10 mei 2019
Summiere en algemene bewoordingen in dagvaarding scheppen onduidelijkheid
Ktr. Rechtbank Den Haag 10 mei 2019, IEF 18471; ECLI:NL:RBDHA:2019:4822 (Afvalzuiger) Auteursrecht, slaafse nabootsing en (vorm)merk. Eiser produceert de mobiele afvalzuiger Glutton en is houder van het Uniewoordmerk en Unievormmerk. Gedaagde is een bedrijf in de exploitatie van industriële oplossingen en apparatuur gericht op de Nederlandse markt. Zij heeft een mobiele afvalzuiger, onder de naam Vanguard op de Nederlandse markt geïntroduceerd. Eiser heeft in de dagvaarding slechts zeer summier en in algemene bewoordingen uiteengezet op welke feiten en omstandigheden hij zijn vorderingen baseert. Bij een industrieel product zoals de afvalzuiger waaraan allerlei technische en functionele eisen zijn te stellen, die van directe invloed zijn op bestaan en reikwijdte van de ingeroepen rechten, verzet het karakter van een kort geding zich ertegen dat een eisende partij afwacht of bepaalde verweren zullen komen. Cruciale geschilpunten komen nu onvoldoende uit de verf. De onduidelijkheid die hierdoor is ontstaan, is voor rekening van de eisende partij. Vorderingen afgewezen.
4.2.
Voorop wordt gesteld dat het debat in de onderhavige zaak gemankeerd is, omdat [eiser A c.s.] in de dagvaarding slechts zeer summier en in nogal algemene bewoordingen uiteen heeft gezet op welke feiten en omstandigheden hij zijn vorderingen baseert. Na een omvangrijke conclusie van antwoord van [gedaagde ] heeft [eiser A c.s.] pas tijdens het pleidooi specifiek op de relevante punten toegelicht waarop zijn vorderingen zijn gegrond. Dat betekent dat de discussie pas ter zitting echt op gang is gekomen. De voorzieningenrechter constateert dat [eiser A c.s.] bij dagvaarding had kunnen (en moeten) anticiperen op de verschillende onderdelen van het debat zoals zich dat met de conclusie van antwoord en tijdens de zitting heeft ontsponnen. Bij een industrieel product als het onderhavige waaraan allerlei technische en functionele eisen zijn te stellen, die van directe invloed zijn op bestaan en reikwijdte van de ingeroepen rechten, verzet het karakter van een kort geding, waarin na een relatief kortstondig debat de door eiser ingestelde verstrekkende vorderingen moeten worden beoordeeld, zich ertegen dat een eisende partij afwacht of bepaalde verweren zullen komen. Nu [eiser A c.s.] dergelijke anticipatie op te verwachten verweren achterwege heeft gelaten, zijn cruciale geschilpunten onvoldoende uit de verf gekomen. De onduidelijkheid die hierdoor is ontstaan, dient in een kort geding als onderhavige, waarin [eiser A c.s.] verstrekkende vorderingen toegewezen wil krijgen, voor rekening van de eisende partij te blijven. Tegen deze achtergrond zullen de vorderingen hieronder worden besproken.Slaafse nabootsing
4.16.
Voorop wordt gesteld dat nabootsing van een stoffelijk product dat niet (langer) wordt beschermd door een absoluut recht van intellectuele eigendom of op welk intellectueel eigendomsrecht geen beroep wordt gedaan, in beginsel vrijstaat. Daarop geldt als uitzondering als door die nabootsing verwarring bij het publiek valt te duchten en de nabootsende concurrent tekortschiet in zijn verplichting om bij dat nabootsen alles te doen wat redelijkerwijs, zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid of bruikbaarheid van zijn product, mogelijk en nodig is om te voorkomen dat door gelijkheid van beide producten gevaar voor verwarring ontstaat.14 Om tegen (onnodig verwarringwekkende) nabootsing te worden beschermd, moet het product een eigen plaats (onderscheidend vermogen) op de markt hebben, zonder dat het product nieuw of oorspronkelijk of door de eisende concurrent zelf ontworpen hoeft te zijn.154.17.
Met verwijzing naar r.o. 4.4 is onvoldoende duidelijk gebleven welke uiterlijke kenmerken van de GLUTTON-afvalzuiger technisch bepaald zijn en in hoeverre [gedaagde ] tekort zou zijn geschoten in haar verplichting af te wijken op de niet technisch bepaalde kenmerken. Daargelaten of de GLUTTON-afvalzuiger gelet op de niet technisch bepaalde kenmerken het benodigde onderscheidend vermogen bezit voor een eigen plaats op de markt, kan ook in het kader van slaafse nabootsing niet worden nagegaan of sprake is van verwarringsgevaar. Dat betekent dat ook de (neven)vorderingen gegrond op slaafse nabootsing zullen worden afgewezen.