Conclusie AG: klachten van Spirits in wodka-zaak verwerpen
Conclusie AG HR 20 september 2019, IEF 18727; ECLI:NL:PHR:2019:1065 (Spirits tegen FKP) Tweede cassatie in de langlopende procedure tussen FKP en Spirits International over de eigendom van de beroemde Stolichnaya en Moskovskaya wodkamerken. Zie ook [IEF 17411, 16025 en 14795]. Spirits is in deze zaak bij tussenuitspraken in eerste aanleg (2006), appel (2012) en cassatie (2013) in het ongelijk gesteld. Daarin is o.a. geoordeeld dat er nooit sprake is geweest van een privatisering of enige andere overgang van de wodkamerken van het toenmalige Russische staatsbedrijf naar Spirits’ vermeende rechtsvoorganger VAO. Ook was Spirits niet te goeder trouw bij de verkrijging van de merken. De rechtbank Den Haag heeft vervolgens met inachtneming van deze uitspraken Spirits bevolen de wodkamerken op naam van FKP te laten stellen (2015). Daartegen heeft Spirits weer tevergeefs beroep ingesteld (2018).
Nu probeert Spirits het nogmaals in cassatie, op de grond dat het hof Den Haag in haar arrest van 2018 had moeten terugkomen op de in de eerdere cassatie al bekrachtigde eindbeslissingen. De AG volgt het hof in haar oordeel dat de regel van de onaantastbaarheid van cassatie zich daartegen verzet, en dat er ook geen (nieuwe) omstandigheden zijn die tot een andere uitspraak zouden moeten leiden. Ook de klachten van Spirits tegen de oordelen van het hof dat Spirits jongere merken te kwader trouw heeft gedeponeerd, en dat FKP recht heeft op winstafdracht en schadevergoeding moeten volgens de AG worden verworpen.