Gepubliceerd op woensdag 24 maart 2010
IEF 8700
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Bolle Jannen

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 23 maart 2010, HD 200.035.393, Café Bolle Jan tegen Skihut Bolle Jan (met dank aan Marian van der Zijde, Holland Van Gijzen Eindhoven

Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Geschil over de cafénaam (après skihut) Bolle Jan. Hof Den Bosch bekrachtigt het vonnis waarvan beroep (Vzr. Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 28 april 2009, IEF 7854). Verwarring is niet aannemelijk.

Merkenrecht: De scheidslijn tussen de handelsnaam en gebruik van die naam ter onderscheiding van de aangeboden diensten is zeer dun; wel gebruik als merk. Onvoldoende aannemelijk dat het Amsterdamse Café Bolle Jan in Eersel en omgeving bekendheid geniet. Het feit dat het bezoekend publiek in dit geval zeer verschillend is kán één van de bij de toets of sprake is van verwarringsgevaar te betrekken omstandigheden zijn. Verwarring is mogelijk, maar gestelde verwarringsgevaar is niet zodanig onderbouwd dat het voldoende aannemelijk is geworden.

Handelsnaamrecht: Hoewel de merkenrechtelijke toets niet exact gelijk is aan de handelsnaamrechtelijke toets moet op dezelfde gronden als hiervoor bij de merkenrechtelijke toets van het verwarringsgevaar worden geoordeeld dat zodanige bekendheid onvoldoende aannemelijk is geworden.Media-aandacht voor deze zaak in eerste aanleg impliceert niet zonder meer landelijke bekendheid noch verwarringsgevaar. Media-aandacht kan eventueel verwarringsgevaar ook juist kan wegnemen.

1019h proceskosten: Indicatietarieven zijn indicatietarieven: uitgangspunt blijft dat de daadwerkelijk gemaakte kosten worden vergoed.

Handelsnaam / dienstmerk: 4.6. De Skihut heeft betoogd dat Froger het merk "Café Bolle Jan" slechts als handelsnaam gebruikt en niet ter onderscheiding van haar horecadienst. Nog daargelaten dat merkenrechtelijk gebruik door Froger niet hoeft komen vast te staan nu sinds de inschrijving ervan minder dan vijfjaren zijn verstreken (artikel 2.26 lid 2 sub a BVIE), volgt het hof de Skihut niet in haar betoog. De scheidslijn tussen gebruik door een onderneming van haar handelsnaam en gebruik van die naam ter onderscheiding van de door die onderneming aangeboden diensten is zeer dun. Froger heeft gesteld dat het publiek de naam "Café Bolle Jan" ook zal opvatten als een aanduiding ter onderscheiding van de in/door die horeca-gelegenheid aangeboden horeca-dienst. (…) voorzover het publiek hier al over zal nadenken, zal het geen scherp onderscheid maken tussen de naam van de door de Skihut gedreven onderneming en de naam waaronder die onderneming horeca-diensten aanbiedt.
Gebruik door zowel Froger als de Skihut van een merk c.q. een teken ter onderscheiding van diensten, zoals bedoeld in artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE, is derhalve voldoende aannemelijk geworden. Dat betekent ook dat de Skihut, die aan haar verworpen stelling dat van merkgebruik geen sprake is de conclusie verbindt dat de herkomstfunctie van de merken van Froger niet wordt aangetast, niet in deze conclusie kan worden gevolgd.

Bekend merk: 4.8.5. Het hof stelt voorop dat hoe bekender een merk is, des te eerder verwarringsgevaar moet worden aangenomen. Tegenover de gemotiveerde betwisting door de Skihut heeft Froger te weinig gesteld om voldoende aannemelijk te maken dat Café Bolle Jan in Eersel en omgeving bekendheid geniet. Het enkele feit dat dit café geëxploiteerd wordt door een zus van de bekende zanger René Froger en daarvóór door diens ouders rechtvaardigt nog niet de conclusie dat "Café Bolle Jan" in Eersel en omgeving bekend is. Dat is mogelijk wel anders ten aanzien van de naam "René Froger", maar die naam vormt geen onderdeel van de thans uit te voeren toets. (…)

Publiek /verwarringsgevaar: 4.8.6. Hoewel Froger er terecht op heeft gewezen dat het "relevante publiek" het publiek is dat gewoonlijk afnemer is van de betrokken waren of diensten zoals deze in de merkinschrijving voorkomen, in casu horeca-diensten, kan het feit dat het publiek van Café Bolle Jan (sterk) verschilt van het publiek dat de Après Skihut Bolle Jan aan doet wel een rol spelen bij de beantwoording van de vraag of in dit geval verwarringsgevaar is te duchten. Anders gezegd: beoordeeld zal moeten worden of de gemiddelde café-bezoeker - kort gezegd - Café Bolle Jan zal verwarren met Après Skihut Bolle Jan, maar het feit dat het bezoekend publiek in dit geval zeer verschillend is kán één van de bij de toets of sprake is van verwarringsgevaar te betrekken omstandigheden zijn. Daarbij is van belang wat de eisende partij ter onderbouwing van dit verwarringsgevaar heeft gesteld.

4.8.7. Naar het oordeel van het hof is dat onvoldoende in het licht van de volgende feiten en omstandigheden:
- de afstand tussen de verschillende locaties (Amsterdam en Eersel);
- het verschil in het type uitgaanslocatie; Froger heeft niet betwist dat Après Skihut Bolle Jan zich richt op Brabantse jongeren die woonachtig zijn in een landelijke omgeving en die niet snel buiten Brabant zullen gaan "stappen" en evenmin dat Après Skihut een groot partycentrum is in een klein Brabants dorp en aldus verschilt van een klein Amsterdams "bruin café" met een veel beperktere capaciteit;
- evenmin heeft Froger betwist dat in Après Skihut Bolle Jan een "Oostenrijkse" après-skiambiance wordt geboden die totaal verschillend is van de ambiance (van gezellig Amsterdams klein bruin café) in Café Bolle Jan;
- ook heeft Froger niet betwist dat Après Skihut Bolle Jan niet enkel Nederlandstalige muziek draait.

4.8.8. Al deze feiten en omstandigheden hoeven op zich niet in de weg te staan aan een oordeel dat van verwarringsgevaar sprake is. Wel kunnen zij relevant zijn - en zijn zij dat in casu - bij de beoordeling van de vraag of het gestelde verwarringsgevaar zodanig is onderbouwd dat het voldoende aannemelijk is geworden. Zoals overwogen is dat niet het geval.

4.8.9. Froger heeft nog gesteld dat de voorzieningenrechter door voor verwarringsgevaar een zekere mate van bekendheid van het merk in Eersel te vereisen heeft miskend dat de uit te voeren toets een abstracte benadering vereist en dat niet een concreet opgetreden verwarring behoeft te worden aangetoond. Nog daargelaten dat de voorzieningenrechter deze eis niet lijkt te hebben gesteld, hoeft weliswaar niet te blijken van concreet opgetreden verwarring maar moet het verwarringsgevaar wel voldoende aannemelijk zijn geworden. En - het zij herhaald - dat is het naar het voorlopig oordeel van het hof niet. Ook grief 4 faalt.

Verwateringschade / sub d: 4.10.3. Een concrete onderbouwing door Froger van het gestelde ongerechtvaardigde voordeel en de verwateringschade ontbreekt. Zij stelt in een reactie op het door de Skihut gevoerde venveer slechts dat hetgeen de Skihut stelt omtrent de uit het genoemde biermerk geputte inspiratie ongeloofwaardig is. Dat is onvoldoende, te meer in het licht van het feit dat de Skihut met stukken onderbouwd heeft aangevoerd dat zij van de merkhouder van het biermerk Bolle Jan Pilsener een licentie heeft verkregen en daarvoor ook heeft betaald. Evenmin is met de niet onderbouwde stelling van Froger dat "Café Bolle Jan een begrip in de Nederlandse horeca is" hetgeen het aantrekkelijk maakt om van de door Café Bolle Jan "opgebouwde reputatie te profiteren" voldoende om aan te nemen dat de Skihut daadwerkelijk en opzettelijk heeft geprofiteerd van de reputatie van Café Bolle Jan laat staan op een wijze die ongeoorloofd is. Dit klemt te meer nu voldoende aannemelijk is geworden dat het publiek dat de Apres Skihut bezoekt aanmerkelijk verschilt van het Café Bolle Jan bezoekende publiek. Het beroep op artikel 2.20 lid I sub d faalt daarom ook, evenals de daaraan gekoppelde grief

Handelsnaamrecht: 4.11.3.(...) Het hof neemt in het kader van de op de voet van artikel 5 Handelsnaamwet uit te voeren toets vooreerst de geografische ligging van beide ondernemingen in aanmerking. Die is zodanig dat zonder bijkomende omstandigheden geen verwarringsgevaar kan worden aangenomen. Zo'n bijkomende omstandigheid kan bekendheid van Café Bolle Jan in Eersel en omstreken zijn. Hoewel de merkenrechtelijke toets niet exact gelijk is aan de handelsnaamrechtelijke toets moet op dezelfde gronden als hiervoor bij de merkenrechtelijke toets van het verwarringsgevaar worden geoordeeld dat zodanige bekendheid onvoldoende aannemelijk is geworden. Dat wordt niet anders door het feit dat mensen uit het hele land betrokkenheid bij het overlijden van Jan Froger hebben getoond. Dat illustreert immers niet zonder meer dat Café Bolle Jan landelijk bekend is. Voorts brengt het enkele feit dat een onderneming een website heeft niet zonder meer met zich mee dat zij buiten de plaats van vestiging bekendheid geniet. En als beide ondernemingen websites hebben, zoals in casu, vloeit daaruit zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet voort dat sprake is van verwarringsgevaar. Tenslotte impliceert media-aandacht voor deze zaak in eerste aanleg niet zonder meer landelijke bekendheid noch verwarringsgevaar, noch daargelaten dat de Skihut in verband met dit laatste er terecht op heeft gewezen dat media-aandacht eventueel verwarringsgevaar ook juist kan wegnemen. Froger heeft tenslotte evenmin voldoende aannemelijk gemaakt dat als gevolg van gebruik door de Skihut van haar genoemde domeinnamen verwarringsgevaar is ontstaan.

4.1 1.4. Hetzelfde lot treft het beroep op artikel 5a van de Handelsnaamwet, omdat ook voor een geslaagd beroep op dit artikel voldoende aannemelijk moet zijn geworden dat als gevolg van het voeren door de Skihut van haar handelsnaam verwarringsgevaar is te duchten. Grief 6 faalt.

Proceskosten: 4.12. (…) Wat de in eerste aanleg toegewezen kosten betreft overweegt het hof als volgt. In haar zevende grief lijkt Froger te betogen dat het indicatietarief tot uitgangspunt dient te worden genomen en dat daarom niet valt in te zien waarom, nu het een eenvoudig kort geding betreft, meer dan € 6.000,-- toegewezen zou moeten worden. Het hof volgt Froger daarin niet. Nog daargelaten dat deze zaak mogelijk ook als niet (heel) eenvoudig zou kunnen worden gekwalificeerd blijft uitgangspunt dat de daadwerkelijk gemaakte kosten worden vergoed. Die kosten waren door de Skihut gespecificeerd en onderbouwd. De voorzieningenrechter heeft het aantal in rekening gebrachte uren drastisch gematigd. Het hof acht, gelet op het voorgaande, geen termen aanwezig voor een (nog) lagere begroting. Grief zeven faalt.

Lees het arrest hier.