Gepubliceerd op dinsdag 13 juni 2023
IEF 21474
Rechtbank Amsterdam ||
2 mei 2023
Rechtbank Amsterdam 2 mei 2023, IEF 21474; ECLI:NL:RBAMS:2023:2852 (Routevision/Wastevision), https://ie-forum.nl/artikelen/de-middenweg-tussen-routevision-en-wastevision

De middenweg tussen Routevision en Wastevision

Rechtbank Amsterdam 2 mei 2023; IEF 21474; ECLI:NL:RBAMS:2023:2852 (Routevision/Wastevision) In dit kort geding heeft Routevision de partij BBF, een holding die eigenaar is van het merk en de handelsnaam 'Wastevision', gedaagd. Routevision houdt zich bezig met tracking-software voor bedrijfsauto's, die bijhoudt hoeveel werknemers rijden. Wastevision ontwikkelt en beheert een GPS trackings systeem voor toepassing op het gebied van afvalverwerking, waarbij aan voertuigen de kortste route naar een afvalbak wordt gezonden als deze afvalbak vol is. Een onderdeel van het softwarepakket van Wastevision is 'Route vision'. Het is deze naam waardoor Routevision meent dat er sprake is van een (merken)rechtelijke inbreuk. Nadat Routevision BBF gesommeerd heeft om te stoppen met de vermeende inbreuk op haar merkenrecht en BBF deze sommatie terzijde heeft geschoven, stelt Routevision een kort geding in. Daarin vordert Routevision dat BBF direct staakt met de vermeende inbreuk, onder last van een dwangsom. 

BBF verweert zich tegen de aantijging van Routevision op de grond dat Routevision een nietig merk is omdat het slechts een beschrijvend woord is en daarmee geen onderscheidend vermogen heeft. Om die reden heeft BBF een vordering ingesteld bij het Benelux-bureau om het merk van Routevision nietig te verklaren. Daar is nog geen oordeel over verschenen ten tijde van het kort geding en de rechter meent dat ook niet evident is dat deze nietigverklaring zal worden toegewezen. Daarbuiten stelt Routevision dat Wastevision inbreuk pleegt op het merkenrecht van Routevision, omdat zij dezelfde diensten verschaffen en de namen 'Routevision' en 'Route Vision' sterk overeenkomen. De rechter geeft Routevision hierin gelijk, maar geeft aan dat het bedrijf Routevision en de software 'Route Vision' van BBF twee verschillende dingen doen. Routevision levert hardware aan klanten, die in auto's wordt geplaatst. BBF plaatst juist hardware in vuilniscontainers. Daarnaast is de software van BBF bedoeld om routes te genereren, terwijl Routevision dit juist niet doet. De toepassing van de twee verschillende soorten, hoewel gelijk in naam, verschilt daarom. Een laatste verschil dat de rechtbank noemt is dat het publiek dat beide partijen proberen aan te spreken sterk verschilt.

De rechter komt tot de conclusie dat er, vanwege de verschillende klantenkringen en toepassing van de software, geen gevaar op (in)directe verwarring is voor consumenten. Om die reden kan de stelling van Routevision dat BBF meelift op haar reputatie niet slagen. De partijen opereren op markten die te ver van elkaar verwijderd zijn om toewijzing van de vordering tot staking te rechtvaardigen. 

Als laatste stelling meent Routevision dat BBF inbreuk pleegt op de handelsnaam van Routevision. De rechter geeft aan dat het merk 'Route Vision' van BBF geen inbreuk maakt op de handelsnaam van Routevision. De rechter wijst alle vorderingen van Routevision af.

4.4. De waren kunnen mogelijk wel als complementair worden gezien, maar vanwege de opvallende verschillen in de toepassing en klantenkring is verwarringsgevaar toch niet te duchten, direct noch indirect. Klanten van Routevision zullen geen behoefte hebben aan software die voor hen de meest efficiënte route langs afvalcontainers berekent, en andersom is er voor bestuurders van inzamelvoertuigen geen enkel risico op bijvoorbeeld bijtelling door de fiscus in verband met privé gereden kilometers. Klanten van Waste Vision hebben al een redelijk nauwkeurig beeld van waar hun inzamelvoertuigen zich bevinden en hoelang zij over het inzamelen doen. Dat er behoefte bestaat aan nauwkeurigere informatie ligt niet erg voor de hand. Er is ook geen enkel bewijsstuk overgelegd waaruit blijkt dat klanten van partijen hen op enig moment met elkaar hebben verward. De CEO van BBF heeft ter zitting verklaard geen plannen te hebben om met haar activiteiten op te schuiven in de richting van Routevision, zodat hierin ook geen verandering valt te verwachten. Voorshands is daarom evenmin aannemelijk dat het beroep van Routevision op artikel 2:20 lid 2 aanhef en onder b BVIE op gaat.

4.6. Routevision stelt verder dat BBF inbreuk maakt op haar handelsnaamrecht. De handelsnaam is de naam waaronder een onderneming wordt gedreven. BBF drijft haar onderneming echter niet onder de naam Route Vision, maar onder de naam Waste Vision. Route Vision is alleen de naam van een softwarepakket dat haar klanten bij haar kunnen afnemen. Een instructievideo voor het gebruik van dat pakket is op Youtube te vinden. Niet betwist is dat het om een verborgen Youtube kanaal gaat, waarvan de link alleen kan worden verkregen door die online aan te vragen, zoals Waste Vision heeft aangevoerd. Tot slot komt de naam ook voor als toevoeging achter Waste Vision in de url van een webpagina van Waste Vision. Voorshands is niet aannemelijk dat hiermee sprake is van enig relevant handelsnaamgebruik.