Gepubliceerd op dinsdag 2 augustus 2022
IEF 20867
Rechtbank Zeeland-West-Brabant ||
25 jul 2022
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 25 jul 2022, IEF 20867; ECLI:NL:RBZWB:2022:4130 (Alsare tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/vordering-tot-intrekking-procedure-in-belgi-afgewezen

Vordering tot intrekking procedure in België afgewezen

Vzr. Rb. Zeeland-West-Brabant 25 juli 2022, IEF 20867; ECLI:NL:RBZWB:2022:4130 (Alsare tegen gedaagde) Alsare is een Nederlandse onderneming en heeft de domeinnaam www.beeldsmid2.nl geregistreerd. Gedaagde is een Nederlandse fotograaf. Gedaagde stelt dat hij rechthebbende is van een foto die op de website van Alsare heeft gestaan. Gedaagde stelt dat Alsare zijn auteursrecht heeft geschonden. Alsare vordert in deze zaak dat de procedure tegen Alsare in België wordt ingetrokken. Alsare stelt dat gedaagde onrechtmatig jegens haar handelt door in België een procedure te starten terwijl de Belgische rechter absoluut onbevoegd is. De voorzieningenrechter oordeelt dat het wederzijds vertrouwen in elkaars rechtssystemen eraan in de weg staat dat de rechter van een lidstaat de bevoegdheid van een rechter in een andere lidstaat toetst. Ook verzet het Europese recht zich ertegen dat een rechtbank van een lidstaat een partij een verbod oplegt een rechtsvordering in te stellen of voort te zetten bij een rechtbank van een andere lidstaat. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van Alsare af.

4.4. De voorzieningenrechter kan er niet aan voorbij gaan dat de procedure in België aanhangig is gemaakt met een beroep op Brussel I bis. De Belgische rechter zal moeten toetsen of zij op grond daarvan bevoegd is. Het Europeesrechtelijke bevoegdheidsrecht is gegrond op het vertrouwen van de lidstaten in elkaars rechtssystemen en gerechtelijke instanties. Volgens vaste rechtspraak van het Europese Hof van Justitie staat dit wederzijds vertrouwen eraan in de weg dat de rechter van de ene lidstaat de bevoegdheid van een rechter in een andere lidstaat toetst. Het Europeesrechtelijk bevoegdheidsrecht verzet zich er eveneens tegen dat een rechtbank van een lidstaat een partij in een bij haar aanhangige procedure een verbod oplegt een rechtsvordering in te stellen of voort te zetten bij een rechtbank van een andere lidstaat (vgl. HvJ EG 27 april 2004, ECLI:EU:C:2004:228 (Turner)). Die rechtspraak is gewezen onder het EEX-Verdrag, een rechtsvoorganger van Brussel I bis, maar heeft zijn gelding behouden aangezien de bepalingen van deze Unierechtelijke instrumenten als gelijkwaardig kunnen worden aangemerkt.