Ex parte bevel tegen Aldi vernietigd wegens onvoldoende onderbouwing en verzwijging van informatie

Rb. Den Haag 28 februari 2025, IEF 22596 (Aldi c.s. tegen World Branding Mark S.A.). De voorzieningenrechter heeft uitspraak gedaan in het kort geding tussen Aldi c.s. en World Branding. Aldi verzoekt om vernietiging van een ex parte bevel dat op 18 december 2024 op verzoek van World Branding is opgelegd. Dit bevel, dat zonder Aldi te horen is toegewezen, verbood de verkoop van parfumflessen waarvan World Branding stelde dat deze inbreuk maakten op haar model- en merkrechten. World Branding baseerde haar verzoek op een vermeende inbreuk door Aldi op haar Gemeenschapsmodel en Vormmerk 1 door het parfum Monte Carlo Musky Rose EDT te verhandelen. De voorzieningenrechter wees dit verzoek toe, waarna Aldi in verzet kwam en herziening en vernietiging met terugwerkende kracht verzocht. Volgens Aldi is het ex parte verzoek ingediend door een entiteit die niet de houder is van het Gemeenschapsmodel en Vormmerk 1. Daarnaast stelt zij dat de juridische onderbouwing van World Branding tekortschiet en grotendeels bestaat uit niet-relevante argumenten. Ook wijst zij erop dat in het verzoekschrift slechts een afbeelding van de Monte Carlo-fles is overgelegd, waarbij alleen de voorzijde zichtbaar is en de bovenzijde van de clip/pin niet in beeld komt. Volgens Aldi zijn deze kenmerken relevant voor de beoordeling van een mogelijke inbreuk, met name in het geval van een 3D-vormmerk. Verder voert zij aan dat in de ex parte procedure geen fysiek product is overgelegd en dat World Branding een Zwitserse rechterlijke uitspraak uit 2017, waarin negatief is geoordeeld over de geldigheid van Vormmerk 1, niet heeft overgelegd. Volgens haar had dit wél gemoeten, omdat een verzoekende partij in een ex parte procedure verplicht is om volledig en naar waarheid alle relevante feiten aan te voeren, zoals voorgeschreven in artikel 21 Rv.

De voorzieningenrechter oordeelt dat een ex parte bevel een ingrijpende maatregel is, omdat de gedaagde zich niet kan verweren. In deze zaak kan niet worden gesteld dat de inbreuk redelijkerwijs niet ter discussie staat. De rechter stelt vast dat het verzoek op meerdere punten tekortschiet. Gelet op de gebrekkige onderbouwing, de onvolledige weergave van het vermeende inbreukmakende product en het niet vermelden van de relevante Zwitserse uitspraak, kan het ex parte bevel niet in stand blijven. Daarom wordt het bevel vernietigd met terugwerkende kracht. De voorwaardelijke reconventionele vordering van World Branding wordt niet behandeld, omdat de voorwaarde waaronder deze is ingesteld niet is vervuld. World Branding wordt veroordeeld in de proceskosten van Aldi, die zijn vastgesteld op € 15.833,40, conform de Indicatietarieven in IE-zaken.

Deze uitspraak laat zien dat de rechtbank in een ex parte procedure volledig en correct geïnformeerd wil worden en niet op een verkeerd been wil worden gezet. De rechter stelt hoge eisen aan de volledigheid en juistheid van de verstrekte informatie, juist omdat de wederpartij zich vooraf niet kan verweren. Dit vonnis toont bovendien aan dat een partij een ex parte verbod niet zomaar voor lief hoeft te nemen, maar zich hiertegen effectief kan verzetten als het op onjuiste of onvolledige gronden is opgelegd. 

3.4. Daarbij komt dat World Branding in het Verzoekschrift een (slechts van de voorzijde gefotografeerde) afbeelding van de Monte Carlo-fles heeft gebruikt, waarbij de vormgeving van de (bovenzijde van de) clip/pin niet zichtbaar was, hetgeen voor de inbreukvraag (bij ook een driedimensionaal vormmerk) naar voorlopig oordeel nogal relevant is. Er is in de ex parte-procedure ook niet een fysiek product van Aldi c.s. overgelegd. Verder heeft Aldi c.s. erop gewezen dat in het Verzoekschrift niet wordt gerept over een uitspraak van de Zwitserse rechter uit 2017, waarin (negatief) geoordeeld wordt over de geldigheid van Vormmerk 1. World Branding zelf was, zo bleek desgevraagd ter zitting, op de hoogte van deze uitspraak. Zij had die (via haar advocaat, die hiervan, zo bleek ook eveneens ter zitting, geen kennis had) aan de voorzieningenrechter behoren over te leggen, nu zij gehouden is in een ex parte-verzoekschrift te anticiperen op eventuele verweren. World Branding had er redelijkerwijs van uit te gaan dat Aldi c.s. op die uitspraak in een inter partes-procedure een beroep zou doen. Tot slot heeft World Branding verzuimd in het Verzoekschrift het vormgevingserfgoed (Umfeld) inzichtelijk te maken. Dit een en ander staat op gespannen voet met de in artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering neergelegde verplichting de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren, hetgeen te meer geldt in een ex parte-procedure.