Gepubliceerd op woensdag 10 september 2008
IEF 7054
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Mannen (perfect)

Schwarzkopf Men PerfectRechtbank ’s-Gravenhage, 10 september 2008, HA ZA 07-2143, Henkel KGaA c.s. tegen Dramers S.A.

Merkenrecht. Nietigverklaring beschrijvend merk gedaagde. Beeldelementen van merk eiser verhinderen reconventionele nietigverklaring merk eiser.  Aanhouding i.v.m. toepassing IE-indicatietarieven.

Gedaagde Dramers is sinds 2002 houdster van het internationale woordmerk MAN’S PERFECT, ingeschreven voor klasse 3, cosmetica. Eiser Henkel is houdster van de internationale woordbeeldmerken  SCWARZKOPF MEN PERFECT en MEN PERFECT, beiden uit 2006 en eveneens ingeschreven voor klasse 3, cosmetica. Henkel vordert nietigverklaring van het merk van Dramers en ziet die vordering toegewezen:

“4.2. De rechtbank is met Henkel van oordeel dat het merk van Dramers nietig moet worden verklaard omdat het merk MAN’S PERFECT uitsluitend bestaat uit benamingen die in de handel kunnen dienen tot aanduiding van de hoedanigheid of bestemming van de waren als bedoeld in artikel 2.28 lid 1 sub c BVIE. Henkel heeft in dit verband terecht aangevoerd dat het element “MAN’S” kan dienen om de doelgroep (bestemming) van de waren aan te duiden en dat het element “PERFECT” kan duiden op de kwaliteit (hoedanigheid) van de waren. Henkel heeft er tevens terecht op gewezen dat de elementen “MAN’S” en “PERFECT” in het merk niet op ongebruikelijke wijze zijn samengevoegd. Gelet daarop moet worden geoordeeld dat ook het merk als geheel beschouwd beschrijvend is. Een en ander is ook niet gemotiveerd door Dramers weersproken.”

“4.6. Het betoog van Dramers dat indien de rechtbank haar merk in conventie nietig verklaart, ook de merken van Henkel in aanmerking komen voor nietigverklaring, gaat niet op. In de merken van Henkel en het merk van Dramers komen weliswaar vergelijkbare beschrijvende woordelementen voor, te weten de woorden MEN en PERFECT. De merken van Henkel combineren die woordelementen echter met diverse grafische elementen, zoals de weergave van de woorden in bepaalde lettertypes en lettergroottes, een specifieke rangschikking van de woorden, en het gebruik van een donkere rechthoekige achtergrond. Die grafische elementen zijn niet beschrijvend. De merken van Henkel bestaan – anders dan het woordmerk van Dramers – dus niet uitsluitend uit tekens of benamingen die in de handel kunnen dienen tot aanduiding van kenmerken van de waren. Artikel 2.28 lid 1 sub c BVIE biedt daarom geen grond voor vernietiging van deze merken.”

Tot een beslissing komt het echter nog niet, aangezien partijen zich nog niet hebben kunnen uitlaten over de toepassing van de indicatietarieven

“4.9. Dramers zal als de in het ongelijk gestelde partij in de redelijke en evenredige proceskosten in de zin van artikel 1019h Rv worden veroordeeld. Henkel heeft die kosten begroot op € 45.312,50, maar dat bedrag wordt door Dramers betwist en is hoger dan de door de rechtbanken gehanteerde indicatietarieven voor IE-zaken (gepubliceerd via onder meer www.rechtspraak.nl, Landelijke Regelingen, Sector Civiel). Aangezien partijen zich nog niet hebben kunnen uitlaten over de toepassing van die tarieven, zal de rechtbank de zaak naar de rol verwijzen voor een akte waarin partijen zich hierover kunnen uitlaten. Voor de goede orde zullen alle beslissingen worden aangehouden tot na deze aktes.”

Lees het vonnis hier.