3 sep 2025
Uitspraak ingezonden door Lex Keukens en Dagmar Klein Hesseling, TeekensKarstens.
Geen model- of auteursrechtinbreuk bij verkeerszuilen

Rb. Den Haag 3 september, IEF 22885; C/09/686074 (Erdi tegen Bewebe c.s.). De voorzieningenrechter Den Haag doet op 3 september 2025 uitspraak in een kort geding tussen Erdi, producent van de Flexpost met beschermd opzetstuk (Uniemodel 001669482-0002), en Bewebe c.s., die een soortgelijk opzetstuk (het Bewebe Opzetstuk) op de markt brengt. Erdi stelt dat sprake is van inbreuk op haar model- en auteursrechten en dat Bewebe c.s. bovendien onrechtmatig handelt door slaafs na te bootsen. Bewebe c.s. betwist dit en voert aan dat het Erdi-model ongeldig is wegens ouder vormgevingserfgoed, met name de “Lollie verkeerszuil”. De voorzieningenrechter acht dit aannemelijk, maar laat de vraag naar de geldigheid van het model in het midden. Uitgaande van geldigheid komt de rechter tot het voorlopig oordeel dat het Bewebe Opzetstuk een andere algemene indruk wekt. Waar het Erdi Model een elegante, strakke en moderne uitstraling heeft, oogt het Bewebe Opzetstuk robuust, eenvoudig en degelijk. Daarmee valt het buiten de beschermingsomvang. Ook auteursrechtelijk is er geen sprake van inbreuk: hoewel de ontwerpen stijlverwantschap vertonen, kiest Bewebe voor voldoende afwijkende vormgevingselementen. Voor slaafse nabootsing geldt dat geen verwarringsgevaar ontstaat, zodat ook die grondslag niet slaagt.
De rechter wijst alle vorderingen van Erdi af. Het spoedeisend belang staat niet ter discussie en het verzoek tot aanhouding in verband met de door Bewebe c.s. bij het EUIPO gestarte nietigheidsprocedure wordt verworpen. Doorslaggevend is dat een nietigheidsprocedure geen reden vormt om een kort geding te schorsen, zeker nu inbreuk niet wordt aangenomen. De voorzieningenrechter benadrukt dat Erdi zich met haar modelrecht niet kan verzetten tegen ieder los kunststof opzetstuk voor verkeerszuilen. Erdi wordt als verliezende partij veroordeeld in de proceskosten ex artikel 1019h Rv, begroot op ruim € 16.000. Het vonnis maakt duidelijk dat modelrechtelijke bescherming beperkt blijft door bestaand vormgevingserfgoed en dat stijlverwantschap zonder voldoende overeenstemming niet tot IE-inbreuk leidt.
4.15. Hoewel tussen het Erdi Model en het Bewebe Opzetstuk ontegenzeggelijk meerdere gelijkenissen zijn aan te wijzen, die overigens grotendeels ook terugkomen in de Lollie verkeerszuil, constateert de voorzieningenrechter dat het Bewebe Opzetstuk tussen de schijven aan de achter- en voorzijde een opbollende, boven de buitenkant van schijven uitstekende, rand heeft, waardoor het geheel van de schijven vanaf de bovenkant/zijkant bezien smaller oogt dan dat van het Erdi Model. Daarnaast is de rand van de kraag hoger dan die van het Erdi Model. Deze beschrijving is niet alleen gebaseerd op de foto’s, maar ook op het in de rechtszaal gepresenteerde exemplaar, dat tevens ter griffie is gedeponeerd. De duidelijke verschillen tussen het door het Modelrecht beschermde ontwerp van het Erdi Model en het ontwerp van het Bewebe Opzetstuk zullen de geïnformeerde gebruiker zeker niet ontgaan. Al met al wekt het Bewebe Opzetstuk daardoor naar voorlopig oordeel een andere algemene indruk dan het in het Modelrecht neergelegde ontwerp van het Erdi Model. Waar laatstgenoemd Model een elegante, strakke en moderne uitstraling heeft, duidt de voorzieningenrechter het ontwerp van het Bewebe Opzetstuk eerder als robuust, eenvoudig en degelijk. De voorzieningenrechter is dus voorshands van oordeel dat het Bewebe Opzetstuk niet binnen de beschermingsomvang van het Modelrecht valt.