deere and Company / John Deere Int. GmbH tegen Struik.

Hoewel het volgens betrouwbare bron zeer goed denkbaar is dat het huidige systeem van communautaire uitputting plaats zal moeten maken voor een systeem van wereldwijde uitputting (zie eerder bericht hier), is het natuurlijk nog lang niet zover. (Met dank aan Tjeerd Overdijk, Steinhauser Hoogenraad).

Struik maakt inbreuk op de merkenrechten van (landbouw)machinefabrikant Deere door zonder toestemmming van Deere (tweedehands) Deere-machines uit de VS te importeren en in Nederland te verhandelen. Struik adverteert o.a. op zijn website met "goedkopere prijzen door rechtstreekse import uit de V.S." en  toont op zijn website producten die alleen in de V.S. verkrijgbaar zijn.

Na sommatie weigert Struijk om de tekst aan te passen en een onthoudingsverklaring te tekenen en stelt dat de machines van leveranciers binnen de EER te betrekken, maar wil geen namen noemen: de mededeling op de website zou slechts een reclameboodschap zijn en het zou aan de merkhouder zijn om te bewijzen dat hij het ook werkelijk machines uit de VS heeft gehaald.

De voorzieningenrechter is vrij snel klaar: door de "onvoldoende gemotiveerde betwisting” is de door eiser gestelde verboden parallelimport voldoende aannemelijk gemaakt. Voor bewijslevering is in kort geding geen plaats, zodat ook Struijks Van Doren/Lifestyle-verweer faalt.

Ook het verweer dat de merkhouder haar merkrechten zou inzetten voor een ongeoorloofde beperking van de mededinging, eenvoudigweg ómdat zij een dealernet heeft, beoordeelt de voorzieningenrechter, weinig verassend, als niet aannemelijk. Lees het vonnis hier.