Gepubliceerd op donderdag 10 november 2016
IEF 16359
HvJ EU ||
10 nov 2016
HvJ EU 10 nov 2016, IEF 16359; (VOB tegen Stichting Leenrecht), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-er-is-geen-verschil-tussen-uitlening-van-een-papieren-boek-en-de-uitlening-van-e-book

HvJ EU: er is geen verschil tussen uitlening van een papieren boek en de uitlening van e-book

HvJ EU 10 november 2016, IEF 16359; IEFbe 1992; C-174/15; (VOB tegen Stichting Leenrecht) Auteursrecht. Naburige rechten. De rechtbank Den Haag heeft vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de EU over het uitlenen van e-books. Kort samengevat is de vraag of openbare bibliotheken e-books mogen uitlenen tegen betaling van de wettelijke leenrechtvergoeding. Er wordt ook (voorwaardelijk) een vraag gesteld over of de verkoop van een  e-book leidt tot uitputting van het distributierecht.
HvJ EU: De rechters van het Europese Hof beslisten op 10 november dat er geen verschil is tussen een uitlening van een papieren boek en de uitlening van  e-book. Het HvJ volgt hiermee de conclusie van de A-G.

HvJ EU:

1)      Artikel 1, lid 1, artikel 2, lid 1, onder b), en artikel 6, lid 1, van richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom, moeten aldus worden uitgelegd dat het begrip „uitlening” in de zin van deze bepalingen mede de uitlening omvat van een digitale kopie van een boek waarbij deze kopie op de server van een openbare bibliotheek wordt geplaatst en het mogelijk wordt gemaakt dat een gebruiker die kopie door middel van downloaden op zijn eigen computer reproduceert, zodanig dat tijdens de uitleenperiode slechts één kopie kan worden gedownload en de door deze gebruiker gedownloade kopie na afloop van die periode door hem niet meer kan worden gebruikt.

2)      Het Unierecht, en met name artikel 6 van richtlijn 2006/115, moet aldus worden uitgelegd dat dit recht er niet aan in de weg staat dat een lidstaat aan de toepassing van artikel 6, lid 1, van richtlijn 2006/115 de voorwaarde verbindt dat de door de openbare bibliotheek ter beschikking gestelde digitale kopie van een boek in het verkeer is gebracht door een eerste verkoop of andere eigendomsovergang van die kopie in de Europese Unie door de houder van het distributierecht of met zijn toestemming in de zin van artikel 4, lid 2, van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij.

3)      Artikel 6, lid 1, van richtlijn 2006/115 moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling eraan in de weg staat dat de daarin vervatte uitzondering voor openbare uitlening wordt toegepast op de terbeschikkingstelling van een digitale kopie van een boek door een openbare bibliotheek ingeval die kopie uit illegale bron is verkregen.

Conclusie AG (IEF 16031)

1) Artikel 1, lid 1, van [richtlijn 2006/115/EG], gelezen in samenhang met artikel 2, lid 1, onder b), van die richtlijn, moet aldus worden uitgelegd dat onder het uitleenrecht in de zin van dit artikel mede wordt verstaan het voor beperkte tijd aan het publiek ter beschikking stellen van e‑books door bibliotheken. Lidstaten die de uitleenexceptie van artikel 6 van deze richtlijn willen invoeren voor de uitlening van e‑books dienen zich ervan te vergewissen dat de voorwaarden van die uitlening geen afbreuk doen aan de normale exploitatie van het werk en niet op ongerechtvaardigde wijze schade toebrengen aan de rechtmatige belangen van de auteurs.

2) Artikel 6, lid 1, van richtlijn 2006/115 moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet ertegen verzet dat een lidstaat die de in die bepaling bedoelde exceptie heeft ingevoerd, als voorwaarde stelt dat de e‑books die op grond van die uitzondering worden uitgeleend, vooraf door de rechthebbende of met zijn toestemming ter beschikking zijn gesteld aan het publiek, mits die voorwaarde niet zodanig wordt geformuleerd dat de strekking van de exceptie wordt beperkt. Ook moet diezelfde bepaling aldus worden uitgelegd dat zij alleen betrekking heeft op e‑books uit legale bron.

Prejudicieel gestelde vragen (IEF 14829)

Dienen de artikelen 1 lid 1,2 lid 1 sub b en 6 lid 1 van richtlijn 2006/115 aldus te worden uitgelegd dat onder “uitlening” als daar bedoeld mede is te verstaan het zonder direct of indirect economisch of commercieel voordeel via een voor het publiek toegankelijke instelling voor gebruik ter beschikking stelten van auteursrechtelijk beschermde romans, verhalenbundels, biografieën, reisverslagen, kinderboeken en jeugdliteratuur: - door een kopie in digitale vorm (reproductie A) op de server van de instelling te plaatsen en het mogelijk te maken dat een gebruiker die kopie door middel van downloaden kan reproduceren op zijn eigen computer (reproductie 3), - waarbij de kopie die de gebruiker tijdens het downloaden maakt (reproductie 3), na verloop van een beperkte termijn niet meer bruikbaar is, en - waarbij andere gebruikers gedurende die termijn de kopie (reproductie A) niet kunnen downloaden op hun computer? 

2. Als vraag 1. bevestigend moet worden beantwoord, staat artikel 6 van richtlijn 2006/115 en/of een andere bepaling van het Unierecht eraan in de weg dat lidstaten aan de toepassing van de in artikel 6 van richtlijn 2006/115 opgenomen beperking op het uitleenrecht de voorwaarde stellen dat de door de instelling ter beschikking gestelde kopie van het werk (reproductie A) in het verkeer is gebracht door een eerste verkoop of andere eigendomsovergang van die kopie in de Unie door de rechthebbende of met zijn toestemming in de zin van artikel 4 lid 2 van richtlijn 2001/29? 

3. Als vraag 2. ontkennend moet worden beantwoord, stelt artikel 6 van richtlijn 2006/115 andere eisen aan de herkomst van de door de instelling ter beschikking gestelde kopie (reproductie A), zoals bijvoorbeeld de eis dat die kopie is verkregen uit legale bron? 

4. Als vraag 2. bevestigend moet worden beantwoord, dient artikel 4 lid 2 van richtlijn 200 1/29 aldus te worden uitgelegd dat onder de eerste verkoop of andere eigendomsovergang van materiaal als daar bedoeld mede wordt verstaan het op afstand door middel van downloaden voor gebruik voor onbeperkte tijd ter beschikking stellen van een digitale kopie van auteursrechtelijk beschermde romans, verhalenbundels, biografieën, reisverslagen, kinderboeken en jeugdliteratuur?