Uitspraak ingezonden door Jordi Bierens en Quirine van der Bent, Pels Rijcken.
Rechter wijst vorderingen Wonderbox af: kritiek Consumentenbond op Wonderbox toelaatbaar
Rechtbank Den Haag 16 juni 2025, IEF 22773, RB 3916; ECLI:NL:RBDHA:2025:10948 (Wonderbox tegen de Consumentenbond). Eind 2023 voerde de Consumentenbond een onderzoek uit naar diverse belevenisbonnen, waaronder die van Wonderbox. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft Wonderbox maatregelen genomen ter verbetering. De Consumentenbond vond deze maatregelen onvoldoende en startte een procedure bij de RCC. Het oordeel van de RCC luidde, kort gezegd, dat de verpakking in strijd was met het misleidingverbod en de prijsvermeldingsregel. Wonderbox verwijderde daarop het product uit de schappen en stelde een actieplan op voor verdere aanpassingen. Ondanks toezeggingen van Wonderbox bleef de Consumentbond kritisch en publiceerde hij in april 2025 een artikel in de Consumentengids en een nieuwsbericht op zijn website over de belevenisbonnen van Wonderbox. Volgens Wonderbox bevat het artikel meerdere feitelijke onjuistheden en misleidende beweringen die haar reputatie ernstig schaden. Daarnaast acht zij de publicatie ongepast, gezien de context en het moment van verschijnen. Zij stelt dat het artikel geen recht doet aan de wijze waarop zij in de afgelopen anderhalf jaar heeft geopereerd en verbeteringen heeft doorgevoerd. Wonderbox vordert verwijdering van het artikel en het nieuwsbericht van de website van de Consumentenbond en eist dat deze permanent ontoegankelijk blijven. Daarnaast wil zij een rectificatie, zowel per e-mail aan leden als in de eerstvolgende editie van de Consumentengids. Ook vordert zij een dwangsom voor iedere dag dat de Consumentenbond in gebreke blijft, een verbod op toekomstige onjuiste of misleidende uitlatingen over haar belevenisbonnen, en vergoeding van de proceskosten. De Consumentenbond voert verweer.
CureVac krijgt toestemming voor getuigenverhoor in octrooizaak tegen Stichting AUMC
Rb. Den Haag 20 juni 2025, IEF 22774, LSR 2303; ECLI:NL:RBDHA:2025:11025 (CureVac tegen Stichting AUMC). CureVac SE is de moedervennootschap van het Duitse biofarmaceutisch CureVac-concern. Stichting Amsterdam UMC (hierna: Stichting AUMC) is een academisch ziekenhuis dat onder andere wetenschappelijk onderzoek doet.[Naam 6] en [naam 7], beiden verbonden aan de Stichting AUMC, deden in 2018 gezamenlijk onderzoek naar frameshiftmutaties en bijbehorende peptiden (NOPs) in tumoren, gericht op de ontwikkeling van kankervaccins. [Naam 6] diende in 2018 een octrooi-aanvrage in met zijn naam als enig uitvinder. Kort daarop richtte hij het bedrijf Frame Pharmaceuticals (hierna: Frame) op en werd dit bedrijf houder van het octrooi. Frame is in 2021 overgenomen door CureVac N.V. In een e-mail van 14 januari 2019 verklaarde prof. [naam 8], destijds bestuurder bij het AMC/VUmc, namens het AMC dat geen aanspraak zou worden gemaakt op aandelen of intellectuele eigendom van Frame. Frame diende hierna zes prioriteitsaanvragen (hierna: de Prioriteitsaanvragen) en zeven internationale octrooi-aanvragen (hierna: de Octrooiaanvragen) in. Voorafgaand aan de Octrooiaanvragen hebben gesprekken plaatsgevonden is een Research Services Agreement (hierna: SA) tot stand gekomen tussen de Stichting en Frame. Naar aanleiding van een artikel van het NRC is een onderzoek gestart naar de totstandkoming van de uitvindingen. De conclusie hiervan is dat de uitvindingen het resultaat zijn van de intensieve samenwerking tussen [naam 6] en [naam 7] en dat essentiële onderdelen afkomstig zijn van [naam 7]. Stichting AUMC meent daarom dat [naam 7] als mede-uitvinder moet worden vermeld op de Octrooiaanvragen en is deze procedure gestart.
HvJEU verduidelijkt verhouding tussen kwade trouw en absolute weigeringsgronden bij merkaanvraag na octrooiverval

HvJEU 19 juni 2025, IEF 22772, IEFbe 3928; ECLI:EU:C:2025:455 (CeramTec tegen Coorstek Bioceramics). Deze zaak speelt zich af tussen CeramTec GmbH, een Duitse fabrikant van technische keramische onderdelen voor implantaten, en Coorstek Bioceramics LLC, een Amerikaanse producent van vergelijkbare medische keramiek. CeramTec heeft kort na het vervallen van haar Europees octrooi voor composietmateriaal drie Uniemerken aangevraagd: een roze kleur-, beeld- en driedimensionaal merk in roze voor keramische heup- en kniedelen. CeramTec stelt dat Coorstek inbreuk maakt op deze merken. Volgens Coorstek zijn de merken ongeldig omdat zij onder absolute weigeringsgronden vallen en omdat CeramTec de merkaanvragen te kwader trouw heeft ingediend. De cour d’appel de Paris heeft de merken op die laatste grond nietig verklaard. CeramTec betwist dat kwade trouw hier van toepassing is en stelt dat deze grond niet mag worden gebruikt om het toepassingsbereik van artikel 7 te omzeilen. De Cour de cassation heeft het Hof van Justitie verzocht om uitlegging van de verhouding tussen de gronden van nietigheid wegens kwade trouw en de absolute weigeringsgronden. Centraal staat of kwade trouw mag worden aangenomen wanneer een merk is aangevraagd met het doel een technisch monopolie te verlengen dat eerder onder octrooi viel, en hoe artikel 7 en artikel 52 van de merkenverordening zich tot elkaar verhouden.
Generatieve AI-training is fair use, oordeelt de Amerikaanse rechter

Samenvatting van de redactie van AI-Forum. Voor het eerst heeft een Amerikaanse rechter geoordeeld dat het trainen van een generatief AI-model met auteursrechtelijk beschermd materiaal onder fair use valt. De uitspraak komt in de zaak Bartz v. Anthropic, waarin drie auteurs AI-bedrijf Anthropic aanklagen vanwege het gebruik van hun boeken bij de ontwikkeling van generatief taalmodel Claude. Rechter William Alsup oordeelde dat bepaalde vormen van dit gebruik rechtmatig zijn. Tegelijkertijd is het niet toegestaan om grote hoeveelheden illegale kopieën van beschermde werken te scrapen en te bewaren in een database. In dit artikel bespreken we de feiten van de zaak, de analyse van de rechter en de bredere betekenis van dit vonnis.
Feiten van de zaak
Anthropic heeft de boeken van eisers en vele anderen op twee manieren verkregen: via illegale piratensites (zoals Books3, LibGen en Pirate Library Mirror) en via aankoop van fysieke exemplaren, die vervolgens destructief werden gedigitaliseerd (de pagina’s werden uit de kaft gehaald en ingescand). In totaal verzamelde Anthropic miljoenen boeken in een centrale digitale bibliotheek.
Artikel ingezonden door Dirk Visser.
Artikel: Kritische uitgave oude tekst kan auteursrechtelijk beschermd zijn

Artikel geschreven door Dirk Visser. Kan een kritische uitgave van een werk, die tot doel heeft de tekst van een oud oorspronkelijk werk weer te geven door raadpleging van het manuscript, vergezeld van commentaar en de nodige kritische noten, worden beschermd als een auteursrechtelijk beschermd werk?
Over die vraag heeft het Hof van Justitie te oordelen, nadat A-G Spielmann op 26 juni 2025 in zijn conclusie die vraag bevestigend heeft beantwoord. Een dergelijke kritische uitgave kan een ‘afgeleid werk’ zijn.
“Een afgeleid werk is een werk dat teruggrijpt op een of meer primaire werken of dat zelfs een reeds bestaand werk geheel of gedeeltelijk opneemt en het transformeert of er op zijn beurt een oorspronkelijke schepping van maakt die auteursrechtelijke bescherming geniet. Een dergelijk werk wordt dan als een nieuw werk auteursrechtelijk beschermd, waarbij de redenen voor deze nieuwe autonome bescherming gelegen zijn in de originaliteit of de creativiteit die de auteur van het afgeleide werk in zijn activiteit heeft gebracht. Deze bescherming doet geen afbreuk aan de rechten van de auteur van het oorspronkelijke werk of de oorspronkelijke werken waaraan het afgeleide werk is ontleend” (punt 48).
Conclusie A-G Spielmann: Kritische publicatie van reeds bestaand werk kan auteursrechtelijk beschermd zijn
Conclusie A-G 26 juni 2025, IEF 22768, IEFbe 3927; ECLI:EU:C:2025:488 (Călinescu‑instituut en FNSA tegen TB en VP). Professor Slușanschi heeft een kritische editie gepubliceerd van een oorspronkelijk Latijns werk van prins Cantemir over de geschiedenis van het Ottomaanse hof. Dit werk behoort tot het publiek domein en werd in het Latijn bewerkt. Het Latijnse manuscript van prins Cantemir, waarop de kritische editie van Slușanschi is gebaseerd, werd in 1984 ontdekt aan Harvard University. Naast de kritische publicatie van Slușanschi in het Latijn werd het werk van Cantemir ook in het Roemeens gepubliceerd, in een vertaling van professor Slușanschi. Na het overlijden van professor Slușanschi in 2013 droegen zijn erfgenamen, TB en VP, het gebruiksrecht van zijn transcripties en vertalingen over aan het Călinescu-instituut, dat deze vervolgens ter beschikking stelde aan de FNSA. In 2015 publiceerde de FNSA een tweetalige editie van Cantemirs werk, waarbij de Latijnse tekst was voorzien van kritische noten en waarbij de kritische editie van Slușanschi volledig was overgenomen, inclusief niet-gepubliceerde aanvullingen. TB en VP spanden hiertegen een rechtszaak aan en de rechter stelde een schending van het auteursrecht vast. In hoger beroep werd geoordeeld dat Slușanschi’s kritische editie een "afgeleid werk" is in de zin van de Roemeense auteurswet, aangezien het tot stand kwam door intellectuele inspanning en creatieve keuzes. Het Călinescu-instituut en de FNSA stelden cassatieberoep in. Zij betwisten dat een kritische publicatie als "afgeleid werk" kan worden aangemerkt, stellende dat bij wetenschappelijke teksten in een dode taal geen creatieve keuzes mogelijk zijn en de auteur slechts een technische, nauwkeurige reconstructie nastreeft.
Artikel ingezonden door Dirk Visser.
Trainen van AI is géén ‘fair use’
Artikel van Mr. Online. Het trainen van generatieve AI om te leren schrijven is vaak géén vorm van ‘fair use’ en vormt wél auteursrechtinbreuk, volgens een Amerikaanse rechter. Hij oordeelt daarmee heel anders dan een collega twee dagen eerder. Het oordeel van de rechtbank in Noord-Californië van 25 juni 2025 staat in schril contrast met het oordeel van de rechtbank in Noord-Californië van 23 juni 2025, waarover eerder in de rubriek Snelrecht werd bericht. De nieuwe uitspraak is van een andere rechter van dezelfde rechtbank, die het duidelijk niet eens is met de uitspraak van zijn collega van twee dagen eerder.
De belangrijkste redenen voor dit andere oordeel zijn dat het ‘transformatieve’ karakter van generatieve AI niet doorslaggevend is en dat de concurrentie door ‘schrijvende’ AI zeer ernstige schade kan toebrengen aan de licentiemarkt voor het originele werk waarop de generatieve AI is getraind.
“No matter how transformative LLM training may be, it’s hard to imagine that it can be fair use to use copyrighted books to develop a tool to make billions or trillions of dollars while enabling the creation of a potentially endless stream of competing works that could significantly harm the market for those books.”
Café-exploitant moet alsnog muziekvergoedingen en bijkomende kosten aan BUMA en SENA voldoen
Rb. Noord-Holland 11 juni 2025, IEF 22766, ECLI:NL:RBNHO:2025:6386 (SENA en BUMA tegen gedaagde). In deze zaak heeft een café-exploitant overeenkomsten gesloten met BUMA en SENA voor het openbaar maken van muziek in zijn horecagelegenheid. Op basis van deze overeenkomsten is de exploitant verplicht vergoedingen te betalen aan beide organisaties. Voor deze betalingen was een betalingsregeling getroffen, waarbij maandelijks een bedrag verschuldigd was. De exploitant heeft echter nagelaten om tijdig aan deze betalingsverplichting te voldoen. BUMA en SENA hebben daarop een procedure gestart bij de kantonrechter. Zij vorderen betaling van het resterende bedrag. Door deze wanprestatie is het volledige (restant)bedrag volgens hen opeisbaar geworden. Daarnaast maken zij aanspraak op wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en vergoeding van de proceskosten.
Negatieve online reviews over energiebemiddelaar niet onrechtmatig

Rb. Den Haag 28 mei 2025, IEF 22765, IT 4895; ECLI:NL:RBDHA:2025:9458 (Fluent Energy tegen gedaagde). Fluent Energy bemiddelt bij de totstandkoming van energieleveringscontracten. Zij sluit namens haar klanten energiecontracten af met energieleveranciers, waaronder de energieleverancier Gulf Gas and Power B.V. (hierna: Gulf). Gedaagde sloot in 2023 via bemiddeling van Fluent Energy een energiecontract af met Gulf. Kort daarna zegde hij dit contract op, waarna zowel Gulf als Fluent Energy hem aanspraken op betaling van een opzegvergoeding. Naar aanleiding hiervan heeft gedaagde tussen 2023 en 2024 meerdere reviews geplaatst op Trustpilot over beide bedrijven. In mei 2023 werd hij door Fluent Energy gesommeerd om de online-reviews te verwijderen, waaraan hij gehoor gaf. In oktober 2024 nam gedaagde deel aan een uitzending van Radar waarin de dienstverlening van Fluent Energy aan de orde kwam. In februari 2005 wees de kantonrechter in Den Haag in een aparte procedure de vordering van Gulf tot betaling van de opzegvergoeding af. De rechtbank stelt voorop dat consumenten op grond van de vrijheid van meningsuiting hun ervaringen met bedrijven, positief of negatief, publiek mogen delen, bijvoorbeeld in online reviews. Daarbij is enige overdrijving of stevige bewoording geoorloofd, met name bij kritiek op zakelijk handelen. De uitlatingen van gedaagde op Trustpilot, waaronder termen als ‘oplichters’, ‘boeven’ en ‘WURGCONTRACT’, worden geplaatst binnen de context van zijn negatieve ervaring met Fluent Energy. Gedaagde heeft zijn bezwaren toegelicht: hij is het niet eens met de handelswijze waarbij namens hem een contract van vijf jaar werd afgesloten met een hoge opzegvergoeding. Omdat deze ervaring feitelijk is onderbouwd, acht de rechtbank de uitlatingen niet onrechtmatig.
Artikel ingezonden door Dirk Visser.
Trainen van AI is ‘fair use’
Artikel van Mr. Online. Het trainen van generatieve AI om te leren schrijven is een vorm van ‘fair use’ en vormt geen auteursrechtinbreuk, aldus een Amerikaanse rechter. De belangrijkste redenen voor het oordeel van de rechtbank in Noord-Californië van 23 juni 2025 zijn het extreem ‘transformatieve’ karakter van generatieve AI en het feit dat de concurrentie door ‘schrijvende’ AI niet het soort concurrentie is waar het auteursrecht bescherming tegen biedt. Die concurrentie is vergelijkbaar met die van schoolkinderen die goed hebben leren schrijven.
“The technology at issue was among the most transformative many of us will see in our lifetimes”.
“Authors contend generically that training LLMs will result in an explosion of works competing with their works — such as by creating alternative summaries of factual events, alternative examples of compelling writing about fictional events, and so on. This order assumes that is so […]. But Authors’ complaint is no different than it would be if they complained that training schoolchildren to write well would result in an explosion of competing works. This is not the kind of competitive or creative displacement that concerns the Copyright Act. The Act seeks to advance original works of authorship, not to protect authors against competition”.