Gepubliceerd op maandag 23 februari 2015
IEF 14693
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Het faciliteren van merkinbreuk door fungeren als afhaaladres

W. During, Het faciliteren van merkinbreuk, bestuurdersaansprakelijkheid en cumulatie van winstafdracht en schadevergoeding, IEF 14693, www.IE-Forum.nl.
Redactionele bijdrage van Wieke During, Bird & Bird. De rechtbank Den Haag heeft op 4 februari 2015 een beslissing gegeven in een zaak die ziet op het in Nederland verhandelen van nagemaakte kleding [IEF 14631]. Interessant is dat de rechtbank in deze zaak tot het oordeel komt dat een van de gedaagden merkinbreuk heeft gefaciliteerd door te fungeren als afhaaladres. Welke maatstaf heeft de rechtbank hierbij aangelegd en is deze ook juist? Opmerkelijk is verder dat de rechtbank concludeert tot bestuurdersaansprakelijkheid, aangezien dit niet vaak voorkomt in merkenzaken. Tot slot wordt in deze beslissing cumulatie van winstafdracht en schadevergoeding gedeeltelijk van de hand gewezen. Een en ander lijkt reden genoeg om deze beslissing nader tegen het licht te houden.

(...lees het volledige artikel...)

Conclusie
De rechtbank Den Haag heeft bij het beoordelen van het faciliteren van merkinbreuk door te fungeren als afhaaladres gekozen voor een strenge maatstaf. Wordt deze uitspraak gevolgd, dan is er alleen sprake van het faciliteren van merkinbreuk indien er sprake is van wetenschap van de merkinbreuk. Het kunnen of redelijkerwijs moeten weten van de inbreuk is dan niet meer voldoende. Daarnaast concludeert de rechtbank tot bestuurdersaansprakelijkheid. Daarmee is dit de derde uitspraak in relatief korte tijd waarin bestuurdersaansprakelijkheid wordt aangenomen in een merkzaak. De bestuurder die weet of behoort te weten dat er inbreuk wordt gemaakt door de vennootschap en er niet voor zorgt dat de inbreuk wordt beëindigd, terwijl hij daartoe wel in staat is, kan zich dus niet verschuilen achter de beperkte aansprakelijkheid van de B.V. Tot slot heeft de rechtbank met deze beslissing aangesloten bij de gangbare aanpak om cumulatie van schadevergoeding en winstafdracht slechts in beperkte vorm toe te wijzen. De lagere rechtspraak is daar vrij consequent in, maar uiteindelijk is het aan het Benelux-Gerechtshof om te beslissen of die aanpak ten aanzien van artikel 2.21 lid 4 BVIE ook klopt.

Wieke During