Schadevergoeding voor publicatie van foto in huis-aan-huisblad
Hof Amsterdam 28 april 2020, IEF 19190; ECLI:NL:GHAMS:2020:1193 (Rodi Media) Appellante heeft begin juli 2017 een foto gemaakt van een uitvoering van de musical The Bodyguard. Deze foto is terechtgekomen bij huis-aan-huisblad Almere Deze Week waar het zonder naamsvermelding van de fotograaf in de papieren editie en op de website is gepubliceerd. Beide grieven van appelante falen. Er kan niet worden afgeleid dat Rodi Media de omstreden foto nog gebruikt en niet van haar website heeft verwijderd dan wel dat de krant met deze foto ten tijde van de onderhavige procedure nog opvraagbaar was bij Rodia Media. De volledige proceskostenveroordeling van € 13.000,- is niet redelijk en evenredig. De schadevergoeding van € 426,- wordt toegewezen.
Artikel ingezonden door Gie van den Broek, LXA The Law Firm.
Nieuwe woordzoeker voor IE-professionals
Gie van den Broek ontving veel reacties op de Engelse woordzoeker van vorige week. Speciaal voor zijn collega's heeft hij een nieuwe, Nederlandstalige, IE-puzzel gemaakt.
Download hier de puzzel.
Mijlpaalarrest: Dior tegen Evora
Hoge Raad 20 oktober 1995, IEF 19188 ; ECLI:NL:HR:1995:ZC1845 (Dior/Evora) Dior Frankrijk ontwikkelt en produceert parfums en andere luxe cosmetische producten. Voor de verkoop van haar producten in landen buiten Frankrijk heeft zij alleenvertegenwoordigers aangewezen, waaronder Dior Nederland. Evenals andere alleenvertegenwoordigers van Dior Frankrijk in Europa maakt Dior Nederland voor de distributie van Dior-producten in Nederland gebruik van een systeem van selectieve distributie, dat inhoudt dat de Dior-producten slechts worden verkocht aan geselecteerde wederverkopers, die ertoe worden verplicht slechts te leveren aan eindafnemers. In de Benelux is Dior Frankrijk de enige rechthebbende op de beeldmerken Eau sauvage, Poison, Fahrenheit en Dune, met name voor parfums. Deze merken bestaan uit afbeeldingen van de verpakking waarin de flesjes met de aldus genoemde parfums worden verkocht. Dior Frankrijk is bovendien houder van het auteursrecht op deze verpakkingen en op de flesjes, alsook op de verpakkingen en de flesjes van de producten die onder de naam Svelte op de markt worden gebracht. Evora exploiteert onder de naam van haar dochteronderneming Kruidvat een grote keten van drogisterijwinkels. Hoewel de Kruidvat-winkels door Dior Nederland niet als distribiteur zijn aangewezen, worden er Dior-producten verkocht die Evora door middel van parallelimport betrekt. De rechtmatigheid van de wederverkoop van deze producten wordt in het hoofdgeding niet betwist. Tijdens de kerstactie 1993 bood Kruidvat de Dior-producten Eau sauvage, Poison, Fahrenheit, Dune en Svelte te koop aan en nam zij in haar reclamefolders een afbeelding van de verpakkingen en van de flesjes van enkele van deze producten op. De verpakkingen en flesjes uitsluitend werden in direct en duidelijk verband met het te koop aangeboden product en op een voor de wederverkopers in deze handelstak gebruikelijke wijze afgebeeld.
Incidentele vorderingen tot verwijzing
Rechtbank Gelderland 18 maart 2020, IEF 19187; ECLI:NL:RBGEL:2020:2480 (Eisers tegen gedaagden) Vonnis in incident. Uniemerken en Benelux-merken. Handelsnamen, auteursrechten, misleidende reclame. De eiseressen (verweersters in het incident) hebben hun eis in de hoofdzaak vermeerderd. Over de eis zelf en over de toelaatbaarheid van de vermeerdering als zodanig, wordt hangende dit incident nog niet beslist. Verwijzing naar rechtbank Den Haag op grond van exclusieve bevoegdheid Uniemerken. Verwijzing (arbeidsrechtelijke) vorderingen naar de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank.
Kennelijke fout in vonnis leent zich voor herstel
Vzr. Rechtbank Den Haag 20 april 2020, IEF 19186; ECLI:NL:RBDHA:2020:4048 (Jami tegen Dominidesign) Kort geding. Herstelvonnis. Dominidesign maakte met het aanbieden en verkopen van (de grote en kleine versie van) haar Dominidesign-stoel inbreuk op auteursrechten en het Uniemerk van Jami. Dominidesign verzoekt nu om verbetering van het op 11 februari 2020 gewezen kort geding vonnis [IEF 19015]. De kennelijke fout op basis van artikel 31 Rv wordt verbeterd. Het bevel onder 5.2 van het dictum sluit evident niet aan op de daaraan voorafgaande rechtsoverwegingen, nu in het dictum een merkenrechtelijk verbod is opgenomen terwijl dat in de rechtsoverwegingen is afgewezen.
Nieuw commentaar Auteurswet door prof. mr. F.W. Grosheide op IE-C
Nieuw commentaar gepubliceerd op IE-C. Het commentaar, geleverd door prof. mr. F. W. Grosheide, heeft betrekking op artikel 10 van de Auteurswet. Het commentaar is te vinden op www.ie-c.nl, onder 'auteursrecht'.
Commentaar op art. 10 Aw betreft het algemene deel (deel I) van de Auteurswet. Het commentaar op het bijzondere deel (deel II) van het artikel volgt spoedig.
Inbreuk op auteursrecht via ip-adres
Vzr. Rechtbank Den Haag 30 april 2020, IEF 19184, IT 3127; ECLI:NL:RBDHA:2020:3980 (Dish Network tegen WorldStream) Kort geding. Vordering verstrekken gegevens door gedaagde als serverprovider van klanten die via IP-adressen inbreuk maken op auteursrechten van eiseres. Eiseres Dish Network is een aanbieder van betaalde televisie in de Verenigde Staten. Zij levert auteursrechtelijke beschermde programmering aan miljoenen abonnees in het hele land. Gedaagde WorldStream is een in 2014 opgerichte internet service provider. Zij levert wereldwijd onbeheerde hosting diensten, hardware en het besturingssysteem, aan haar klanten.
Artikel 843a Rv is o.b.v. artikel 10:3 Rv toepasselijk omdat dit een bepaling is van formeel procesrecht. Aan de vereisten van artikel 843a Rv is ten dele voldaan, alleen zijn de gevorderde gegevens te onbepaald in omvang en tijd. Slechts de NAW-gegevens plus e-mailadressen en KVK-nummers (m.b.t. ondernemingen) hoeven te worden verstrekt en alleen voor de tijdspanne waarin (vooralsnog) vaststaat dat via de IP-adressen van gedaagde inbreuk is gemaakt op de (naar voorlopig oordeel aangenomen) auteursrechten van eiseres. Aan de vereisten onder de AVG is eveneens voldaan. De verplichting tot verstrekking van de gegevens aan de Amerikaanse eiseres kan worden gebaseerd op de uitzondering van artikel 49 onder e AVG.
Artikel ingezonden door Jesse Hofhuis, Hofhuis Alkema Groen.
Analyse van arrest Gömböc
In 2015, Gömböc Kft. applied for the registration of a national Hungarian three-dimensional trademark for decorative items and toys. The sign was represented by a single view image of a homogenous stone-like object. This object is recognizable for the public in Hungary as a popular gadget that has the characteristic to always fall into the same position, which apparently is a mathematical discovery. The Hungarian Intellectual Property Office refused registration of the application on the basis that the shape of the good is necessary to obtain a technical result.
After the appeals were dismissed in first and second instance, Gömböc Kft. brought an appeal before the Kúria (Supreme Court of Hungary). The Supreme Court of Hungary raised three preliminary questions, asking the ECJ to clarify the interpretation the grounds of exclusion for signs that consist exclusively of the shape of goods that are necessary to obtain a technical result and that gives substantial value to the goods (Articles 3(1)(e)(ii) and (iii) Trade Mark Directive 2008/95 respectively).
Lees hier de hele samenvatting en analyse van het arrest Gömböc [IEF 19169] van kantoor Hofhuis Alkema Groen.
Dagblad Amigoe moet uitlatingen over korpschef rectificeren
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 11 december 2019, IEF 19181, IT ECLI:NL:OGEAC:2019:281 (Korpschef tegen Amigoe) Eiser is korpschef. Hij wordt in verschillende artikelen in dagblad Amigoe in verband gebracht met relationeel geweld en bedreiging. Eiser vordert dat dagblad Amigoe een rectificatie plaatst. Voor het antwoord op de vraag of een bepaalde uiting onrechtmatig is, komt betekenis toe aan alle relevante omstandigheden van het geval, zoals de aard van de beschuldiging, de ernst van de te verwachten gevolgen voor degene op wie de beschuldiging betrekking heeft, de mate waarin de beschuldiging steun vond in de feiten, de wijze waarop de beschuldiging is vorm gegeven, het gezag van de bron van de beschuldiging en de maatschappelijke positie van degene die de beschuldiging heeft geuit. Deze omstandigheden moeten in onderlinge samenhang worden beoordeeld. Amigoe heeft met de onderhavige berichten de grens van het maatschappelijk betamelijke overschreden. Amigoe wordt bevolen een rectificatie te plaatsen.
HvJ EU: merkgebruik door ontvangst van kogellagers
HvJ EU 30 april 2020, IEF 19182, IEFbe 3072; ECLI:EU:C:2020:341 (Kogellagers) In deze zaak gaat het om een geding tussen A en B over een tegen B ingestelde vordering wegens merkinbreuk. In 2011 heeft B, een in Finland woonachtige natuurlijke persoon, een partij van 150 kogellagers uit China ontvangen. Deze lagers, die een totale massa van 710 kg hadden, worden gebruikt als reserveonderdelen in transmissiemechanismen, generatoren en motoren alsook bij de bouw van bruggen en trams. Zij waren voorzien van een teken dat overeenstemt met het internationale woordmerk INA, waarvan A houder is voor onder meer “lagers”. Nadat de partij kogellagers op naam van B was ingeklaard, is deze door hem afgehaald bij het douane-entrepot op de luchthaven van Helsinki. Van daaruit heeft B de partij kogellagers naar zijn woning meegenomen. Enkele weken later zijn de lagers overgedragen aan een derde met het oog op uitvoer ervan naar Rusland. B heeft als vergoeding voor die diensten een slof sigaretten en een fles cognac ontvangen. De vraag is of B gebruik maakt van een merk in het economische verkeer in de zin de zin van artikel 5 lid 1 van de Merkenrichtlijn.
De hoogste Finse rechter heeft hierover prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ EU. Het HvJ EU oordeelt dat van gebruik in het economisch verkeer sprake is. De prejudiciële vragen worden als volgt beantwoord: