Gepubliceerd op maandag 9 september 2024
IEF 22228
Rechtbank Zeeland-West-Brabant ||
4 sep 2024
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 sep 2024, IEF 22228; ECLI:NL:RBZWB:2024:6187 (Eiseres tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/proceskosten-ex-1019h-rv

Proceskosten ex 1019h Rv

Rb. Zeeland-West-Brabant, IEF 22228; ECLI:NL:RBZWB:2024:6187 (Eiseres tegen gedaagde). Zowel eiseres als gedaagde drijven een onderneming op het gebied van vastgoed waarbij ze zich presenteren als huurder, makelaar en beheerder in een. Dit doen ze beiden op hun eigen website. Op de website van gedaagde zijn teksten, headlines, quotes en een deel van de layout van de website van eiseres gekopieerd, waarbij de naam van eiseres in de tekst is blijven staan. Toen gedaagde dit hoorde van eiseres heeft hij meteen contact opgenomen met zijn webbouwer, om de webpagina te laten aanpassen. In deze zaak staan de kosten centraal. Bij e-mails van begin december heeft eiseres verzocht om een schriftelijke onthoudingsverklaring en betaling van € 750. Maar in e-mails van eind december vraagt eiseres om een schadevergoeding van € 313,54 en om € 2.500 aan advocaatkosten. Gedaagde betaalt alleen de €313,54 aan schadevergoeding.

Naar het oordeel van de kantonrechter heeft gedaagde inbreuk gemaakt op de auteursrechten van eiseres. Wat betreft de proceskosten concludeert de kantonrechter dat het normale liquidatietarief van toepassing is. Het gaat namelijk om een zeer eenvoudige, niet bewerkelijke bodemzaak. Daarnaast oordeelt de kantonrechter dat de in de eerste sommatie gevorderde advocaatkosten te hoog waren en de inhoud van de conceptdagvaarding grotendeels nodeloos was. Gedaagde wordt wel alsnog veroordeeld tot betaling van de proceskosten, want hij heeft wel inbreuk gemaakt op het auteursrecht van eiseres.

4.10. [gedaagde] zal gelet op al het vorenstaande worden veroordeeld in de kosten van de procedure, tot zover begroot op (€ 164,00 + € 496,00 + € 112,99 + € 135,00 =) € 907,99. De kantonrechter realiseert zich dat [eiseres] wellicht hiermee een aanzienlijk gedeelte van de gemaakte kosten niet vergoed zal krijgen. Dit vindt zijn rechtvaardiging in de omstandigheden dat de in de eerste sommatie gevorderde advocaatkosten te hoog waren en de inhoud van de uitgebreide conceptdagvaarding grotendeels nodeloos was. Dat [gedaagde] toch in de proceskosten wordt veroordeeld vindt zijn rechtvaardiging in de omstandigheid dat hij inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van [eiseres] en daardoor ontstane redelijke schade, ook bestaande uit juridische kosten, diende te vergoeden. Dit heeft hij (aanvankelijk) geweigerd, waardoor meer kosten zijn ontstaan.