IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 18245

Uitspraak ingezonden door Bas Evers, Groot & Evers.

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU: Doet verhuurder van auto met radio-ontvanger een mededeling?

HvJ EU 30 nov 2018, IEF 18245; (Stim et SAMI), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-aan-hvj-eu-doet-verhuurder-van-auto-met-radio-ontvanger-een-mededeling

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 15 november 2018, IEF 18245; IEFbe 2822; IT 2714; C-753/18 (Stim et SAMI) Via MinBuza: T 5909-17 – Fleetmanager Sweden AB verhuurt auto’s aan bedrijven als Sixt die ze vervolgens voor de kortetermijnverhuur gebruiken. Deze auto’s zijn uitgerust met een radio. Auteursrechtenvereniging Stim heeft een vordering ingesteld van 369.450,- SEK tegen Fleetmanager omdat door de kortetermijnverhuur andere exploitanten zonder toestemming van Stim muziek ter beschikking van het publiek (kunnen) stellen door de radio in de auto. Stim betoogde dat het ter beschikking stellen een inbreuk vormde op de rechten van auteurs of hun rechtsopvolgers overeenkomstig §2, leden 1 en 3, van de Wet op het auteursrecht. Fleetmanager betoogt o.a. dat een huurder van een huurauto niet kan worden gezien als “algemeen publiek”.

T 891-18 – Nordisk Biluthyrning AB verhuurt voertuigen, o.a. voor de korte termijn. De voertuigen zijn standaard met een radio uitgerust. 
SAMI is een auteursrechtenorganisatie. De twee partijen hadden een overeenkomst tussen 2011 en 2014. Nordisk Biluthyring beargumenteerde dat de rechter voor recht moet verklaren dat Nodrisk Biluthyring in 2015 en 2016 geen vergoeding moet betalen aan SAMI omdat o.a. de radio in een auto een integrerend deel van de uitrusting van die auto vormt en daarom geen bewuste handeling uit kan voeren, maar alleen de fysieke faciliteiten voor mededeling beschikbaar kan stellen. De rechter heeft geoordeeld dat de Wet op het auteursrecht richtlijnconform moet worden uitgelegd en dat dit overeenkomt met een “mededeling aan het publiek”. Verder verklaarde de rechter dat Nordisk Biluthyrning, door radio-ontvangers in huurauto’s beschikbaar te stellen, het voor de huurders mogelijk maakte fonogrammen te beluisteren, en dat er dus sprake was van een “mededeling”. 

IEF 18259

Artikel ingezonden door Theo-Willem van Leeuwen van merkenbureau Abcor.

Disney beschuldigd van kolonialisme

In principe kan ieder woord een merk zijn. Zolang het maar niet de kernmerken van een product beschrijft. Soms weigeren de merkautoriteiten een merk in te schrijven dat in strijd is met de openbare orde of goede zeden. Het feit dat sommige merkaanvragen bestaan uit woorden/ zinnen of afbeeldingen die tot het cultureel erfgoed behoren, is voor de Benelux merkautoriteiten geen reden de aanvraag te weigeren. Voor sommige bedrijven een aantrekkelijke keuze. Zo’n naam genereert namelijk de nodige media aandacht. Andere bedrijven worden echter opeens online overrompeld door een lading kritiek omdat niemand heeft stil gestaan bij gevoeligheden van zo’n merk.
Lees hier meer.

IEF 18256

Gedaagde mag geen foto's van het ANP gebruiken zonder vergoeding te betalen

Rechtbanken 31 okt 2018, IEF 18256; ECLI:NL:RBMNE:2018:6655 (ANP tegen X), https://ie-forum.nl/artikelen/gedaagde-mag-geen-foto-s-van-het-anp-gebruiken-zonder-vergoeding-te-betalen

Rechtbank Midden-Nederland 31 oktober 2018, IEF 18256, ECLI:NL:RBMNE:2018:6655 (ANP tegen X). Auteursrecht. Eerste aanleg. Bodemzaak. Gedaagde heeft uitsneden van foto’s uit de beeldbank die het ANP exploiteert zonder toestemming en zonder vermelding van het ANP op zijn website geplaatst. Gedaagde is er van op de hoogte gesteld dat zijn handelen een inbreuk op de auteursrechten van het ANP vormt en is in de gelegenheid gesteld om een licentie te kopen. Hierop heeft gedaagde de foto’s verwijderd maar niet betaald. Het ANP vordert schadevergoeding van gedaagde voor de schade die zij heeft geleden door het gebruik van de foto’s. De rechtbank stelt eerst vast dat de foto’s een werk zijn in de zin van de Aw, en dat het ANP de rechten op deze foto’s toekomt. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat het verweer van gedaagde dat hem geen verwijt treft omdat dergelijk gebruik van het werk veelvuldig voor kwam niet op gaat nu gedaagde zelf onderzoek had kunnen en moeten doen naar de herkomst van de foto. De foto’s zijn opgenomen in een beeldbank en voor het gebruik daarvan moet gewoonlijk een licentievergoeding worden betaald. Dit alles overwegend stelt de rechtbank vast dat er sprake is van een inbreuk en dat er dus een schadevergoeding moet worden betaald. Deze schadevergoeding moet worden vastgesteld op de wijze die het meest in overeenstemming is met de aard van de geleden schade. Dat is volgens de rechtbank in dit geval de gederfde licentievergoeding.

IEF 18253

In de aanbieding: Chiever Oranjeborrel

Zoals slechts een enkeling zich nog zal herinneren is het al weer 20 jaar geleden dat Chiever (in de beginjaren onder de Shield Mark-vlag) de eerste Oranjeborrel tijdens de INTA organiseerde. Na 20 jaar vinden wij het een mooi moment om dit stokje over te dragen. We zijn op zoek naar een 100% Nederlands/oranje merkenbureau of advocatenkantoor dat de organisatie van de Oranjeborrel vanaf dit jaar op zich wil nemen. Qua inspanning en tijd stelt het niet al te veel voor, vooral omdat het concept eenvoudig is: een leuk café dat bier, wijn en een borrelhap in voorraad heeft en waar plaats is voor ruim 100 man/vrouw. En ook voor de kosten hoeft u het niet te laten: die zullen u erg meevallen.

IEF 18238

Octrooi RCT blijft voor de rechter in stand

Rechtbanken 23 jan 2019, IEF 18238; ECLI:NL:RBDHA:2019:563 (Accord tegen RCT), https://ie-forum.nl/artikelen/octrooi-rct-blijft-voor-de-rechter-in-stand

Rechtbank Den Haag 23 januari 2019, IEF 18238, LS&R 1694, ECLI:NL:RBDHA:2019:563 (Accord tegen RCT). Octrooirecht. Bodemzaak. Eerste aanleg. Accord is een producent van generieke geneesmiddelen. RCT is een technologisch investerings- en managementbedrijf dat o.a. onderzoeken van universiteiten ondersteunt, en in dat verband ook (geoctroieerde) uitvindingen exploiteert. RCT is in dit verband houder van een octrooi dat betrekking heeft op "Enantiomere anticonvulsie-aminozuurderivaten”. In december 1995 heeft Daeock Choi (hierna: Choi) zijn proefschrift ter verkrijging van een PhD-graad aan de UoH verdedigd. In geschil is de vraag of dit proefschrift tot de stand van de techniek behoorde. RCT erkend het bestaan van Choi, maar stelt dat dit niet openbaar toegankelijk was, nu het document enkel toegankelijk was voor personen die een uitdrukkelijke of stilzwijgende geheimhoudingsplicht hadden. De rechtbank gaat mee in dit argument, en rekent Choi niet tot de stand van de techniek. Het octrooi is dus nieuw. Hierna komt de vraag aan bod of de door RCT ingeroepen prioriteit geldig is. De rechtbank oordeelt dat de ingeroepen prioriteit geldig is, omdat Accord haar stellingen onvoldoende heeft onderbouwd. Tot slot betwist Accord de inventiviteit van het octrooi. Accord stelt dat de masterscriptie van Le Gall een springplank naar dit octrooi is, en dat dit octrooi dus voor de hand lag. Gelet op alle omstandigheden die in deze zaak een rol spelen gaat de rechtbank hier echter niet in mee. Dit betreft zowel indicatoren die impliceren dat het octrooi inventiviteit ontbeert, als indicatoren die impliceren dat het octrooi juist wel inventief is. De rechtbank komt dus tot de conclusie dat er geen grond is het octrooi te vernietigen. De vordering van Accord wordt dus afgewezen.

IEF 18254

Joint statement over directive copyright in de Digital Single Market

Statement of the Netherlands, Luxembourg, Poland, Italy and Finland to point 39 of the CRP I agenda of 20 February 2019 regarding the DIRECTIVE (...) copyright in the Digital Single Market, 20 februari 2019. The end-result on copyright is a step back for the digital single market. It fails to strike a balance between protecting right holders and the interests of individual citizens. This is why the Netherlands, Luxembourg, Poland, Italy and Finland don’t support the final package. En de opwinding op Twitter #article13.

IEF 18241

Disco 54 is geen soortnaam

Belgische gerechten 24 dec 2018, IEF 18241; 2018/AR/336 (Star Group tegen Cargo), https://ie-forum.nl/artikelen/disco-54-is-geen-soortnaam

Hof van Beroep Antwerpen, 24 december 2018, IEF 18241, IEFbe 2819; 2018/AR/336 (Star Group tegen Cargo). Merkenrecht. Hoger beroep. Bij overeenkomst worden aan Star Group drie woordmerken overgedragen, te weten "Studio 54", "Disco 54" en "54". Deze merken gebruikt Star Group voor het organiseren van feesten in Antwerpen. Echter heeft Star Group moeten constateren dat Cargo ook gebruik maakt van deze merken bij het organiseren van haar feesten. Star Group vordert derhalve dat Cargo gebruik van het merk moet staken. Cargo stelt op haar beurt dat de merken te zeer gebruikelijk zijn voor het organiseren van disco feesten, en dat het merk dus nietig is. Het hof oordeelt echter dat er wel degelijk sprake is van onderscheidend vermogen, nu het relevante publiek bekend is met de betekenis, maar Studio 54 zeker niet tot synoniem voor (bepaalde) feesten is verworden. Er kan dus ook geen sprake zijn van verval van inschrijving van het merkrecht nu daarvoor vereist is dat er sprake is van verwatering, en dat deze verwatering door toedoen van de merkhouder tot stand is gekomen. Tot slot stelt Cargo nog dat dat de vordering van Star Group niet ontvankelijk zou moeten worden verklaard bij gebrek aan rechtmatig belang. Dit omdat Star group gebruik van het merk enkel zou willen verbieden omdat de feesten van Cargo voor homo’s en dragqeens worden georganiseerd. Dit is echter nergens uit gebleken, en dus kan het hof niet anders dan het hoger beroep ongegrond verklaren.

IEF 18251

Uitspraak ingezonden door Boukje van der Maazen, Daan de Lange en Jan Pot van Brinkhof.

Beschermingsomvang EP 455 te beperkt voor Roche om tegen Mundipharma op te kunnen treden

Rechtbanken 20 feb 2019, IEF 18251; C/09/565454/ KG ZA 18-1345 (Roche c.s. tegen Mundipharma ), https://ie-forum.nl/artikelen/beschermingsomvang-ep-455-te-beperkt-voor-roche-om-tegen-mundipharma-op-te-kunnen-treden

Rechtbank Den Haag 20 februari 2019, IEF 18251, LS&R 1691, C/09/565454/ KG ZA 18-1345 (Roche c.s. tegen Mundipharma). Octrooirecht. Kort geding. Hoffman-La Roche en Genentech (hierna: Roche) zijn beide onderdeel van de Roche-groep. Genentech heeft een geneesmiddel ontwikkeld voor de behandeling van borstkanker (genaamd Herceptin), en houdt het octrooi van dit geneesmiddel (EP 455). Roche is exclusieve licentienemer van dit octrooi. Mundipharma verhandelt in Nederland Herzuma, een medicijn dat vermeend inbreuk maakt op EP 455. Roche vordert in kort geding een inbreukverbod in Nederland. De rechtbank stelt allereerst vast dat de geneesmiddelen biosimilar zijn. Deze zijn dus vergelijkbaar, maar niet noodzakelijk volledig identiek. Mundipharma betwist dat er bij haar medicijn Herzuma sprake is van minder dan 25% zure varianten van tratazumab, zoals conclusie 1 van EP 455 vereist. De rechtbank stelt dat bij vaststelling van de beschermingsomvang niet uitgegaan dient te worden van de letterlijke bewoording, maar van de gedachte achter het octrooi. Alle omstandigheden afwegend komt de rechtbank tot de conclusie dat het octrooi hier ziet op medicijnen die daadwerkelijk minder dan 25% zure varianten van tratazumab bevatten, en dus niet ziet op bescherming tegen medicijnen als Herzuma. De vordering van Roche wordt dus afgewezen.

IEF 18239

RSR maakt slechts gedeeltelijk inbreuk op merkrechten Plein

Rechtbanken 19 dec 2019, IEF 18239; ECLI:NL:RBDHA:2018:15133 ((Plein tegen RSR)), https://ie-forum.nl/artikelen/rsr-maakt-slechts-gedeeltelijk-inbreuk-op-merkrechten-plein

Rechtbank Den Haag, 19 december 2018, IEF 18239; ECLI:NL:RBDHA:2018:15133 (Plein tegen RSR). Merkenrecht. Bodemzaak. Eerste aanleg. Plein is een mode-ontwerper en tevens merkhouder van verschillende merken die hij aanbrengt op zijn kleding. RSR exploiteert een kledingwinkel in Rotterdam, en maakt vermeend inbreuk op het merkrecht van Plein, door namaak kleding te verkopen. RSR beweert echter dat er sprake zou zijn van uitputting. De rechtbank overweegt dat het aan RSR is om het bewijs hiertoe te leveren, nu er geen risico is van afscherming van nationale markten. De rechtbank komt op grond van het door RSR aangeleverde bewijs tot de conclusie dat voor 30 van de 35 in beslag genomen producten vast is komen te staan dat deze met toestemming in de EER in het verkeer zijn gebracht. De rechtbank beslist dat deze 5 artikelen inderdaad niet meer verhandeld mogen worden, en dat deze dienen te worden overgedragen ter vernietiging. De vordering tot winstafdracht wordt afgewezen nu de merkinbreuk niet te kwader trouw lijkt te hebben plaatsgevonden. Beide partijen moeten hun eigen proceskosten dragen nu beiden gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld. Wel dient Plein RSR tegemoet te komen in de gederfde winst, maar minder dan gevorderd. Nu de vordering tot reputatieschade door RSR niet nader is onderbouwd wordt deze vordering afgewezen.

IEF 18246

Uitspraak ingezonden door Sjoerd van de Wouw van foodwatch Nederland.

Friesland Campina misleidt met vanillevla zonder vanille

14 feb 2019, IEF 18246; 2018/00701 (Foodwatch tegen FrieslandCampina), https://ie-forum.nl/artikelen/friesland-campina-misleidt-met-vanillevla-zonder-vanille

RCC 14 februari 2019, IEF 18246, Rb 3278, dossiernr. 2018/00701 (Foodwatch tegen FrieslandCampina). Optimel vanillevla van Friesland Campina is misleidend en daarmee in strijd met de wet. De vanillevla bevat in het geheel geen vanille terwijl vanwege de naam en andere uitingen op de verpakking de consument dit wel zou mogen verwachten. Dit oordeelt de Reclame Code Commissie in een klachtenprocedure die door foodwatch was gestart na een reportage van AVROTROS Radar. foodwatch is blij met de uitspraak omdat het een belangrijke uitspraak is die voor veel meer producten consequenties kan hebben: “Je ziet dat in toenemende mate echte natuurlijke ingrediënten worden vervangen door goedkopere kunstmatige aroma’s. Denk aan gembersiroop zonder gember of frambozensnoepjes zonder framboos. De uitspraak bevestigt nu dat dit onwettig is als dit niet duidelijk is voor de consument”. Dat is een vooruitgang met vroegere interpretatie van de wet, de zogenaamde ‘labeling doctrine’: een producent mocht op de verpakking van alles suggereren wat niet klopte, zo lang de ingrediëntenlijst maar correct was. In de nieuwe uitspraak wordt meer de lijn gevolgd dat liegen op de voorkant van de verpakking gewoon liegen is, ongeacht of de kleine lettertjes van de ingrediëntenlijst op de achterkant van de verpakking juist zijn. Deze lijn komt voort uit een Duitse rechtszaak (Teekanne). De Reclame Code Commissie volgt nu deze uitspraak.