Gepubliceerd op woensdag 23 oktober 2013
IEF 13173
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Besluit thuiskopievergoeding verlengd tot 2016

Besluit van 15 oktober 2013, houdende wijziging van het Besluit van 23 oktober 2012 tot aanwijzing van de voorwerpen, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet, en tot vaststelling van nadere regels over de hoogte en de verschuldigdheid van de vergoeding, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet. - persbericht
Thuiskopievergoedingen. Jurisprudentie wordt gevolgd en zonodig wordt het besluit aangepast. De thuiskopieheffingen gaan niet omhoog. De huidige, tijdelijke regeling wordt op 1 januari 2014 met twee jaar verlengd. Artikel I: Het Besluit van 23 oktober 2012wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 4, tweede lid, komt te luiden: 2. Artikel 1 en de bijlage bij dit besluit vervallen met ingang van 1 januari 2016. BIn de bijlage wordt «Gb» vervangen door: GB.

Nota van Toelichting:
(...) De voorgestelde verlenging strookt met de uitkomst van het debat met de Tweede Kamer over het thuiskopiesysteem1. Daarnaast zij vermeld dat er bij het Hof van Justitie van de Europese Unie een aantal zaken aanhangig is over de aan het systeem ten grondslag liggende exceptie voor thuiskopiëren. De uitkomst ervan zou van belang kunnen zijn voor de eisen die aan het thuiskopievergoedingenstelsel worden gesteld. Ik zal de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie nauwlettend volgen en zonodig het onderhavige besluit aanpassen [Zo heeft de Hoge Raad op 26 september 2012 verzocht om een prejudiciële beslissing in de zaak ACI Adam B.V. e.a. tegen Stichting de Thuiskopie (C-435/12) [IEF 11775].]

De Stichting Onderhandelingen Thuiskopie (SONT) is in februari 2013 om advies gevraagd over de thuiskopieheffingen per 1 januari 2014. Dit heeft geresulteerd in een Addendum d.d. 11 juli 2013 op het eerder afgegeven advies, het Besluit op hoofdlijnen d.d. 12 oktober 2012. De voorgestelde verlenging van de aanwijzing van voorwerpen en de vaststelling van de bijbehorende thuiskopieheffingen strookt met de adviezen van de SONT.

De SONT heeft niet alleen geadviseerd het bestaande systeem te handhaven. De SONT heeft ook geadviseerd voor te schrijven dat de thuiskopieheffing zichtbaar op de factuur wordt vermeld. In de Auteurswet ontbreekt een wettelijke grondslag om dit bij algemene maatregel van bestuur (amvb) te regelen. Op grond van artikel 16c Auteurswet kunnen bij amvb nadere regels worden gesteld met betrekking tot de voorwerpen ten aanzien waarvan de vergoeding verschuldigd is, alsmede nadere regels en voorwaarden met betrekking tot de hoogte, verschuldigdheid en vorm van de vergoeding. Deze delegatiebepaling laat geen ruimte om bij amvb voorwaarden te stellen ten aanzien van de factuur die geleverd moet worden bij heffingsplichtige dragers. Vanzelfsprekend staat het partijen vrij om op basis van zelfregulering tot invoering van een dergelijke vermelding op de factuur te komen.

Verder heeft de SONT geadviseerd het heffingssysteem uit te breiden naar e-readers. De SONT hanteert daarvoor in het Addendum twee argumenten, te weten: (1) de (verwachte) sterke stijging van de verkoop van e-readers; en (2) het aanzienlijk heffingsplichtige gebruik van e-readers. Daarnaast weegt voor de SONT mee dat de heffing op e-readers op de totale incasso van de thuiskopievergoeding een gering effect heeft, maar voor één specifieke groep auteursrechthebbenden, te weten schrijvers, vrijwel de enige bron van thuiskopievergoedingen vormt. In het addendum overweegt de SONT dat een integrale afweging over tarieven, capaciteitsgrenzen en relevante dragers die noodzakelijk is voor een herijking van een thuiskopiestelsel op dit moment niet mogelijk is. De SONT stelt dat er nog onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over de ervaringen met het nieuwe thuiskopiestelsel. Daarnaast zijn er geen nieuwe meetgegevens beschikbaar over het gebruik van apparaten en dragers zoals die de afgelopen jaren door Bureau Veldkamp werden gemeten. Ten aanzien van e-readers meent de SONT dat een uitzondering op de handhaving van de status quo mogelijk is.

De SONT baseert zich op reeds ten tijde van het Besluit op hoofdlijnen voorhanden zijnde Veldkamp-onderzoek uit mei 2012 en een nieuw Intomart-onderzoek uit december 2012. Het veronderstelde heffingsplichtige gebruik ligt op basis van dat laatste onderzoek slechts 1% boven de door de SONT gestelde minimumnorm van 10%. Het is niet uitgesloten dat het heffingsplichtige gebruik bij nader onderzoek onder de minimumnorm uitkomt. Uit de (wat oudere) Veldkampgegevens volgt onder meer dat een derde van de onbetaalde downloads afkomstig is van een gratis website. Niet iedere download van een gratis website is evenwel heffingsplichtig. Het kan gaan om werken uit het publieke domein (rechtenvrij) of om werken die op basis van een licentie ter beschikking worden gesteld en waarbij in de licentiefee al rekening is gehouden met thuiskopieën. Voorts is niet onderbouwd waarom bij de berekening is uitgegaan van een opslagcapaciteit van 1 GB. Naar verwachting neemt de opslagcapaciteit van e-readers snel toe. Indien een hogere opslagcapaciteit wordt aangehouden gaat het percentage heffingsplichtig gebruik (bij gelijkblijvend gebruik) sterk omlaag. Gelet op de geringe overschrijding van de heffingsplichtige minimumnorm en de onduidelijkheid van het onderzoek op het punt van heffingsvrije kopieën en opslagcapaciteit is besloten vooralsnog niet over te gaan tot invoeren van een heffing op e-readers. Dit besluit kan in de toekomst worden herzien indien uit aanvullend onderzoek alsnog de benodigde eenduidige onderbouwing volgt. Die onderbouwing zou kunnen volgen uit nieuwe metingen van Bureau Veldkamp die naar verwachting eind oktober van dit jaar beschikbaar komen, hetgeen aanleiding zou kunnen geven tot herziening van dit besluit in de loop van 2014.

Omdat dit Besluit een bestendiging behelst van het huidige thuiskopiestelsel brengt het geen nieuwe administratieve lasten of nalevingskosten mee.

Uit het persbericht:

De thuiskopieheffingen gaan niet omhoog. De huidige, tijdelijke regeling wordt op 1 januari 2014 met twee jaar verlengd. Dit betekent een heffing van maximaal 5 euro op smartphones, telefoons met mp-3 spelers, tablets, hdd recorders en settopboxen. Audio-/videospelers houden een heffing van maximaal 2 euro. Voor pc’s en laptops blijft een vast bedrag van 5 euro gelden, voor externe hdd-drives is dat 1 euro. Bij de aanschaf van een cd-rom of dvd geldt het laagste tarief: 3 eurocent. Een en ander blijkt uit een algemene maatregel van bestuur die staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Billijke vergoeding
Het kabinet wilde aanvankelijk de thuiskopieheffingen per 1 januari 2013 afschaffen en vervangen door een systeem dat beter inspeelt op technologische ontwikkelingen. De Tweede Kamer wees die wijziging af, met als gevolg dat het stelsel van thuiskopieheffingen in stand moet blijven. Europese regels bepalen dat auteurs recht hebben op een billijke vergoeding voor schade die ontstaat wanneer een lidstaat thuiskopieën toestaat.

Nieuwe voorwerpen
Om aan het vereiste van een billijke vergoeding te blijven voldoen, was het in 2013 noodzakelijk om nieuwe voorwerpen aan te wijzen met bijbehorende heffingen. Daarbij is rekening gehouden met de stand van de techniek. De thuiskopieheffingen voor 2014 en 2015 zijn, evenals de vorige algemene maatregel van bestuur, gebaseerd op een advies van de Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding (SONT). Daarin staat ook een voorstel om met ingang van 1 januari 2014 een heffing voor e-readers in te voeren. Het kabinet beslist hierover op een later moment, nadat verder onderzoek naar het gebruik van e-readers is afgerond. De SONT is een overlegorgaan waarin betalingsplichtigen en de Stichting de Thuiskopie zijn vertegenwoordigd.