Uitspraak ingezonden door Michiel Ellens, Ellens.
Vonnis producten met dierenfamilie niet voldoende nagekomen
Vzr. Rechtbank Amsterdam 25 april 2019, IEF 18433 (Pet Bedding tegen Joris No Smell) Merkenrecht. Partijen hebben samengewerkt op het gebied van zogenoemde 'bodembedekkers' voor (knaag)dierverblijven. Bij vonnis in kort geding (zie IEF 18094) heeft de voorzieningenrechter een aantal veroordelingen uitgesproken jegens eiser. Eiser eist nu het staken en gestaakt houden van tenuitvoerlegging van het eerdergenoemde vonnis in kort geding. In reconventie eist gedaagde het staken van het verhandelen van producten voorzien van het merkteken, en deze af te geven aan gedaagde. Daarnaast eist gedaagde in reconventie dat eiser rectificaties doet uitgaan, en een overzicht overlegt van geproduceerde en verkochte producten. Tot slot vordert gedaagde dat eiser geen uitlatingen meer zal doen waarin de merknaam ‘Joris No Smell’ gebruikt wordt. Het vonnis is niet correct nageleefd, waardoor dwangsommen zijn verbeurd. De vorderingen omtrent het gebruik van de afbeelding van de dierenfamilie worden toegewezen nu het verweer dat er sprake is geweest van voorgebruik niet kan slagen omdat de eerder gebruikte afbeeldingen qua vormgeving afwijkend zijn. De vordering tot afstaan van de producten wordt afgewezen, nu het niet om de producten maar enkel de verpakking gaat en ompakking mogelijk is. Er is onvoldoende grond de overige vorderingen toe te wijzen.
UvA-dictee opgedragen aan Gerard Mom
Op woensdag 22 mei 2019 organiseert het Instituut voor Informatierecht een speciale avond om de vorig jaar overleden oud-collega Gerard Mom te herdenken. Gerard was van 1974 tot 2013 verbonden aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam, en medewerker van het eerste uur van het Instituut voor Informatierecht.
Tijdens deze avond wordt ieders taalkundigheid getest met een speciaal dictee, geschreven door oud-collega en goede vriend Jan Kabel. Iedereen is welkom om deze authentieke examen ervaring te herbeleven op de Oudemanhuispoort! De avond wordt afgesloten met een soiree in De Academische Club waar we met elkaar herinneringen kunnen ophalen aan Gerard. Kijk hier voor meer informatie.
Nieuwe editie handboek auteursrecht
Op 23 mei verschijnt editie 2019 van ´Auteursrecht´. Dit handboek biedt een volledig overzicht van het auteursrecht en aanverwante rechtsgebieden, zoals het portretrecht, de naburige rechten (van uitvoerende kunstenaars, producenten en omroepen) en het databankenrecht. De auteurs zijn prof. mr. J.H. Spoor, mr. D.W.F. Verkade en prof. mr. D.J.G. Visser.
Kijk hier voor meer informatie.
Jurisprudentielunch Privacyrecht op dinsdag 14 mei
Mag een bank de gegevens van een van haar klant opnemen in haar incidentenregister na een klein voorval [IT 2749]? Moet een bank gegevens verstrekken van haar klanten wanneer iemand door die klanten is opgelicht via Marktplaats [IT 2734]? Is er spoedeisend belang bij een vordering tot verwijdering van een BKR-registratie [IT 2722]? Financiële instellingen worden in toenemende mate geconfronteerd met privacy vraagstukken. Hoe oordelen rechters hierover? Tijdens de Jurisprudentielunch Privacyrecht op dinsdag 14 mei zullen deze en andere ontwikkelingen de revue passeren.
Verveelvoudigen software vormt auteursrechtinbreuk
Rechtbank Oost-Brabant 24 april 2019, IEF 18426, ITR 2760; ECLI:NL:RBOBR:2019:2310 (Planit tegen GTA) Auteursrecht. Software 45j Aw. Inbreuk. Verveelvoudiging. Planit ontwikkelt, produceert en exploiteert software, geschikt voor onder andere modellering en het aansturen van freesmachines. G.T.A. houdt zich bezig met draai- en freeswerk. Planit is auteursrechthebbende op verschillende software. G.T.A. beschikt over een licentie voor een deel van deze software. G.T.A. heeft de software verveelvoudigd op een manier waarvoor Planit geen toestemming (licentie) heeft gegeven. Planit vordert voor de rechtbank een bevel iedere inbreuk te staken en gestaakt te houden, kopieën te verwijderen, en schadevergoeding te betalen. Niet in geschil is dat er auteursrecht rust op de software, en dat de auteursrechten Planit toekomen. Beroep op art. 45j Aw faalt omdat niet wordt aangetoond dat G.T.A. rechtmatig verkrijger was van de software die zij heeft verveelvoudigd. Bij berekening van de schadevergoeding wordt aangeknoopt bij de gederfde licentievergoeding.
Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht op 29 mei
Uiteraard is het verboden om ongerechtvaardigd voordeel te trekken uit het merk van een ander. Maar geldt dit ook als dat merk waaruit je voordeel trekt een testlabel is? Het Hof van Justitie heeft hier inmiddels uitspraak over gedaan [IEF 18390]. Ook de vraag of nieuwe merkenregels de nietigheid veroorzaken van oude 'kenmerk-merken' is inmiddels door het Hof beantwoord [IEF 18297]. Kortom: er zijn weer knopen doorgehakt in recente jurisprudentie. Benieuwd welke gevolgen dit heeft voor toepasselijke beschermingsregimes? Kom naar de Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht op 29 mei!
Het tweede nummer van Data, Cybersecurity & Privacy komt eraan!
Binnenkort verschijnt het tweede nummer van ons nieuwe magazine Data, Cybersecurity & Privacy alweer!
Met daarin onder andere:
- Een interview met Shoshana Zuboff over haar nieuwe boek The Age of Surveillance Capitalism
- Wouter Seinen & Andre Walter (Baker McKenzie) over 'cookie walls'
- Quinten Kroes & Joost van Eymeren (Brinkhof) over de ePrivacy Verordening
- The Legal Look door Victor de Pous
- Een interview met Cyber Generaal Dick Berlijn door Roel van Rijsewijk
- Een column van filosoof Hans Schnitzler
en meer!
Neem nu een abonnement en betaal slechts €47,50 i.p.v. €95! Klik hier om je aan te melden.
Let op, deze actie geldt slechts t/m 31 mei 2019!
Welke onderhoudswerkzaamheden aan software zijn een auteursrechtinbreuk?
Rechtbank Midden-Nederland 10 april 2019, IEF 18425, ITR 2759; ECLI:NL:RBMNE:2019:1478 (Rainbow Solutions tegen X) Auteursrecht op software. Centraal staat artikel 45j Auteurswet, waarin is opgeschreven welke handelingen geen inbreuk op het auteursrecht opleveren. Tussenvonnis want te weinig informatie om te beoordelen of gepleegde werkzaamheden aan software zijn toegestaan. De werkzaamheden zijn toegestaan wanneer deze noodzakelijk worden geacht voor het beoogde gebruik. De vraag hierbij is wat wel en niet mag. Rainbow Solutions, een ict-dienstverlener, wil graag duidelijkheid omdat zij vaker tegen deze situaties aanloopt. Zie eerder over een andere, soortgelijke, zaak van Rainbow Solutions: IEF 16519. De schadevergoeding zal pas berekend worden wanneer het causale verband vaststaat.
Jurisprudentielunch Privacyrecht op dinsdag 14 mei
Slachtoffers of nabestaanden van noodlottige gebeurtenissen hebben veelal geen behoefte aan publiciteit die rond een voor hen noodlottig voorval ontstaat. Dit kwam onder andere naar voren in een zaak bij het Hof Den Haag eind vorig jaar [IT 2744], waar een slachtoffer van een auto ongeval wilde opkomen tegen berichtgeving over de rechtszaak die hierop volgde, en in een zeer recente zaak voor de Rechtbank Amsterdam [IT 2750], waar nabestaanden van een slachtoffer van moord bezwaar hadden tegen (bepaalde passages uit) een boek over het slachtoffer. Welke argumenten vonden gehoor bij de rechters in deze zaken? Dit, en meer, komt aan de orde tijdens de Jurisprudentielunch Privacyrecht, onder leiding van Peter Blok, op dinsdagmiddag 14 mei in Amsterdam.
Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram en Selmer Bergsma, De Brauw Blackstone Westbroek.
Chipproducent Infineon maakt inbreuk op merkrechten NXP
Hof Den Haag 30 april 2019, IEF 18431, Rb 3305; ECLI:NL:GHDHA:2019:897 (NXP tegen Infineon) Merkenrecht. Inbreuk. Vergelijkende en misleidende reclame. NXP en Infineon zijn beide producent van computerchips. NXP heeft een aantal merkrechten van het merk MIFARE. Infineon verhandelt chips met de aanduiding ‘Mifare compatible’. De rechtbank heeft de vorderingen van NXP afgewezen (zie IEF 16733). In hoger beroep heeft Infineon allereerst aangevoerd dat het merk MIFARE nietig is. NXP heeft echter aangetoond dat MIFARE wel degelijk als merk wordt gebruikt en zelfs een bekend merk is. Daarna komt de inbreuk aan bod. Infineon betoogt dat er geen sprake is van inbreuk nu zij stelt toestemming te hebben. Deze toestemming weet zij echter niet voldoende aan te tonen. Het verweer dat het merk enkel als beschrijvende verwijzing wordt gebruikt, slaagt niet. Ook komt niet vast te staan of de gebruikte aanduiding omtrent compatibiliteit juist is. NXP heeft verder gesteld dat er sprake is van onrechtmatige reclame. Deze grief slaagt nu er producten worden vergeleken, waarbij de producten van NXP als inferieur worden afgeschilderd. Infineon wordt veroordeeld in de proceskosten.