Gepubliceerd op woensdag 20 mei 2009
IEF 7921
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

INTEL en verwatering. Economisch gedrag en juridisch bewijs

Antoon QuaedvliegProf. mr. A.A. Quaedvlieg, Klos Morel Vos & Schaap, Radboud Universiteit Nijmegen: INTEL en verwatering. Economisch gedrag en juridisch bewijs. Annotatie bij HvJ EG, 27 november 2008, zaak C-252/07, IEF 7327, Intel Corporation Inc. tegen CPM United Kingdom Ltd. Deze noot zal ter publicatie worden aangeboden aan het Bijblad bij de Industriële Eigendom

“De geciteerde overwegingen veroorzaakten een schokeffect, zeker nadat de Haagse rechter kort daarop toonde die eisen naar de letter te lezen, een uitleg die, blijkens een recente beslissing van de rechtbank Leeuwarden, school maakt. Bewijs van verwatering wordt in die lezing echter zó moeilijk dat het nauwelijks meer rond te krijgen is. Economisch gedrag is op de eerste plaats koopgedrag. Het koopgedrag van consumenten wordt echter door een onontwarbare kluwen van potentiële variabelen bepaald. Het bewijs van het causaal verband is daarom gedoemd te falen. Het is onmogelijk om aan te tonen dat “het economische gedrag van de gemiddelde consument (…) is gewijzigd als gevolg van het gebruik van het jongere merk” en de daaruit voortgevloeide verwatering; er kunnen in iedere gegeven situatie nog tal van andere oorzaken zijn. Bij de gegeven onmogelijkheid van bewijs kan de actie tegen verwatering de facto uit het arsenaal van de merkhouder geschrapt moeten worden.

De bovenstaande strikte lezing van het arrest komt echter neer op een eis van economisch bewijs. Zij gaat, simpel gezegd, uit van de veronderstelling dat een economische gedragsverandering met cijfers (omzet, verkoopaantallen of anderszins) moet worden onderbouwd en dat de variaties in die cijfers herleidbaar moeten zijn op (het uitzonderlijk diffuse gegeven van) de verwatering van het onderscheidend vermogen. Deze noot bestrijdt die lezing. Een economisch bewijs van een gedragswijziging bij de consument wordt door INTEL niet opgelegd. Rechtsoverweging 77 moet gelezen worden in haar verband met de overige tekst van het arrest, die anders leert; ook de strekking van het arrest is er niet te verenigen met een eis van economisch bewijs. INTEL eist niet meer dan ouderwets juridisch bewijs, en eist dat zelfs expliciet. Het leert echter wel dat het verwateringsgevaar een bepaald economisch realiteitsgehalte moet hebben.”

Lees de volledige noot hier.