IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22696
13 mei 2025
Uitspraak

Stokke moet proceskosten betalen na intrekking kort geding over vermeende auteursrechtinbreuk op Tripp Trapp-stoel

 
IEF 22693
13 mei 2025
Uitspraak

Merkinbreuk door gebruik van "ICE" voor cryptovaluta door Ice Labs

 
IEF 2171

Nadere afstemming noodzakelijk

Kamervragen met antwoord, nr. 1569, 2e Kamer. Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (Europese Zaken) over de Europese verplichting om strafrechtelijke sancties te harmoniseren om misbruik van intellectueel eigendom te bestrijden. (Ingezonden 1 mei 2006); Mededeling

“ Mededeling van staatssecretaris Nicolaï (Buitenlandse Zaken), mede namens de minister van Justitie en de staatssecretaris van Economische Zaken. (Ontvangen 31 mei 2006). Naar aanleiding van de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel, wil ik u meedelen, mede namens de minister van Justitie en de staatssecretaris van Economische Zaken, dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De reden hiervoor is dat nadere interdepartementale afstemming noodzakelijk is.”

IEF 2170

Het dagelijks bestaan (2)

K.J. Koelman, noot bij Rechtbank Amsterdam,  9 maart 2006 (Curry/Weekend), AMI 2006, p. 92-93.

“Vervolgens neemt de voorzieningenrechter m.i. te gemakkelijk aan dat Weekend aan de CC-licentie is gebonden. ‘Door plaatsing (van de foto’s) op de website’ zou de licentie van toepassing zijn. Maar voor totstandkoming van een overeenkomst is nog altijd aanbod en aanvaarding nodig. In de CC-licentie wordt gezegd dat men zich akkoord verklaart ‘door het uitoefenen van de in deze licentie verleende rechten met betrekking tot het werk’.

Uiteraard kan zo’n beding geen werking hebben, voordat de overeenkomst is aanvaard. Maar wellicht kan op basis van het gemene recht inderdaad worden betoogd dat degene die de licentie heeft gezien zijn wil om haar te aanvaarden uitdrukt door het werk vervolgens te gebruiken.”

Lees de volledige noot hier. Vonnis en eerder bericht hier.

IEF 2169

Strijd met het merkenrecht

Molblog bericht “De Postbankpas was volgens Marketeer of the Year  Hagenaars een groot succes (…) Nu zijn er 300.000 aanvragen verwerkt, 12 procent van deze aanvragen wordt echter afgekeurd. Veel vieze plaatjes en racistische teksten naar het schijnt, maar ook veel verzoeken om een logo te plaatsen, en dat is in strijd met het merkenrecht (…) ruim eenderde van de afgekeurde verzoeken betreft het Heineken-logo.”

Lees hier meer.

IEF 2168

Klokhuis

Zibb.nl bericht dat Nederlandse  winkels die de aanduiding Apple Centre gebruiken door de Apple zijn gesommeerd die naam voor de zomer van de gevel te halen en te vervangen door de term Premium Reseller. Apple heeft geen reden gegegeven voor de maatregel, maar vermoed wordt dat de fabrikant na het succes van de eigen Apple Stores in andere landen de aanduiding ook in Nederland zelf wil gaan gebruiken.

Lees hier iets meer.

IEF 2167

Advocaat van Orange (2)

Rechtbank Haarlem,  7 juni 2006, LJN: AX7108 (Met  dank aan zowel Alexandra van Beelen, DLA SchutGrosheide, als Wouter Pors, Bird & Bird.) 

Het omgekeerde van een schaars goed: een telecomreclamevonnis.

Orange voert op haar website en via haar televisiecommercials een reclamecampagne rondom de slogan “Bij Orange betaal je altijd per seconde, dus als je vijf seconden belt, betaal je ook vijf seconden”. KPN heeft gesommeerd het gebruik van de slogan in al haar reclame-uitingen met onmiddellijke ingang te staken.

KPN stelt dat Orange met de slogan ten onrechte pretendeert dat haar klanten uitsluitend voor het aantal gebelde seconden betalen. In werkelijkheid wordt daar bovenop immers voor ieder uitgaand gesprek een starttarief in rekening gebracht. KPN stelt dat aldus sprake is van misleidende reclame. Orange betwist dat.

Vast staat dat Orange bovenop de kosten voor het aantal gebelde seconden of minuten altijd een starttarief in rekening brengt. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter wordt dit feit in de televisie-commercials van Orange onvoldoende duidelijk kenbaar gemaakt en wordt door de slogan de suggestie gewekt dat de consument uitsluitend betaalt voor het aantal gebelde seconden.

In het laatste beeld van de commercial is weliswaar te lezen “Kijk voor de voorwaarden op www.orange.nl”, maar die toevoeging is te summier om de hiervoor genoemde suggestie te relativeren. De voorzieningenrechter acht de gewraakte reclame-uiting in de televisiecommercials van Orange daarom misleidend.

Dat geldt niet voor de reclame-uiting op de website. Daar is per 23 mei 2006 aan de slogan de zin toegevoegd “plus per gesprek het Orange starttarief voor het tot standbrengen van de verbinding.” Deze zin is - in een duidelijk leesbaar lettertype - tegelijk met de slogan te lezen. Daardoor wordt hier de suggestie dat uitsluitend voor de gebelde seconden moet worden betaald voldoende gerelativeerd. De reclame-uiting op de website is daarom niet (meer) misleidend te achten.

Orange stelt zich op het standpunt dat KPN door de gewraakte reclame-uitingen niet wordt benadeeld, omdat haar naam daarin niet wordt genoemd. Dit argument gaat echter niet op. Voldoende aannemelijk is geworden dat consumenten naar aanleiding van de door Orange gedane uitingen en de suggestie die daarvan uitgaat, de keuze zullen maken om van een andere aanbieder van telecomdiensten over te stappen naar Orange. Hierdoor zullen die andere aanbieders in het algemeen en KPN, als één van de grootste aanbieders, in het bijzonder, schade lijden in de vorm van omzetverlies.

Het belang van KPN bij de ingestelde vorderingen is dan ook voldoende aannemelijk geworden. Orange moet rectificeren, maar hoeft niet te vermelden dat de slogan onrechtmatig is jegens KPN, aangezien het niet zo kan zijn dat in de rectificatie reclame wordt gemaakt voor KPN.

Lees het vonnis hier (pdf) of hier(rechtspraak.nl). Eerder bericht hier.

IEF 2166

Door uw handelen

Talpa blijft de IE-gemoederen bezighouden. Wanneer je je ergert aan de onlogische volgorde waarin Talpa Eredivisiewedstrijden uitzendt, biedt Talpalarm uitkomst. Talpalarm stuurt je namelijk een sms op het moment dat de samenvatting van ‘jouw’ club wordt aangekondigd. Goed idee, zo lijkt het. Echter, een verkeerd gekozen naam volgens Talpa.

In een brief aan de ondernemers achter Talpalarm stelt Talpa: “Door uw handelen heeft Talpa schade geleden en lijdt zij dat nog steeds. Talpa is echter in deze bereid om af te zien van het vorderen van schadevergoeding.” Elke link met de naam Talpa moet worden verbroken. Bovendien eist Talpa dat de domeinnaam talpalarm.nl wordt overgedragen aan Talpa.

Lees hier iets meer.

 

IEF 2165

Mede-octrooihouder

Kamerstuk 27428, nr. 75, 2e Kamer. Beleidsnota Biotechnologie; Verslag algemeen overleg op 19 april 2006 over onder meer vereenvoudiging van de wet- en regelgeving Biotechnologie.

“De heer Ormel (CDA).Wat gebeurt er met de octrooirechten als er vooruitgang wordt geboekt in de ontwikkeling van een dergelijke (phytophtora-resistente) aardappel?

De minister merkt op dat voor de bestrijding van phytophtora bij aardappelen thans een van de meest kostbare en milieubelastende methoden wordt gebruikt. Daarom concentreert het ministerie van LNV zich in het ggo-onderzoek op resistentie tegen deze aardappelziekte. Het octrooirecht berust bij degenen die het onderzoek financieren. Voor het belangrijkste deel is dat het Rijk. Voor zover anderen aan dit onderzoek meedoen, zoals AVEBE of pootaardappelproefbedrijven, worden zij naar de mate van hun inbreng mede-octrooihouder.”

IEF 2164

Onder het beleggingsobjectenregime

Kamerstuk 29708, nr. 43, Twwede Kamer. Ontwerp Besluit houdende bepalingen met met betrekking tot enkele definities uit artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (bijlage bij 29708, nr. 43)

“In artikel 2 worden beleggingsobjecten aangewezen in de zin van de wet. (…) Met de uitbreiding in artikel 2 worden beleggingsproducten als intellectuele eigendomsrechten bij speelfilms (auteursrechten) onder het beleggingsobjectenregime gebracht.”

IEF 2163

Expiratiedatum

Dat u het even duidelijk is: de 'expiratiedatum' van de Commissie Auteursrecht is 26 juli 2006. (Kamerstuk 28101, nr. 4, Tweede Kamer. Inventarisatie van de permanente, tijdelijke en eenmalige Kaderwet adviescolleges en inventarisatie vaste colleges van advies over uitvoering in zaken van bestuur van het Rijk).

IEF 2162

Vrijelijk hergebruik

Kamerstuk 30571, nr. 1 t/m 5, 2e Kamer. Mediawet. Vaststelling van nieuwe regels over de organisatie en uitvoering van de publieke mediaopdracht. Koninklijke boodschap, Voorstel van wet, Memorie van toelichting en Advies Raad van State en nader rapport.

Uit de MvT: “In het gewijzigd voorstel van wet wordt in artikel 15b, tweede lid, van de Auteurswet voorgesteld dat door of vanwege de openbare macht openbaar gemaakte programmagegevens van de publieke omroep, vrijelijk mogen worden hergebruikt. Onder programmagegevens worden verstaan: namen/titels van de uit te zenden programmaonderdelen en de uitzendtijdstippen, het zogenaamde spoorboekje, alsmede de beschikbare afleveringstitels , toelichtingen et cetera. Het is aannemelijk dat op deze ruime definitie van programmagegevens (verdergaand dan het spoorboekje) behalve geschriftenbescherming ook, in internationale verdragen en Europese richtlijnen verankerd, auteursrecht rust.

Gelet op de op Nederland rustende internationale auteursrechtelijke verplichtingen, in het bijzonder op artikel 5 van de Richtlijn 2001/29/EG inzake auteursrecht en naburige rechten in de informatiemaatschappij - waar limitatief is aangegeven welke beperkingen op het auteursrecht mogen worden gemaakt -, is het niet toegestaan de publieke omroep in te perken op het op de ruime definitie van programmagegevens rustende auteursrecht, als voorzien in artikel 15b, tweede lid, Auteurswet. Daarmee zou men in strijd komen met het internationaal auteursrecht.

Verder regelt het gewijzigde voorstel van wet de verplichting dat alle gegevens gratis worden verstrekt aan iedereen die daarom verzoekt. Het kabinet ondersteunt het vrijkomen van programmagegevens in de vorm van het spoorboekje en tegen een marktconforme vergoeding, maar het thans voorliggende initiatiefvoorstel acht het kabinet een te vergaande inbreuk op de positie van de publieke omroepinstellingen, die bovendien moeilijk te rijmen is met de inzichten van de Europese Commissie. De Europese Commissie gaat ervan uit dat de publieke omroep met de commerciële exploitatie van de publieke taak op een marktconforme wijze eigen inkomsten verwerft, die terugvloeien naar de uitvoering van de publieke taak. Door voor te schrijven dat programmagegevens - zelfs wanneer deze gegevens beperkt blijven tot het spoorboekje waarop hoogstens geschriftenbescherming rust - gratis ter beschikking moeten worden gesteld, wordt de publieke omroep de mogelijkheid ontnomen hun rechten conform Europees inzicht op marktconforme wijze te exploiteren en ten goede te laten komen van de publieke taak. Aldus gaan broodnodige inkomsten voor de publieke omroep verloren. In plaats daarvan wordt met publiek geld de mogelijkheid van het behalen van commerciële winsten gefinancierd, zonder dat het publiek daar media-aanbod voor terugkrijgt.

De eenzijdigheid van de verplichting, die alleen voor de publieke omroepen geldt en niet voor de commerciële omroepinstellingen, brengt voorts de positie tussen publieke en commerciële omroepen uit balans. Publieke omroepen hebben, door het ontbreken van een verplichting op de beschikbaarstelling van de programmagegevens door commerciële omroepen, geen zekerheid dat zij in hun programmaoverzichten een volledig overzicht kunnen geven van het programma-aanbod.

De regering heeft om voornoemde redenen in de Mediawet 2007 vastgehouden aan de oorspronkelijke versie van het initiatiefwetsvoorstel, met de toevoeging van het element van een marktconforme vergoeding."

Uit het advies van de RvS: “De Raad merkt terecht op dat richtlijn 89/552/EEG, zoals gewijzigd bij richtlijn 97/36/EG, het handhaven van het voorkeursrecht niet verbiedt. De Raad merkt voorts terecht op dat bij de uitoefening van het voorkeursrecht, mochten op de programma’s auteursrechten rusten, de auteursrechtelijke beperkingen, zoals de actuele verslaglegging en de overname door de pers in de pers als voorzien in richtlijn 2001/29/EG inzake auteursrecht in de informatiemaatschappij, gerespecteerd moeten worden. De drie-stappen-toets waaraan de Raad refereert ligt besloten in de voorwaarden die aan de inroepbaarheid van de auteursrechtelijke beperkingen zijn verbonden zodat de belangen van rechthebbenden niet onredelijk worden geschaad en de normale exploitatie van de beschermde exploitaties mogelijk blijft.”