[gedaagde] handelde onrechtmatig jegens (oud-)medewerkers van de AP
Rb. Den Haag 6 november 2019, IEF 23028; ECLI:NL:RBDHA:2019:15161 (AP tegen [gedaagde]). [gedaagde] is een zoon van [naam 1], eigenaar van een voormalige camping. [gedaagde] en zijn vader verschillen van mening met overheden over de gedwongen ontruiming en sluiting van de camping. Vanaf januari 2017 publiceert [gedaagde] hierover teksten op het internet. In 2018 heeft de vader van [gedaagde] een klacht ingediend bij de AP over het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum Zeeland-West Brabant (hierna: het RIEC). De klacht luidde dat het RIEC de persoonsgegevens van de vader van [gedaagde] onrechtmatig had verwerkt. Het RIEC is een publieke organisatie die zich richt op de bestrijding van ondermijnende criminaliteit. Na bestudering van de klacht heeft de AP besloten de klacht niet in behandeling te nemen omdat in de visie van de AP onvoldoende aannemelijk was geworden dat het RIEC in strijd handelde met de AVG. [gedaagde] publiceerde hierna meerdere artikelen met daarin beschuldigingen. [gedaagde] noemde meerdere medewerkers van de AP bij naam in zijn publicaties, soms vergezeld van foto’s en verwijzingen naar hun werkverleden. De AP vordert dat [gedaagde] binnen 24 uur de artikelen van zijn website verwijdert en verwijderd houdt. Bij de inhoudelijke beoordeling doet zich een botsing voor tussen twee fundamentele rechten. Enerzijds het recht van de werknemers van de AP op eerbiediging van hun eer en goede naam, en anderzijds het recht van [gedaagde] op vrije meningsuiting.
Uitspraak ingezonden door Dirk Visser en Paul Kreijger, Visser, Schaap & Kreijger.
Geen hogere royaltyvergoeding voor [eiser]
Rb. Amsterdam 22 oktober 2025, IEF 23027; ECLI:NL:RBAMS:2025:7772 ([eiser] tegen Universal). [eiser] is een artiest, Universal een platenmaatschappij. De vorderingen waarop in deze zaak wordt beslist zijn grotendeels gelijk aan die in twee andere zaken waarin op dezelfde dag vonnis wordt gewezen (ECLI:NL:RBAMS:2025:7762 & ECLI:NL:RBAMS:2025:7763). De drie zaken hebben gemeen dat de artiesten stellen dat Universal te lage tarieven hanteert als vergoeding voor digitale exploitatie van muziekopnamen; streams en downloads. Universal baseert die tarieven op oude contracten toen streaming nog niet bestond of nog in de kinderschoenen stond. De artiesten vorderen onder andere dat Universal de royalty’s anders berekent en ten minste 50% van de inkomsten uit digitale exploitatie aan de artiesten betaalt. De in het verleden gemaakte afspraken moeten volgens hen buiten werking worden gesteld of gewijzigd. Ook vorderen de artiesten vergoeding van de schade die zij hebben geleden doordat Universal in het verleden te lage royalty’s heeft berekend. Universal is het met de vorderingen van de artiesten niet eens en stelt zich onder andere op het standpunt dat zij de overeengekomen tarieven juist heeft toegepast en dat de tarieven die zij hanteert voor digitale exploitatie gangbaar en marktconform zijn. Zie ook [IEF 23026].
Disney krijgt gedeeltelijke inzage in gegevens Buma/Stemra
Hof Amsterdam 14 oktober 2025, IEF 23029; ECLI:NL:GHAMS:2025:2723 (Disney tegen Buma/Stemra). Disney verzoekt op grond van art. 843a (oud) Rv inzage in de licentieovereenkomsten die Buma/Stemra met andere ‘subscription video on demand’ (SVOD) aanbieders heeft gesloten en in andere gegevens over de tarieven die Buma/Stemra met andere SVOD-aanbieders overeengekomen is. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen [IEF 22029]. Disney is in hoger beroep gegaan. Buma/Stemra, Apple en Netflix hebben daarna een verweerschrift ingediend. Disney legt aan haar verzoek ten grondslag dat zij diverse indicaties heeft dat Buma/Stemra in strijd handelen met art. 2l Wet Toezicht Collectieve Beheersorganisaties (WTCBO) en (aldus) onrechtmatig handelen tegen Disney door (1) de in artikel 2l WTCBO vervatte transparantieverplichtingen te schenden en (2) in strijd met art. 2l WTCBO de tarieven voor SVOD-aanbieders op arbitraire en discriminatoire wijze vast te stellen.
Geen onrechtmatig handelen tegenover het Robertshuis ondanks geheime audio-opnames
Rb. Limburg 8 oktober 2025, IEF 23020; ECLI:NL:RBLIM:2025:9928 (Stichting het Robertshuis tegen [gedaagden]). Het Robertshuis is een zorgcentrum en biedt dagbehandeling voor onder meer kinderen met een autismestoornis. [minderjarige] is de zoon van [gedaagden] en gaat voor dagbehandelingen naar het Robertshuis. In augustus 2022, tijdens een van de dagbehandelingen, heeft [gedaagde 1] audio-opnames laten maken vanuit de rugzak van [minderjarige]. Er is later in Dagblad de Limburger een artikel over het Robertshuis gepubliceerd. De rechtbank beoordeelt of [gedaagde 1] onrechtmatig heeft gehandeld door informatie te delen met een journalist van Dagblad de Limburger, wat heeft geleid tot een artikel met (vermeende) onware, grievende en lasterlijke uitlatingen over het Robertshuis, waardoor haar eer en goede naam zouden zijn aangetast. [gedaagde 1] stelt dat hij hiermee mogelijke misstanden aan de kaak wilde stellen. De kinderen die bij het Robertshuis worden opgevangen zijn volledig afhankelijk van de zorg die ze daar krijgen, achter gesloten deuren. De kinderen zijn vaak dermate hulpbehoevend dat zij zelf niet kunnen vertellen wat er achter die gesloten deuren gebeurt. Daartegenover staat het recht op eerbieding van de eer en goede naam van het Robertshuis.
Artikel ingezonden door Dirk Visser en Paul Kreijger, Visser Schaap & Kreijger.
Universal hoeft drie artiesten geen hogere royalty's te betalen
De rechtbank Amsterdam oordeelt dat platenmaatschappij Universal drie artiesten geen hogere vergoeding hoeft te betalen voor streams en downloads. Het is niet vast komen te staan dat Universal de platencontracten verkeerd heeft toegepast en te lage royalty’s heeft betaald. De rechtbank beperkt zich in het oordeel tot de individuele zaken en de contracten die daarin voorkomen en doet geen principe-uitspraak over hoe platenmaatschappijen in het algemeen (moeten) omgaan met de vergoeding voor artiesten van inkomsten uit streaming.
De drie artiesten, gesteund door De Kunstenbond en BAM! Popauteurs, startten ieder een rechtszaak tegen platenmaatschappij Universal over de vergoeding (royalty’s) voor digitale exploitatie van hun muziekopnamen: streams en downloads. De artiesten vinden dat Universal daarvoor te lage tarieven hanteert. Universal baseert die tarieven op oude contracten toen streaming nog niet bestond of nog in de kinderschoenen stond. De artiesten willen dat Universal de royalty’s anders berekent en ten minste 50% van de inkomsten uit digitale exploitatie aan de artiesten betaalt. De in het verleden gemaakte afspraken moeten volgens hen ongeldig worden verklaard of worden gewijzigd. Ook eisen de artiesten vergoeding van de schade die zij hebben geleden doordat Universal in het verleden te lage royalty’s heeft berekend. Universal is het hier niet mee eens en stelt dat zij de overeengekomen tarieven juist heeft toegepast en dat de tarieven die zij hanteert voor digitale exploitatie gangbaar en marktconform zijn.
Uitspraak ingezonden door Willem Timmers, Burst Legal.
Voorzieningenrechter wijst vorderingen [eisende partij] tegen RUGO BAGS GMBH af wegens gebrek aan spoedeisend belang
Rb. Midden-Nederland 21 oktober 2025, IEF 23025; ECLI:NL:RBMNE:2025:5464 ([eisende partij] tegen Rugo). De voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland wijst in het kort geding de vorderingen van [eisende partij] B.V. tegen RUGO BAGS GMBH af. Beide partijen verkopen FIBC’s/“Big Bags”, pallets, (afval)zakken en accessoires; [eisende partij] voert in Nederland de handelsnaam BIGBAGSTORE.NL, Rugo (gevestigd in Duitsland) voert BIGBAGSTORE.EU en is ook actief in Nederland. [eisende partij] vordert een verbod wegens handelsnaaminbreuk (art. 5 Hnw). De rechtbank acht zich bevoegd op grond van art. 7 lid 2 Brussel I-bis, omdat de (gestelde) onrechtmatige daad zich in Nederland kan voordoen: de website van Rugo is in Nederland toegankelijk en kan in het Nederlands worden weergegeven. Het procesverloop omvat onder meer de dagvaarding met producties 1–17, de conclusie van antwoord met producties 1–13 en een mondelinge behandeling op 7 oktober 2025 (met spreekaantekeningen van beide partijen).
Geen aanhouding of schorsing in zaak over 123led-domeinnamen
Rb. Den Haag 17 september 2025, IEF 23023; ECLI:NL:RBDHA:2025:17134 (Digital Revolution c.s. en Ledstores c.s.). Digital Revolution en 123led (samen: Digital Revolution c.s.) zijn een procedure gestart tegen Ledstores en haar bestuurder, wegens het registreren en gebruiken van 18 domeinnamen met daarin de elementen “123led” of “led123". Ledstores c.s. heeft op 14 mei 2025 een nietigheidsprocedure bij het EUIPO ingesteld tegen het 123led-Uniemerk. In de hoofdzaak vordert Digital Revolution onder meer overdracht van de domeinnamen, een wereldwijd verbod op gebruik van verwarringwekkend gelijkende tekens en schadevergoeding. Ledstores c.s. vordert in het incident dat de rechter zich (gedeeltelijk) onbevoegd verklaart over de vordering tot het opleggen van een wereldwijd verbod; de (hoofd)zaak schorst of aanhoudt totdat het EUIPO op de nietigheidsactie heeft beslist met veroordeling van Digital Revolution c.s. in de proceskosten.
Gemeente Barneveld handelde niet onrechtmatig door openbaarmaken van memo
Rb. Gelderland 8 oktober 2025, IEF 23022; ECLI:NL:RBGEL:2025:8292 ([eiser] tegen Gemeente Barneveld). Deze zaak betreft de vraag of Gemeente Barneveld onrechtmatig heeft gehandeld tegenover [eiser] naar aanleiding van een telefoongesprek. Dit gesprek vond in november 2019 plaats tussen [eiser] en de heer [naam 1]. [eiser] was voorzitter van het Actiecomité [actiecomité]; [naam 1] was projectleider ‘windmolens’. Zij bespraken dat het actiecomité in afwachting was van antwoorden van Gemeente Barneveld. Tijdens het gesprek heeft [eiser] gezegd dat de druk van de achterban op het bestuur van het actiecomité groter zou worden en dat de achterban dan zou eisen “het niet bij woorden te laten”. De ambtenaar ervoer dit als bedreigend. Het college besloot vervolgens het overleg met het actiecomité op te schorten en informeerde de gemeenteraad daarover via een memo, dat werd gepubliceerd. Kort daarop verscheen een artikel in de Barneveldse Krant, waarin [eiser] met naam werd genoemd. [eiser] vordert een verklaring voor recht dat Gemeente Barneveld onrechtmatig tegen hem heeft gehandeld en vergoeding van de schade die hij heeft geleden.
Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Jacintha van Dorp, Van Kaam.
AVROTROS krijgt gedeeltelijke inzage in stukken
Rb. Midden-Nederland 1 oktober 2025, IEF 23019; ECLI:NL:RBMNE:2025:5259 ([eiser sub 2] c.s. tegen AVROTROS). AVROTROS heeft in een uitzending van het programma ‘Opgelicht?!’ aandacht besteed aan [eiser sub 2] c.s. Het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft in een arrest van 23 mei 2023 [IEF 21446] geoordeeld dat deze uitzending onrechtmatig is tegenover [eiser sub 2] c.s., en dat AVROTROS aansprakelijk is voor de schade die is geleden. Het hof beschikte nog over onvoldoende gegevens om de schade te bepalen en heeft daarom geoordeeld dat de schade in een afzonderlijke procedure moet worden begroot. [eiser sub 2] c.s. heeft deze procedure (schadestaat) nu aanhangig bij deze rechtbank.