Gepubliceerd op maandag 18 oktober 2021
IEF 20254
Rechtbank Den Haag ||
15 okt 2021
Rechtbank Den Haag 15 okt 2021, IEF 20254; (FrieslandCampina tegen Van Loon Group), https://ie-forum.nl/artikelen/aanwijzing-personen-tot-kennisname-van-vertrouwelijke-informatie

Uitspraak ingezonden door Karlijn van Laar, Wim Maas en Vera Jurgens, TaylorWessing.

Aanwijzing personen tot kennisname van vertrouwelijke informatie

Vzr. Rechtbank Den Haag 15 oktober 2021, IEF 20254; C/09/617654 (FrieslandCampina tegen Van Loon Group) Kort geding. Op 7 oktober heeft de voorzieningenrechter inzage in afschriften gevorderd [zie IEF 20235]. In dit kort geding verzet FrieslandCampina zich wederom tegen toepassing van het door Van Loon verzochte vertrouwelijkheidsregime. De voorzieningenrechter ziet wel aanleiding om tegemoet te komen aan de door Van Loon gevorderde provisionele voorziening. Er wordt bij voorlopige voorziening bepaalt dat uitsluitend de octrooigemachtigde van FrieslandCampina en haar gemachtigden die advocaat zijn in deze procedure, alsmede één natuurlijke persoon van FrieslandCampina Nederland B.V en één natuurlijke persoon van FrieslandCampina International Holding B.V. kennis mogen nemen van de processtukken en producties en stukken die vertrouwelijke informatie bevatten dan wel daarop zien. Deze personen moeten na aanwijzing bekend worden gemaakt aan Van Loon. 

4.5. Een en ander afwegende. en om aan de door Van Loon ingeroepen bez aren recht te doen, zal de voorzieningenrechter op grond van de artt. lOl9ib. 27, 28 en 29 Rv bepalen dat xan de zijde van FrieslandCampina de kring van personen die kennis mag nemen van de Vertrouwelijke Informatie enkel mag bestaan uit haar octrooigemachtigde en gemachtigden die advocaat zijn alsmede (slechts) één andere natuurlijke persoon per procespartij, te weten de rechtspersoon FrieslandCampina Nederland BV. en de rechtspersoon FrieslandCarnpina International Holding B.V. (in totaal dus tee natuurlijke personen). De voorzien ingenrechter laat genoemde rechtspersonen vrij in hun keuze van de door ieder van hen aan te wijzen persoon. met dien verstande dat zij daarbij gezamenlijk (maximaal) één medewerker van de afdeling R&D mogen aanwijzen en geen personen met een primair commerciële functie.