Gepubliceerd op maandag 13 juli 2015
IEF 15097
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Nieuwe aansluitvoorwaarden Pictoright niet in het belang van beeldmakers

Bijdrage ingezonden door Berber Brouwer, Bergh Stoop & Sanders. Pictoright hanteert sinds april 2015 een nieuw aansluitingsformulier voor collectieve exploitatie van het auteursrecht van de aangesloten beeldmakers. Pictoright is de collectieve beheersorganisatie voor illustratoren, vormgevers en fotografen. Een deel, maar lang niet alle freelance beeldmakers zijn bij deze CBO aangesloten1. In het nieuwe contract laat Pictoright zich o.a. de auteursrechten overdragen die zien op de verkoop van losse artikelen met beeldmateriaal (zoals persfoto’s) uit dagbladen en tijdschriften. Pictoright probeert daarmee de exclusieve rechten op exploitatie via digitale platforms zoals Blendle naar zich toe te trekken. Consequentie is dat beeldmakers niet meer zelf over deze rechten kunnen beschikken en dus ook geen licenties onder deze rechten kunnen verlenen aan uitgevers. Dit zou betekenen dat uitgevers voortaan aan Pictoright toestemming moeten vragen voor digitale exploitatie van artikelen waarin beeldmateriaal van aangesloten makers is opgenomen.

Pictoright meent daarmee de belangen te dienen van de aangesloten beeldmakers, maar de maatregel pakt averechts uit: beeldmakers maken afspraken met uitgevers die ze niet kunnen nakomen of uitgevers laten ze om die reden links liggen om problemen te voorkomen.

In reactie op het nieuwe aansluitingscontract is door de hoofdredactie van Trouw naar verluidt een brief gestuurd aan zelfstandige fotografen die werk leveren aan deze krant. Daarin wordt gewaarschuwd dat een fotograaf die op basis van dit contract is aangesloten bij Pictoright niet tegelijkertijd akkoord kan gaan met de algemene voorwaarden van De Persgroep en in dat geval contractbreuk pleegt. In de nieuwe inkoopvoorwaarden van De Persgroep, ingegaan op 1 juni, staat dat makers de uitgever vrijwaren voor aanspraken van derden op het gebied van intellectueel eigendom, waarbij met derden zal worden gedoeld op Pictoright en andere CBO’s. De brief van De Persgroep is door Pictoright opgevat als een poging van De Persgroep om aangesloten beeldmakers buiten spel te zetten. Pictoright spreekt bij monde van directeur Vincent van den Eijnde over “misbruik van machtspositie” en heeft inmiddels aangekondigd zich te beraden op stappen.

Het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) adviseert zijn leden op de website om beeldmakers te informeren over de gevolgen van het nieuwe aansluitcontract van Pictoright. “Ondertekening kan leiden tot wanprestatie van de auteurs jegens uitgevers indien auteurs hun rechten voor de verkoop van losse artikelen al in licentie hebben gegeven aan uitgevers”, staat in het nieuwsbericht op de website.
Los van de politieke discussie over de vraag of de nieuwe inkoopvoorwaarden (en tarieven) van De Persgroep redelijk zijn, is de zorg van de uitgevers vanuit juridisch oogpunt terecht. Een uitgever kan zich niet permitteren werken te publiceren op basis van een licentie die later ongeldig blijkt te zijn. De uitgever loopt in dat geval het risico op claims van Pictoright wegens ongeautoriseerd gebruik. Dat geldt niet alleen voor toekomstige bijdragen maar mogelijk ook voor eerder gepubliceerde bijdragen van freelancers, omdat de overdracht in het nieuwe aansluitingscontract van Pictoright ziet op alle bestaande en toekomstige werken van de maker. De vraag is wat een bestaande licentie nog waard is, wanneer het auteursrecht later wordt overgedragen aan een partij die zich aan de licentie niet gebonden acht2.
Uitgevers hebben bovendien belang bij snel en efficiënt contracteren op basis van standaardvoorwaarden die voorzien in hergebruik via Blendle en andere digitale platforms. Deze nieuwe vormen van gebruik zijn bittere noodzaak om afgenomen inkomsten uit fysieke exploitatie (verkoop van kranten en tijdschriften) te compenseren. De realiteit is dat uitgevers dit zelf met freelancers moeten regelen, reden waarom inmiddels vrijwel alle uitgevers in de standaard voorwaarden hebben opgenomen dat hergebruik via Blendle is toegestaan.
Op zichzelf is dus logisch dat De Persgroep zich op het standpunt stelt dat een fotograaf die op de nieuwe voorwaarden is aangesloten bij Pictoright, niet tegelijkertijd akkoord kan gaan met de algemene voorwaarden van De Persgroep. Het is te verwachten dat andere uitgevers een vergelijkbaar standpunt innemen. Pictoright kan daar niet simpelweg aan voorbij gaan door te roepen dat De Persgroep misbruik maakt van machtspositie of dat aangesloten freelancers buiten spel worden gezet. De vraag is bovendien of de door Pictoright kennelijk beoogde collectieve incasso voor verkoop van losse artikelen een reële en eerlijke oplossing is, omdat veel visuele makers niet bij Pictoright zijn aangesloten. Geldt dan voor niet aangesloten makers dat zij helemaal geen uitkering ontvangen voor deze vorm van exploitatie? In dat geval zouden makers in feite gedwongen zijn zich aan te sluiten bij Pictoright onder door Pictoright bepaalde aansluitvoorwaarden, terwijl zij misschien liever hun rechten in eigen hand houden.
Daarmee schiet het nieuwe aansluitingscontract van Pictoright zijn doel voorbij. Aangesloten freelancers dreigen bij uitgevers te worden geconfronteerd met een dichte deur of voelen zich gedwongen het lidmaatschap van Pictoright te verzwijgen om problemen te voorkomen. Dat kan niet de bedoeling zijn van een organisatie die beoogt op te komen voor de belangen van beeldmakers.

Berber Brouwer
1) Pictoright had volgens het jaarverslag eind 2014 totaal 5.568 leden, waarvan minder dan de helft (2.065 van deze 5.568) ervoor heeft gekozen om individuele (primaire) rechten te laten exploiteren via Pictoright.
2) Zie o.a. Joost Becker (“Merk en Faillissement”, BMM Bulletin 2-3/2012, blz. 66 e.v. (login) over de vraag of de derdenverkrijger na overdracht van een intellectueel eigendomsrecht gebonden is aan een bestaande licentieovereenkomst. Conclusie is dat dit allerminst zeker is.