Gestelde inbreuk op 52 verschillende meubels Eichholtz
Vzr. Rechtbank Den Haag 20 december 2019, IEF 18912; ECLI:NL:RBDHA:2019:13821 (Eichholtz tegen gedaagde) Kort geding. Gestelde inbreuk op meubels. Onrechtmatige gebruik van bedrijfsgeheimen en identieke productnamen. Eichholtz exploiteert een meubelgroothandel die zich bezighoudt met het ontwerpen en produceren van meubels en interieuraccessoires. Eichholtz is houdster van meerdere gemeenschapsmodellen. Gedaagde heeft een eenmanszaak en verkoopt o.a. via Marktplaats meubelen, verlichting en woonaccessoires. Partijen hebben gedurende enkele jaren een samenwerkingsrelatie gehad op basis waarvan Eichholtz producten aan gedaagde heeft verkocht en geleverd. In maart 2019 heeft gedaagde een mailing verstuurd aan een aantal klanten van Eichholtz met aanbiedingen van producten die ook in de Eichholtz collectie voorkomen, maar dan voor veel lagere prijzen. Bij beschikking van 28 juni 2019 is aan Eichholtz verlof verleend voor het leggen van conservatoir beslag. Eichholtz is op 4 september 2019 tot beslaglegging op producten en administratie van gedaagde overgegaan. Eicholtz vordert nu het per direct staken van het benaderen van klanten van Eicholtz en het staken van iedere inbreuk op de auteurs- en gemeenschapsmodelrechten van 52 verschillende meubels. De vorderingen worden (deels) toegewezen.
Sabin Tigu partner bij Ploum
Het advocaten- en notarissenkantoor Ploum, heeft Sabin Tigu (Intellectuele Eigendom) per 1 januari 2020 benoemd tot partner. Tigu houdt zich met name bezig met het merken-, modellen-, auteurs- en het handelsnaamrecht en adviseert en procedeert veel over kwesties rondom deze intellectuele-eigendomsrechten. Verder procedeert hij regelmatig over domeinnaamgeschillen bij bijvoorbeeld de World Intellectual Property Organization.
Hij heeft veel ervaring met het organiseren en begeleiden van grootschalige pan-Europese projecten voor cliënten op het gebied van parallelhandel en namaakbestrijding, vaak ook in samenwerking met de Europese douaneautoriteiten. Hij haalde recent nog het nieuws en werd onder andere in het AD en bij RTLZ genoemd in een gewonnen zaak over onrechtmatige parallelhandel. Hij zit in de redactie van BMM Bulletin en is actief bij merkhoudersorganisatie MARQUES.
Artikel ingezonden door Bas Kist, Chiever.
Doe mee met de Chiever Letter Quiz
Het is inmiddels traditie, de jaarlijkse letterquiz van Chiever. Herken je de merken achter het alfabet? Mail je antwoorden vóór 24 januari aan nieuwsbrief@chiever.com en ding mee naar een diner voor twee ter waarde van 100,- euro.
AMSTERDAM UNIVERSITY niet beschrijvend wel onderscheidend
Parket bij de Hoge Raad 6 december 2019, IEF 18909; ECLI:NL:PHR:2019:1276 (BBIE tegen UvA) Merkenrecht. Vervolg IEF 18164. UvA heeft een Benelux-depot verricht van het woordmerk AMSTERDAM UNIVERSITY. Het BBIE heeft de UvA medegedeeld de inschrijving te weigeren, omdat het teken beschrijvend is en onderscheidend vermogen mist. Het woordmerk is beschrijvend voor leermiddelen en onderwijsmaterialen, maar niet voor merchandise. Aanhalen HvJ EU Neuschwanstein is terecht. Niet valt in te zien waarom de geldigheid van het teken AMSTERDAM UNIVERSITY voor diverse waren en diensten die als souvenir worden aangeboden afhankelijk zou zijn van de geldigheid van dat teken voor de door UvA aangeboden onderwijsdiensten. Verzoek werd gedeeltelijk toegewezen. In cassatie staat de vraag of het hof op goede gronden het Bureau heeft bevolen het teken AMSTERDAM UNIVERSITY ten name van de UvA als merk voor bepaalde waren en diensten in te schrijven. In de kern klaagt het Bureau dat het hof heeft miskend dat het teken beschrijvend is en op basis van Europese jurisprudentie niet tot het oordeel had kunnen komen dat het teken voldoende onderscheidend is. De procureur-generaal verwerpt het cassatieberoep.
Geen verwarringsgevaar merk en teken Sport World
Benelux Gerechtshof 18 oktober 2019, IEF 18908, IEFbe 3014; C 2018/8 (Sportsdirect tegen Nethys) Merkenrecht. Nethys heeft een merk en teken ingeschreven. Sportsdirect heeft hiertegen oppositie en een administratieve procedure ingesteld tot nietigverklaring of vervallenverklaring van de merken op grond van de BVIE, omdat haar oudere merk teveel overeen zou komen. Het lukt Sportsdirect niet de inbreuken aan te tonen. Er is geen sprake van verwarringsgevaar bij het publiek.
Geen inbreuk Primark Dr. Martens
Rechtbank Amsterdam 20 december 2019, IEF 18907, IEFbe 3013; ECLI:NL:RBAMS:2019:9724 (Airwair tegen Primark) Merkenrecht. Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Airwair brengt schoenen op de markt met de naam “Dr. Martens”. De kenmerkende bestanddelen van het merk liggen in de schoenzool. Primark brengt soortgelijke schoenen op de markt. Airway vordert iedere inbreuk op haar merk- en auteursrechten te staken. Primark hoeft niet te stoppen met verkoop schoenen. Airwair heeft zich niet beroepen op het woordmerk “Dr. Martens”, maar op haar gedeponeerde vormmerken. Daarvan is niet aannemelijk gemaakt dat ze bekend zijn. Ook is verwarringsgevaar van de Primark schoenen met de ingeroepen vormmerken niet aannemelijk. Voor zover de Airwair schoenen auteursrechtelijke bescherming genieten, hebben ze een andere totaalindruk dan de Primark schoenen. De gevraagde voorziening wordt afgewezen. Slaafse nabootsing is niet aannemelijk gemaakt.
Erwin Angad-Gaur - Reflecties: de waarde van het auteursrecht
Erwin-Angad-Gaur, 'Reflecties - De waarde van het auteursrecht', in Sena Performers Magazine 2019/4. Geen week lijkt voorbij te gaan zonder dat wij direct of indirect over het auteursrecht horen. Een fotografenstaking, een geruchtmakende plagiaatzaak, afkoop van rechten door De Persgroep, vertalers die de noodklok luiden, de inkomenspositie van kunstenaars, door zowel de SER als de Raad voor Cultuur op de agenda geplaatst; de Arbeidsmarktagenda Cultuur. Maar ook het debat over ‘artikel 13’ (inmiddels artikel 17) in de nieuwe Europese Auteursrechtrichtlijn, discussies over handhaving en Stichting BREIN, de stijgende omzet van platenmaatschappijen uit streamingdiensten – en de achterblijvende inkomsten van artiesten.
Uitspraak ingezonden door Syb Terpstra, Hans Bousie, bureau Brandeis en Paul Kreijger, Visser Schaap & Kreijger.
Zowel Martin Garrix als Spinnin en MAS gelijk
Hof Arnhem-Leeuwarden 24 december 2019, IEF 18905; ECLI:NL:GHARL:2019:11117 (Spinnin en MAS tegen geïntimeerde) Auteursrecht. Geïntimeerde is onder de naam Martin Garrix een wereldberoemde deejay. Spinnin houdt zich bezig met het vermarkten van muziek van deejays. MAS houdt zich onder meer bezig met het boeken en managen van personen en diensten in de entertainmentbranche. Geïntimeerde wilde een samenwerking met Spinning en MAS. Naar aanleiding daarvan zijn conceptovereenkomsten besproken en is een overeenkomst gesloten. Een paar jaar later vernietigt geïntimeerde de overeenkomsten met Spinning en MAS. In deze zaak gaat het om of geïntimeerde de overeenkomsten met Spinning op grond van dwaling heeft mogen vernietigen en of geïntimeerde moet worden aangemerkt als producent van de fonogrammen. Het beroep op dwaling, bedrog en misbruik van omstandigheden is afgewezen. Ook kan niet worden gezegd dat management en platenmaatschappij in hun verplichtingen tegenover deejay toerekenbaar tekortgeschoten zijn. Geïntimeerde wordt wel aangemerkt als producent.
Wijken formaliteitsvereiste vloeit voort uit systematiek Berner Conventie
Parket bij HR 15 november 2019, IEF 18904, IEFbe 3012; ECLI:NL:PHR:2019:1199 (Montis tegen verweerster) Internationaal auteursrecht. Vervolg HR 13 december 2013 ECLI:NL:HR:2013:1881. Is, na het verstrijken van de in art. 7 lid 4 Berner Conventie bedoelde termijn, het vereiste van een instandhoudingsverklaring als bedoeld in art. 21 lid 3 (oud) Benelux Tekeningen- en Modellenwet in strijd met het formaliteitenverbod in art. 5 lid 2 Berner Conventie? Volgens de Hoge Raad moet het formaliteitsvereiste na het verstrijken van 25 jaar wijken voor een andersluidende regeling in het nationale recht als het gaat om werken van toegepaste kunst die alleen in het nationale recht worden beschermd.
European Court: reselling e-books violates copyright law
Is there such a thing as a second-hand e-book? Put differently: may an e-book be resold after the first purchase? The Grand Chamber of the Court of Justice of the European Union (CJEU) answered this question in the negative. On 19 December 2019, the CJEU declared that the act of offering an e-book for resale is contrary to copyright law [IEF 18898].
Lees hier verder.
Auteurs: Christiaan Alberdingk Thijm & Caroline de Vries, Bureau Brandeis.