Gepubliceerd op dinsdag 11 maart 2025
IEF 22593
Hof Arnhem-Leeuwarden ||
25 feb 2025
Hof Arnhem-Leeuwarden 25 feb 2025, IEF 22593; ECLI:NL:GHARL:2025:1067 (Crye Precision en Lineweight tegen Uni&Forma), https://ie-forum.nl/artikelen/bevoegdheidskwestie-rondom-auteursrechtinbreuk-op-camouflagedessin-hof-buigt-zich-over-rechtsmacht-nederlandse-rechter

Bevoegdheidskwestie rondom auteursrechtinbreuk op camouflagedessin, hof buigt zich over rechtsmacht Nederlandse rechter

Hof Arnhem-Leeuwarden 25 februari 2025, IEF 22593; ECLI:NL:GHARL:2025:1067 (Crye Precision en Lineweight tegen Uni&Forma). Crye Precision c.s. claimen auteursrecht op het MultiCam-camouflagedessin en stellen dat UF PRO dit recht schendt door kleding met een vergelijkbaar patroon, SloCam, te vervaardigen en te verhandelen. Daarnaast beschuldigen zij GFP, Utexbel en Holtex van auteursrechtinbreuk; GFP door het verkopen van UF PRO-producten met het SloCam-dessin en Utexbel en Holtex door de stoffen voor deze kleding te bedrukken. Mocht hun beroep op auteursrecht niet slagen, dan voeren zij subsidiair slaafse nabootsing aan. Bij de rechtbank hebben Crye Precision c.s. verklaringen voor recht, verboden en schadevergoeding geëist om de gestelde auteursrechtinbreuk en slaafse nabootsing te beëindigen. Voor de rechtsmacht beroepen zij zich op artikel 8 lid 1 van de Brussel I-bis Verordening, omdat de zaken tegen GFP, UF PRO, Utexbel en Holtex volgens hen nauw samenhangen en gezamenlijke behandeling voorkomt dat tegenstrijdige beslissingen worden genomen. Omdat GFP in Nederland gevestigd is, zou de Nederlandse rechter volgens hen ook bevoegd zijn voor de andere drie gedaagden. UF PRO heeft echter een exceptie van onbevoegdheid opgeworpen en betwist dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft over haar. De rechtbank heeft het verweer van UF PRO gehonoreerd en zich onbevoegd verklaard ten aanzien van de vorderingen tegen haar.

Crye Precision c.s. zijn tegen dit oordeel in hoger beroep gegaan, met als doel dat het hof beslist dat de Nederlandse rechter wél rechtsmacht heeft over UF PRO. Ook Utexbel en Holtex hebben een exceptie van onbevoegdheid ingediend, die eveneens door de rechtbank is toegewezen. Crye Precision c.s. hebben zich daarbij neergelegd. Het hof oordeelt dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft op basis van artikel 8 lid 1 Brussel I-bis, omdat Crye Precision c.s. misbruik maakten van deze bepaling door GFP kunstmatig als ankerverweerder te gebruiken. De inbreuk in Nederland was minimaal, en Crye Precision c.s. hebben geen minnelijke oplossing gezocht voordat zij GFP dagvaardden. Artikel 4 lid 1 Brussel I-bis biedt evenmin grondslag, omdat UF PRO geen vestiging in Nederland heeft. Wel kan mogelijk rechtsmacht worden aangenomen op grond van artikel 7 lid 2 Brussel I-bis, aangezien GFP enkele kledingstukken met het SloCam-dessin in Nederland heeft verkocht. Omdat dit punt nauwelijks is besproken, krijgen partijen de gelegenheid zich hierover nader uit te laten voordat het hof een definitief oordeel velt.

3.5. Ook de grieven van Crye Precision c.s. tegen de beslissing van de rechtbank dat de rechtsmacht van de Nederlandse rechter om te oordelen over de vorderingen van Crye Precision c.s. tegen UF PRO niet kan worden gebaseerd op artikel 8 lid 1 Brussel I-bis slagen niet. Het hof neemt de in 3.2 geciteerde beslissing van de rechtbank over en maakt die tot de zijne. In aanvulling daarop overweegt het hof nog als volgt. De omstandigheid dat ook in andere landen artikelen met het SloCam-dessin worden verkocht en dat Crye Precision c.s. ook in die landen een einde wensen te maken aan de auteursrechtinbreuken, doet niet af aan de vaststelling dat de gestelde vorderingen van Crye Precision c.s. tegen GFP kunstmatig in stand zijn gehouden door GFP rauwelijks te dagvaarden. Evenmin als de rechtbank heeft het hof reden om aan te nemen dat de verhandeling in Nederland via GFP van artikelen met het SloCam-dessin een grotere omvang heeft dan is aangegeven door GFP. In hoger beroep heeft UF PRO nog een verklaring overgelegd van haar directeur, waarin hij bevestigt dat de commerciële afzet van producten met het SloCam-dessin vrijwel uitsluitend in Slovenië plaatsvindt. Ook heeft de directeur van GFP een aanvullende verklaring opgesteld waarin hij informatie geeft over de winst die bij GFP met de producten met het SloCam-dessin van UF PRO is behaald en heeft aangeboden die winst aan Crye Precision c.s. af te dragen. Het gaat om een bedrag van € 23,74. Zonder enige aanwijzing dat GFP een verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven, rustte op GFP geen verplichting deze opgave van de verhandelde artikelen met het SloCam-dessin door een accountant te laten controleren. Op de mondelinge behandeling bij het hof heeft de ‘general counsel’ van Crye Precision c.s. toegelicht dat zij - hoewel GFP is gestopt met het verkopen van producten met het SloCam-dessin, heeft verklaard dat in de toekomst ook niet meer te doen en heeft aangeboden om haar winst af te dragen - geen regeling wilden treffen met GFP, omdat dan geen oplossing kon worden bereikt voor het grotere geschil dat zij hebben met UF PRO. Dat is nog een duidelijke aanwijzing dat Crye Precision c.s. de bedoeling hebben om op kunstmatige wijze via GFP aan de voorwaarden van artikel 8 Brussel I-bis te voldoen