Gepubliceerd op dinsdag 19 mei 2009
IEF 7917
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Ten behoeve van de inrichting van garages van hobbyisten

Vzr. Rechtbank Assen, 10 oktober 2008, KG ZA 08-195, Camp de Gua Participations B.V. & Powerplustools International B.V. tegen Powerplustools Benelux B.V. & Twee-West Holding B.V.

Vzr Rechtbank Groningen, 15 mei 2009, KG ZA 09-62, Powerplustools Benelux B.V. tegen Powerplustools International B.V. & Powerplustools Nederland B.V.  (met dank aan Lennart van der Ree, Dorhout Advocaten).

Merkenrecht. Slaafse nabootsing. Stukgelopen samenwerking. Geschil tussen Powerplustools Benelux en Powerplustools International. Twee kort gedingen over de (internationale)verkoop van gereedschappen en andere producten voor de inhoud van garages.

Partijen hebben sinds 2001 met elkaar samengewerkt en zijn in 2006 uiteen gegaan. Partijen hebben bij overeenkomst de landen waarin Powerplustools producten werden verkocht verdeeld. Powerplustools Benelux kreeg de producten voor inkoopprijs geleverd door Powerplustools International. In 2008 ontstaat onenigheid tussen partijen. Powerplustools International levert geen Powerplustools producten meer aan Powerplustools Benelux en Powerplustools Benelux brengt zelf identieke produkten onder de merknaam 'Datona' op de markt.
 
Powerplustools International dagvaart daarop Powerplustools Benelux in kort geding voor de voorzieningenrechter te Assen en vordert de overdracht van de Powerplustools producten, evenals de domeinnaam www.powerplustools.nl , het klantenbestand en het staken van het gebruik van de merknaam. In reconventie vordert Powerplustools Benelux tot nakoming van de overeenkomst uit 2006. De voorzieningen rechter gebiedt vervolgens in haar vonnis van 10 oktober 2008 Powerplustools International om de overeenkomst uit 2006 na te komen.
 
Powerplustools International levert na het vonnis alsnog geen Powerplustools producten en verbeurt dwangsommen. Powerplustools Benelux blijft Datona producten verkopen. Powerplustools International opent een vestiging in Nederland. Daarop betrekt Powerplustools Benelux Powerplustools International in rechte. Op 17 maart 2009, enkele dagen voor het kort geding, zegt Powerplustools International de overeenkomst uit 2006 met onmiddellijke ingang op.

In conventie wordt onder meer gevorderd tot nakoming van de overeenkomst uit 2006, evenals een verbod tot verkoop van Powerplustools producten door Powerplustools International in de Benelux. In reconventie wordt door Powerplustools International kort gezegd gevorderd tot staking van de verkoop van Datona producten, het slaafs nabootsen van de Powerplustools producten, het gebruik van de handelsnaam Powerplustools Benelux, alsmede overdracht van de domeinnaam www.powerplustools.nl, en tot slot terugbetaling van € 25.000,- aan verbeurde dwangsommen.
 
De voorzieningenrechter Groningen stelt allereerst dat het eerdere kort geding zijn kracht niet heeft verloren. Weliswaar is geen bodemprocedure ingesteld, maar, aangezien het een vonnis slechts zag op een gebod tot nakoming van de samenwerkingsovereenkomst, is de Trips-termijn van 1019i niet van toepassing.

De voorzieningenrechter gebiedt in het vonnis van 15 mei 2009 Powerplustools International de overeenkomst uit 2006 na te komen en verbiedt Powerplustools International om Powerplustools producten in de Benelux te verkopen. De door Powerplustools International betaalde dwangsommen hoeven niet worden terugbetaald. Powerplustools International hoeft niet de naam Powerplustools van haar pand in Heerenveen te verwijderen, als licentiehoudster van het merk Powerplustools is zij immer gerechtigd die naam te voeren, ook in de Benelux.

De onder het merk Datona door Powerplustools Benelux verhandelde producten wordt aangemerkt als slaafse nabootsing en de verhandeling wordt als onrechtmatig tegen Powerplustools International aangemerkt (“(…) ook als PPT Benelux in een dwangpositie was gebracht, [stond] het haar niet vrij om tegenover de onrechtmatige gedragingen van de ander haar eigen onrechtmatig handelen te stellen” (5.5))

Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, worden de proceskosten worden gecompenseerd.

Lees de vonnissen hier en hier.