IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 18704

HvJ EU: verbod op verwerking persoonsgegevens eist belangenafweging door exploitanten van zoekmachines

HvJ EU 24 sep 2019, IEF 18704; ECLI:EU:C:2019:773 (Verzoekers tegen CNIL), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-verbod-op-verwerking-persoonsgegevens-eist-belangenafweging-door-exploitanten-van-zoekmachine

HvJ EU 24 september 2019, IEF 18704, IT 2878, IEFbe 2953; ECLI:EU:C:2019:773 (Verzoekers tegen CNIL) Eisers hebben elk een verzoek bij Google ingediend tot verwijdering van links naar webpagina’s van derden. Die links worden in de resultatenlijst van de Google-zoekmachine weergegeven wanneer een zoekopdracht op de respectievelijke namen van eisers wordt verricht. Google heeft dit geweigerd en ook het CNIL heeft vervolgens de vorderingen om Google op grond hiervan aan te manen, afgewezen.
De exploitant is in beginsel verplicht tot inwilliging van verzoeken tot verwijdering van links naar webpagina’s die onder de genoemde categorieën vallende persoonsgegevens bevatten. In gevallen die zijn uitgezonderd in de richtlijn 95/46, kan de inwilliging van een dergelijk verzoek wel worden geweigerd, mits er is voldaan aan alle andere rechtmatigheidsvoorwaarden uit de richtlijn, behoudens bijzondere situaties waarin de betrokkene in verzet mag gaan. Er moet worden nagegaan of de opname van een link in de resultatenlijst, weergegeven na een zoekopdracht op de naam van deze betrokken, strikt noodzakelijk blijkt met het oog op de bescherming van het recht op vrijheid van informatie van de mogelijk geïnteresseerde internetgebruikers.
Wanneer informatie inzake gerechtelijke procedures niet langer overeenkomt met de actuele situatie, is de exploitant verplicht tot verwijdering van de links in kwestie. Mits vaststaat dat de gewaarborgde grondrechten van de betrokkene zwaarder wegen dan het recht op informatie van geïnteresseerde internetgebruikers.

IEF 18700

Prejudiciële vragen over mededeling aan publiek door downloaden peer-to-peernetwerk

HvJ EU 29 jul 2019, IEF 18700; (M.I.C.M tegen BVBA Telenet), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-mededeling-aan-publiek-door-downloaden-peer-to-peernetwerk

Ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Antwerpen) 29 juli 2019; IEF 18700, IEFbe 2949, IT&R 2877; C-597/19 (M.I.C.M tegen BVBA Telenet) Auteursrecht. Peer-to-peer. Via MinBuza: M.I.C.M is een vennootschap naar het Cypriotisch recht en is houder van bepaalde rechten op pornografische films. Via een bepaald systeem is zij in het bezit van duizenden IP-adressen die verwijzen naar klanten van de verwerende partij, de BVBA Telenet, als internetserviceprovider. Via de connecties waar deze IP-adressen naar verwijzen zouden films uit haar catalogus zijn geüpload, gebruikmakend van het BitTorrent-protocol. M.I.C.M maakt nu aanspraak op de identificatie van deze klanten door Telenet, die zich hier principieel tegen verzet. 

De BitTorrent-technologie bestaat erin dat een bestand in kleine onderdelen ('pieces') wordt gesegmenteerd, die door de gebruiker kunnen worden gedownload en weer tot het oorspronkelijke bestand worden samengesteld. Het uploadproces wordt 'seeding’ genoemd. Zo kan het door vele gebruikers tegelijk worden gedownload. De groep aan downloaders wordt 'swarm' genoemd. Er hoeft dus geen band meer te bestaan tussen de oorspronkelijke seeder en de downloaders. De downloaders worden zelf in de regel seeders: de software is er gewoonlijk standaard zo op ingesteld nu het systeem hiervan afhangt.

IEF 18699

Uitspraak ingezonden door Marjolein Driessen, Legaltree.

Geen auteursrechten ontwerper prototype wegens ontbreken creatieve leiding

Rechtbank Midden-Nederland 2 sep 2019, IEF 18699; (Biek tegen FarmCamps), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-auteursrechten-ontwerper-prototype-wegens-ontbreken-creatieve-leiding

Rechtbank Midden-Nederland 2 september 2019, IEF 18699; (Biek tegen FarmCamps) Akoestiekfabriek, waarvan Biek enig aandeelhouder en bestuurder is, en FarmCamps zijn in samenwerking getreden en hebben gezamenlijk ontwerptekeningen gemaakt. Hiervan heeft Akoestiekfabriek vervolgens een prototype gemaakt. Na opzegging van de samenwerking door FarmCamps, heeft FarmCamps met een derde een aangepaste versie - de Barntent - van het prototype geproduceerd en geëxploiteerd. Akoestiekfabriek stelt dat FarmCamps wanprestatie heeft gepleegd en inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten dan wel in strijd heeft gehandeld met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamd. Het gaat dus om de vraag (i) aan wie de auteursrechten op het definitieve ontwerp toekomen, (ii) of het interieurontwerp auteursrechtelijk is beschermd, en, zo ja, of FarmCamps daarop inbreuk maakt, en (iii) welke afspraken tussen partijen golden in het kader van hun samenwerking. Het is niet gebleken dat Akoestiekfabriek tijdens het creatieve ontwerpproces van het definitieve ontwerp een leidende en beslissende rol had. Daarnaast heeft het interieur van de prototype een andere totaalindruk dan de Barntent. Dit brengt mee dat Akoestiekfabriek noch van de prototype noch van het interieur auteursrechthebbende is. Tevens faalt de vordering op grond van wanprestatie dan wel onrechtmatige daad, aangezien uit de tussen partijen geldende afspraken niet valt af te leiden dat FarmCamps is tekortgeschoten in haar verplichtingen jegens Akoestiekfabriek, hetzij contractueel hetzij in het maatschappelijk verkeer betaamd.

IEF 18698

Onrechtmatig handelen bij expoitatie octrooien voor dakelementen

14 aug 2019, IEF 18698; ECLI:NL:RBDHA:2019:9656 (Planet Safe tegen PON), https://ie-forum.nl/artikelen/onrechtmatig-handelen-bij-expoitatie-octrooien-voor-dakelementen

Rechtbank Den Haag 14 augustus 2019, IEF 18698, ECLI:NL:RBDHA:2019:9656 (Planet Safe tegen PON) Planet Safe houdt zich bezig met de productie en verkoop van warmtewerende dakelementen, genaamd Roofclix. PON is de uitvinder van de daktegel die ten grondslag ligt aan het Roofclix-product. Daarvoor hield hij een Europees octrooi op basis waarvan hij eveneens octrooien hield in de Verenigde Staten en een aantal andere landen. PON is aandeelhouder van Planet Safe. Geschil in verband met mislukte samenwerking bij het exploiteren van octrooien voor warmtewerende dakelementen, [IEF 16883]. Aansprakelijkheid uit hoofde van onrechtmatige daad door na verkoop en levering van de octrooien niet mee te werken aan inschrijving van de overdracht van de octrooien en van de licentieovereenkomst. Negatieve en onjuiste berichtgeving aan (potentiële) klanten van de ander en gebruikmaking van tijdens de samenwerking opgedane kennis. Afwijzing reconventionele vordering strekkende tot betaling van de overeengekomen koopprijs voor de octrooien.

IEF 18697

Vloerlamp maakt inbreuk op auteursrecht

Rechtbank Overijssel 18 sep 2019, IEF 18697; ECLI:NL:RBOVE:2019:3295 (Layer Big Loft tegen Shine Your Light), https://ie-forum.nl/artikelen/vloerlamp-maakt-inbreuk-op-auteursrecht

Vzr. Rechtbank Overijssel 18 september 2019, IEF 18697; ECLI:NL:RBOVE:2019:3295 (Layer Big Loft tegen Shine your Light) Eiser is ontwerper van interieurproducten, waaronder de lamp ‘Layer Big Loft‘. Gedaagde heeft de vloerlamp ‘Shine Your Light’ op de markt gebracht en te koop aangeboden. Eiser beweert dat zijn lamp auteursrechtelijk is beschermd en dat gedaagde dit heeft geschonden. Er rijzen twee vragen: (i) is in dit geval sprake van een auteursrecht, en zo ja, (ii) maakt ‘Shine Your Light‘ daar inbreuk op? De rechtbank komt tot de conclusie dat op de lamp van eiser een auteursrecht rust, aangezien de vormgeving van ‘Later Big Loft‘ het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en creatieve keuzes en aldus als werk in de zin van de Aw kan worden aangemerkt. Gelet op het feit dat de meest beeldbepalende eigenschappen overeenkomen en de beperkte verschillen slechts van ondergeschikt belang zijn met betrekking tot de totaalindruk, is ook sprake van een inbreuk op het auteursrecht van eiser door gedaagde. 

IEF 18692

HvJ EU: kwade trouw bij verwarringsgevaar hangt af van omstandigheden geval

HvJ EU 12 sep 2019, IEF 18692; ECLI:EU:C:2019:724 (Koton tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-kwade-trouw-bij-verwarringsgevaar-hangt-af-van-omstandigheden-geval

HVJ EU 12 september 2019, IEF 18692; IEFbe 2947; ECLI:EU:C:2019:724 (Koton tegen EUIPO) Nadal Esteban heeft bij het EUIPO een aanvraag ingediend voor een teken als Uniemerk, voor waren en diensten van de klassen 25, 35 en 39 (kledingstukken, reclame en transport). Rekwirante, een onderneming die kledingstukken, schoeisel en accessoires produceert en verkoopt, heeft oppositie ingesteld op grond van kwade trouw in verband met oudere merken. Ongeacht het feit dat de tekens overeenstemmen en interveniënt kennis had van de oudere merken van rekwirante, zijn volgens het EUIPO de diensten waarvoor de twee merken zijn ingeschreven in te hoge mate verschillend om van kwade trouw te kunnen spreken. Wat zijn de criteria op grond waarvan kan worden bepaald of sprake is van kwade trouw in een situatie waarin verwarringsgevaar bestaat? Kwade trouw moet worden beoordeeld in het licht van alle omstandigheden van het geval. Daarnaast moeten de volgende criteria in acht worden genomen: (i) de vraag of de aanvrager wist dat verwarringsgevaar bestaat, (ii) de commerciële logica achter de indiening van de aanvraag tot inschrijving, en (iii) chronologie van de gebeurtenissen die de inschrijving hebben gekenmerkt. 

IEF 18696

Uitspraak ingezonden door Léon Dijkman, HOYNG ROKH MONEGIER.

Verwarringsgevaar tussen RAWBLUE en RAW

Hof Den Haag 11 jun 2019, IEF 18696; (G-Star Raw tegen Topstreetwear), https://ie-forum.nl/artikelen/verwarringsgevaar-tussen-rawblue-en-raw

Hof Den Haag 11 juni 2019, IEF 18696; (G-Star Raw tegen Topstreetwear) G-Star maakt deel uit van het G-Star RAW-concern en is houdster van een aantal woordmerkrechten. TM25 is houdster van verschillende beeldmerkrechten van G-Star RAW. Centraal staat de vraag of geïntimeerden inbreuk hebben gemaakt op de merkrechten van G-Star en TM25 door het gebruik van het RAWBLUE-teken door Topstreetwear. Het gaat hierbij zowel om het gebruik van het merk RAW alleen als in combinatie met andere tekens, zoals G-STAR. Gezien het feit dat de door Topstreetwear gebruikte RAW BLUE-tekens en de RAW-woordmerken zijn ingeschreven voor gelijke waren en overeenstemmen, en mede gelet op het feit dat de merken onderscheidend vermogen hebben, is sprake van verwarringsgevaar en dus een inbreuk op de merkrechten van G-Star. Tevens is er door het RAWBLUE-teken inbreuk gemaakt op het beeldmerk waarvan TM25 houdster is.
In 2010 oordeelde het Oberlandesgericht Düsseldorf nog dat er geen sprake was van verwarringsgevaar (r.o. 1.13). Het OLG kwam tot deze beslissing op basis van een beoordeling van het onderscheidend vermogen van G-Stars RAW-merk op 23 januari 2006, het zgn. Kollisionszeitpunkt. Het onderscheidend vermogen van een merk is evenwel geen constante grootheid en kan met name in de tijd variëren (r.o. 14). Daarom moet onderscheidend vermogen en verwarringsgevaar ex nunc (opnieuw) worden beoordeeld. Het beginsel van Unietrouw staat daaraan niet in de weg.

IEF 18695

Uitspraak ingezonden door Joep Meddens, Höcker.

Offline streaming copies zijn thuiskopieën in zin van art. 16c Aw

Rechtbank Den Haag 18 sep 2019, IEF 18695; ECLI:NL:RBDHA:2019:9876 (HP cs tegen Sont cs), https://ie-forum.nl/artikelen/offline-streaming-copies-zijn-thuiskopie-n-in-zin-van-art-16c-aw

Rechtbank Den Haag 18 september 2019, IEF18695, IEFbe 2869; ECLI:NL:RBDHA:2019:9876 (HP cs tegen Sont cs) HP en Dell zijn producenten van ICT-apparatuur. SONT is bij wet belast met het vaststellen van de hoogte van de thuiskopievergoeding. In SONT zijn (organisaties van) rechthebbenden respectievelijk betalingsplichtigen vertegenwoordigd.
Geoordeeld wordt dat offline streaming copies, kopieën gemaakt met als bron een legale streaming dienst, thuiskopieën zijn in de zin van art. 16c Aw. Voor die kopieën is een billijke vergoeding verschuldigd. Dat er daarmee twee keer zou worden betaald (licentievergoeding en thuiskopievergoeding) staat daaraan niet in de weg. Een eventueel verleende toestemming voor het maken van de kopie heeft geen impact, nu het maken van een privékopie niet aan toestemming onderhavig is. 

IEF 18694

Conclusie AG over exclusieve bevoegdheid rechtbanken voor Gemeenschapsmodel

HvJ EU 18 sep 2019, IEF 18694; ECLI:EU:C:2019:760 (Spin Master tegen High5), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-over-exclusieve-bevoegdheid-rechtbanken-voor-gemeenschapsmodel

Conclusie AG HvJ EU 18 september 2019, IEF 18694; IEFbe 2946; ECLI:EU:C:2019:760 (Spin Master tegen High5) Spin Master is een Canadese onderneming in speelgoedproducten. Onder het merk 'Bunchems' verhandelt zij gekleurde speelballetjes (klittenballetjes) die aan elkaar klitten, waardoor allerlei vormen en figuren kunnen worden gemaakt. Op 16 januari 2015 is op haar naam een Gemeenschapsmodel voor deze speelballetjes geregistreerd. High5 verhandelt onder de naam 'Linkeez' eveneens gekleurde klittenballetjes. Spin Master heeft bij de voorzieningenrechter van rechtbank Amsterdam [IEF 16516] een vordering ingesteld tot vaststelling van voorlopige en beschermende maatregelen wegens inbreuk op haar geregistreerde Gemeenschapsmodel. Zij verzocht om High5 te verbieden de producten in Nederland te koop aan te bieden. High5 voerde aan dat alleen de rechtbank Den Haag bevoegd was om van het geschil kennis te nemen en dat de rechtbank Amsterdam dus niet bevoegd was. De prejudiciële vraag [IEF 18077] luidt of de exclusieve bevoegdheid van de (gespecialiseerde) rechtbanken voor het Gemeenschapsmodel om kennis te nemen van bepaalde vorderingen ter zake van inbreuken en geldigheid, zoals bedoeld in de artikelen 80 en 81 van verordening nr. 6/2002, zich al dan niet uitstrekt tot de in artikel 90 van die verordening bedoelde voorlopige en beschermende maatregelen?

IEF 18693

Gerede kans niet inventief octrooi in beroep

Rechtbank Den Haag 17 sep 2019, IEF 18693; ECLI:NL:RBDHA:2019:9764 (Bayer tegen Ceva), https://ie-forum.nl/artikelen/gerede-kans-niet-inventief-octrooi-in-beroep-1

Rechtbank Den Haag 17 september 2019, IEF 18693, LS&R 1738; ECLI:NL:RBDHA:2019:9764 (Bayer tegen Ceva) Octrooirecht. Bayer maakt onderdeel uit van het internationale Duitse concern Bayer AG, dat onder meer gericht is op onderzoek naar en ontwikkeling van farmaceutische producten en diergeneesmiddelen. Ceva maakt onderdeel uit van de Ceva groep, een Frans farmaceutisch concern dat is gespecialiseerd in onder meer de ontwikkeling van medicijnen. Bayer is houdster van het EP 496 octrooi dat ziet op een samenstelling bestaande uit triazinonen en ijzer(III)-complexverbindingen voor het gelijktijdig behandelen van ijzertekorten en coccidia-infecties bij dieren. Ceva gebruikt een soortgelijke samenstelling. Ceva komt met het voornemen Forceris in september op de Nederlandse markt te brengen, waardoor zij volgens Bayer inbreuk dreigt te maken op EP 496. Onder andere Forceris en de ijzer-verbindingen zouden aan alle kenmerken van conclusie 1 voldoen. Bayer vordert een verbod inbreuk te maken op EP 496 in Nederland. De inventiviteit is in geding. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af.