Over de doden niets dan goeds
R.J.F. Wigman, Over de doden niets dan goeds, IEF 13272. Een redactionele bijdrage van Roland Wigman, Versteeg Wigman Sprey advocaten.
Een redactionele bijdrage van Roland Wigman, Versteeg Wigman Sprey advocaten.
Schrijvers en filmmakers komen regelmatig in botsing met mensen die menen dat hun eer en goede naam door een publicatie is aangetast. De jurisprudentie is talrijk. Maar hoe zit het met de eer en goede naam van overledenen? In dit artikel een onderzoek naar de vraag of er misschien andere regels gelden wanneer er sprake is van de aantasting van de goede naam van een overledene. De recente droefenis en boosheid  van de kinderen De Kom over de wijze waarop vader Anton de Kom wordt geportretteerd in de roman De man van veel en Peter Koelewijn's procedure (IEF 13247)  tegen schrijver A.F.Th. van der Heijden over diens beweerdelijke schending van de goede naam van de moeder van Koelewijn in de roman De Helleveeg tonen aan dat de goede naam van een overledene gevoelig ligt.
Dit artikel is sterk ingekort, lees de volledige bijdrage hier.
Op  basis van de in dit artikel aangehaalde jurisprudentie kom ik tot de  conclusie dat voor de vraag of een publicatie over een overledene  onrechtmatig is, in ieder geval de volgende overwegingen een  (aanvullende) rol spelen.
Tijdsverloop: hoe langer geleden de  overledene leefde en de beschreven gebeurtenissen plaatsvonden, hoe  minder snel eventuele fouten in de weergave zullen leiden tot  onrechtmatigheid van de publicatie.
Intentie: indien de schrijver  geen intentie had om een (historisch) juist beeld over de  gebeurtenissen te schetsen, zal ook minder snel sprake zijn van een  onrechtmatige publicatie.
Verwachtingen: ook als er bij het  publiek geen verwachtingen worden gewekt, bijvoorbeeld in de zin van de  juistheid van de geschetste gebeurtenissen (en dat is kennelijk per  definitie het geval indien sprake is van fictie), zal minder snel sprake  zijn van onrechtmatigheid.
Overeenstemmende feiten: hoe minder  feiten uit de werkelijkheid overeenstemmen met de beschreven  gebeurtenissen of personen, des te minder snel zal sprake zijn van  onrechtmatigheid.
Tot slot
Niet alle aspecten van  publicaties over overledenen zijn hiervoor aan bod gekomen. Zo kan er  ook sprake zijn van een portretrecht (of beter een recht van de  nabestaanden op het portret van de overlevenden).  Het redelijk belang  nodig voor het tegengaan van de publicatie van het portret zal veelal  gelegen zijn in de privacybescherming van de overledene, dan wel een  commercieel belang van de nabestaanden. Voor de mogelijke  vorderingen van nabestaanden (verbod op verdere publicatie, recall,  rectificatie en schadevergoeding) wordt verwezen naar de relevante  literatuur.
Geïnteresseerden in de rechten van overledenen verwijs ik voorts graag naar het prachtige artikel Rights of the Dead van Kirsten Rabe Smolensky in Hofstra Law Review.
Roland Wigman
 
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
 
         
 
         
 
         
 
         
 
         
 
         
 
         
 
        