5 mrt 2025
Uitspraak ingezonden door Joep Meddens, Höcker advocaten.
Rechter bevestigt dat art. 30a Aw dwingend recht van openbare orde is in zaak PACE tegen MOJO
Rb. Den Haag 5 maart 2025, IEF 22590 (PACE tegen MOJO en BUMA). PACE Rights Entertainment (hierna: PACE) is een Britse onderneming die auteursrechthebbenden ondersteunt bij het beheren van hun rechten op live uitgevoerde muziek, zoals bij concerten en festivals in Nederland. Daarom heeft zij MOJO Concerts (hierna: MOJO) meerdere keren facturen gestuurd voor de verschuldigde licentievergoeding voor de openbaarmaking van deze muziek. MOJO heeft PACE laten weten dat zij de auteursrechtlicenties die PACE verstrekt, of de facturen die zij verzendt, niet kan accepteren, omdat PACE niet beschikt over de wettelijk verplichte toestemming op grond van artikel 30a Aw. PACE stelt echter dat zij niet hoeft te voldoen aan dit artikel, omdat het Nederlandse recht niet op haar van toepassing is en zij individueel in plaats van collectief beheert. Deze zaak draait om een concert van de band Dream Theater, georganiseerd door MOJO. MOJO heeft de factuur van PACE hiervoor niet betaald. PACE stelt dat MOJO als organisator toestemming nodig had en een licentievergoeding verschuldigd is aan de auteursrechthebbenden van de uitgevoerde muziekwerken. Omdat MOJO deze toestemming niet had, zou zij volgens PACE inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht. PACE vordert bij de Nederlandse rechter een verklaring van recht over deze inbreuk, danwel een verklaring van onrechtmatig handelen. BUMA heeft zich in de zaak gevoegd aan de zijde van MOJO, omdat zij als enig vergunninghouder in Nederland belanghebbende is.
Het argument van PACE dat Nederlands recht niet van toepassing is, houdt geen stand. De kantonrechter oordeelt dat artikel 30a Aw dwingend recht van openbare orde is. Dit artikel vereist ministeriële toestemming voor iedereen die in Nederland bedrijfsmatig bemiddelt inzake muziekauteursrecht. Deze regel geldt voor alle bemiddelaars die hier actief zijn en maakt deel uit van de Nederlandse openbare orde. Artikel 30a Aw is daarom van toepassing. Dat betekent dat overeenkomsten die PACE als bemiddelaar sluit in Nederland van rechtswege nietig zijn op grond van artikel 30a lid 4 Aw. De rechter stelt aldus dat PACE geen zelfstandig belang heeft bij de verklaring voor recht over auteursrechtinbreuk en onrechtmatig handelen. Deze vorderingen worden afgewezen. De rechter beoordeelt wel de derde vordering, die gaat over schadevergoeding ter hoogte van de gefactureerde licentievergoeding voor het concert van Dream Theater. MOJO weigerde deze factuur te betalen, omdat PACE niet beschikt over de vereiste ministeriële toestemming volgens artikel 30a Aw. PACE stelt dat deze toestemming niet nodig is omdat zij geen collectieve bemiddelaar is. De kantonrechter oordeelt echter dat artikel 30a lid 1 en 2 Aw niet alleen collectief beheer betreft, maar alle vormen van bedrijfsmatige bemiddeling inzake muziekauteursrecht omvat. Ook deze vordering van PACE wordt afgewezen.
4.3. Uit de stukken en het verhandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat PACE zich, voor zover in deze zaak van belang, bezighoudt met het handhaven van auteursrechten van buitenlandse auteursrechthebbenden in Nederland. Nog afgezien van de vraag of hierop op grond van artikel 5 BC Nederlands recht van toepassing is als het recht vaii het land waar bescherming wordt gezocht, is naar het oordeel van de kantonrechter artikel 30a Aw hierop in ieder geval van toepassing als dwingend recht van openbare orde. Artikel 30a Aw bepaalt immers dat in Nederland ministeriële toestemming vereist is voor een ieder die hier bedrijfsmatig bemiddelt inzake muziekauteursrecht. Dit voorschrift geldt voor iedere bemiddelaar die in Nederland actief is en vormt een onderdeel van de Nederlandse openbare orde. Dit volgt ook uit de bepaling (in lid 4 van artikel 30a Aw) dat overeenkomsten die zonder de vereiste vergunning zijn aangegaan, van rechtswege nietig zijn en uit het feit dat het verlenen van bemiddelingshandelingen zonder vergunning strafbaar is gesteld (artikel 35a Aw). Dit leidt ertoe dat artikel 30a Aw van toepassing is op het in deze zaak aan de orde zijnde handelen van PACE aangaande muziekauteursrechten betrokken bij de openbaarmaking van muziekwerken op 11januari 2020 in AFAS Live te Amsterdam.