Gepubliceerd op dinsdag 25 augustus 2009
IEF 8122
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Endstra ingehaald door Infopaq

Prof. mr. D.J.G. Visser, RU Leiden, Klos Morel Vos & Schaap: Endstra ingehaald door Infopaq. Auteursrechtelijke beschermingsdempel Europees geharmoniseerd. Noot bij HvJ EG 16 juli 2009, C-5/08, Infopaq /Danske Dagblades Forening , IEF 8070.

“Op 16 juli 2009 lijkt de Endstra-formule van de Hoge Raad te zijn achterhaald door het Infopaq-arrest van het Hof van Justitie der EG. 

(…) Uit het Infopaq-arrest volgt dat voor alle soorten werken het vereiste voor auteursrechtelijke bescherming is: “een schepping van de geest” (ov. 34.), oftewel om “materiaal dat oorspronkelijk is in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van de auteur ervan” (ov. 37). Losse woorden zijn niet auteursrechtelijke beschermd. “Enkel via de keuze, de schikking en de combinatie van deze woorden op een oorspronkelijke wijze kan de auteur uitdrukking aan zijn creatieve geest geven en tot een resultaat komen dat een intellectuele schepping vormt” (ov. 45). Het HvJ EG leidt dit af uit de Berner Conventie en uit de software-richtlijn, de duurrichtlijn en de databankrichtlijn.

Het valt op dat het woord “oorspronkelijk” in de formulering van het HvJ EG een centrale plaats inneemt om de vereiste creativiteit te beschrijven, terwijl de Hoge Raad “eigen, oorspronkelijk karakter” net had gedegradeerd tot “niet ontleend” (waarbij de creativeit in het vereiste van het “persoonlijk stempel” werd gelezen).

Materieel maakt het in de praktijk ongetwijfeld helemaal niets uit,  maar de advocaat of feitenrechter die het helemaal goed wil doen en wil laten zien dat hij helemaal up-to-date is, doet er verstandig aan de formuleringen van het Infopaq-arrest te gebruiken (eventueel nog aangevuld met het “banaal of triviaal” uit Endstra).”

(…) Wél is interessant dat het HvJ EG er kennelijk vanuit gaat dat het creativiteits-vereiste door de Auteursrecht-richtlijn voor alle soorten werken Europees is geharmoniseerd. Dat betekent dat daarover prejudiciële vragen inhoudelijk (kunnen) worden beantwoord. En dat betekent dat feitenrechters de mogelijkheid hebben, en de Hoge Raad als hoogste rechter verplicht is daar in voorkomende gevallen vragen van uitleg over te stellen. Het betekent ook dat (in theorie) de drempel voor auteursrechtelijke bescherming overal in Europa hetzelfde zou zijn. Quod non."

Lees de volledige noot hier.