Handelsnaaminbreuk: Gedaagde moet gebruik van ‘Frigo LogistiX’ staken

Vzr. Rb. Zeeland-West-Brabant 26 februari 2025, IEF 22582 (Frigo Group Logistics tegen Frigo Breda Forwarding). Eiseres drijft sinds 2007 een onderneming als internationaal expediteur van diepvriesproducten en is onderdeel van de Frigo Group. Eiseres heeft ‘Frigo Group Logistics B.V.’ en ‘Frigo Logistics’ als handelsnamen in het handelsregister ingeschreven. Gedaagde drijft eveneens een onderneming als expediteur van diepvriesproducten, sinds 2014. Tot voor kort deed gedaagde dit onder de handelsnamen ‘Frigo Breda Forwarding’ en ‘Frigo Breda’. Eind 2024 heeft gedaagde aangekondigd dat haar handelsnaam wordt gewijzigd naar ‘Frigo LogistiX’. De indirecte bestuurders van beide ondernemingen zijn neef en nicht en er bestaan in de familie meerdere ondernemingen met de naam Frigo. Er is echter geen verbondenheid tussen de ondernemingen van eiseres en gedaagde. Na de aankondiging van de naamswijziging van gedaagde, heeft eiseres gedaagde gesommeerd het gebruik van de handelsnaam ‘Frigo LogistiX’, en enige handels- en domeinnamen met daarin de woorden ‘Frigo’ en ‘Logistics’ of LogistiX’ te staken. Nadat gedaagde hier geen gehoor aan heeft gegeven en partijen niet tot een oplossing zijn gekomen, is eiseres deze kort geding procedure gestart. 

Eiseres vordert deze staking nu bij de voorzieningenrechter, met daarbij de plaatsing van een rectificatie van de aangekondigde naamswijziging. De vordering baseert eiseres op art. 5 Hnw. Door de grote mate van overeenstemming tussen de handelsnamen zou er verwarring kunnen ontstaan bij het publiek. Gedaagde betwist de inbreuk en meent dat zij met de toevoeging van de afkorting ‘FLX’ en de grotere ‘X’ in het woord voldoende afstand van de handelsnamen van eiseres heeft genomen. De voorzieningenrechter oordeelt over de mogelijke inbreuk als volgt. Het verweer dat eiseres niet daadwerkelijk de handelsnaam ‘Frigo Logistics’ in het verkeer gebruikt, slaagt. Echter, uit de stukken blijkt voldoende dat eiseres de handelsnaam ‘Frigo Group Logistics’ voert. Vervolgens stelt de voorzieningenrechter dat ‘Logistics’ een beschrijvend woord is, maar dat de drie woorden als één geheel moeten worden gezien. De door gedaagde gevoerde handelsnaam ‘Frigo LogistiX’ wijkt slechts in geringe mate af van de door eiseres gevoerde handelsnaam ‘Frigo Group Logistics’ en er is verwarring te duchten tussen de ondernemingen. Gedaagde heeft onvoldoende onderbouwd dat ‘FLX’ is toegevoegd, waardoor de verwarring niet wordt weggenomen. Gedaagde moet het gebruik van de naam ‘Frigo LogistiX’ staken en de gevorderde rectificatie plaatsen. 

4.7. Eiseres heeft geen moeite met de oude handelsnamen ‘Frigo Breda Forwarding’ en ‘Frigo Breda’ van gedaagde. Het gaat eiseres ook niet om het gebruik van het woord ‘Frigo’, dat gedaagde al jaren als onderdeel van haar handelsnaam voert. Eiseres stelt dat de inbreuk op haar naam ‘Frigo Group Logistics’ wordt gevormd door de combinatie van het woord ‘Frigo’ met ‘LogistiX’, omdat daarmee een verbondenheid tussen de ondernemingen van partijen gesuggereerd wordt. Gedaagde voert daarentegen aan dat het woord ‘Logistics’ een beschrijvende aanduiding is voor het verlenen van logistieke diensten, die niet gemonopoliseerd kan worden. De voorzieningenrechter stelt vast dat de betrokken handelsnaam van eiseres inderdaad voor een deel bestaat uit een beschrijvend woord, namelijk ‘Logistics’. Gelijke of daarop gelijkende woorden komen in Nederland vaker voor in handelsnamen. Het publiek zal deze woorden vooral zien als een verwijzing naar de activiteiten van de ondernemingen, namelijk de logistiek. In beginsel zullen andere partijen zich dan ook mogen bedienen van dergelijke beschrijvende aanduidingen in hun handelsnaam. De handelsnaam ‘Frigo Group Logistics’ bestaat echter uit meerdere onderdelen, een van oudsher zowel door eiseres als gedaagde gebruikte eigennaam ‘Frigo’ en een beschrijvende aanduiding. Deze onderdelen dienen in dit verband niet los van elkaar te worden gezien, aangezien zij als handelsnaam samen één geheel vormen. Eiseres beroept zich ook niet op enig recht met betrekking tot één van beide onderdelen, maar uitsluitend met betrekking tot de combinatie van de onderdelen. Met die combinatie wordt niet beoogd of (onbedoeld) bewerkstelligd dat een gangbaar woord of zuiver beschrijvend element als ‘logistics’ via het handelsnaamrecht wordt gemonopoliseerd. Deze term blijft in beginsel vrij om in allerlei andere combinaties als handelsnaam te dienen, mits er gezien de overige elementen van die handelsnaam geen verwarring te duchten is. Ook al is de term ‘Logistics’ beschrijvend, dan nog mag deze term door gedaagde niet zodanig gebruikt worden in een handelsnaam, dat deze verwarrend veel lijkt op die van eiseres.