IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22679
1 mei 2025
Uitspraak

Ook in hoger beroep wordt gevorderde bescherming op grond van merk DESKTOP TAXATIE afgewezen

 
IEF 22677
1 mei 2025
Uitspraak

Onzekerheid over auteursrechten op woningbouwontwerp leidt tot afwijzing voorlopige vorderingen

 
IEF 655

Leitgedanken

Opinie AG Dámaso Ruiz Jarabo Colomer, 14. Juli 2005, zaak C 173/04 Deutsche SiSi-Werke tegen OHIM. (Nog geen Nederlandse versie beschikbaar).

AG wordt er een beetje moe van: "Es geht wieder einmal um die Unterscheidungskraft dreidimensionaler Marken und demzufolge um die Auslegung von Artikel 7 Absatz 1 Buchstabe b der Verordnung über die Gemeinschaftsmarke. Die meisten Rechtsmittelgründe betreffen Fragen, die in der Gemeinschaftsrechtsprechung bereits ausführlich behandelt wurden, mit Ausnahme dessen, dass sich auf die räumliche und objektive Abgrenzung des Zusammenhangs bei der Prüfung bezieht, ob eine dreidimensionale Angabe geeignet ist, den wesentlichen Zweck dieser Art gewerblichen Eigentums zu erfüllen."

En concludeert m.b.t. de 8 frisdrankverpakkingen: "In dem Urteil vorgenommene Prüfung entspricht den dargelegten Leitgedanken, wenn dort festgestellt wird, dass die fraglichen Beutel im Handel gewöhnlich für flüssige Lebensmittel im Allgemeinen verwendet werden, zu denen u. a. Fruchtgetränke und Fruchtsäfte gehören, so dass der Durchschnittsverbraucher die Verpackung nicht als Hinweis auf die betriebliche Herkunft der Ware wahrnimmt. Außerdem hat die Rechtsmittelführerin einige Darstellungen vorgelegt, die der allgemeinen Form dieser Art von Behältern entspricht und deren Designelemente zu geringfügig sind, um den maßgeblichen Verkehrskreisen im Gedächtnis zu bleiben. Gleich anschließend hat das Gericht in dem Urteil die drei Elemente geprüft, die optisch wahrnehmbare Unterschiede begründen können: die grundlegenden Formen von Beuteln (rechteckig, oval, dreieckig), die seitlichen Einwölbungen und das metallische Aussehen.

Das Gericht stützt sich somit auf geeignete Erkenntnisquellen, die aus objektiver Sicht keinen Zweifel an der Zulässigkeit der gewählten Methode aufkommen lassen, indem es Kriterien wie die Art der Ware und die Komplexität des Designs untersucht, die den genannten Parametern entsprechen. Die Entscheidung ist in diesem Punkt in keiner Hinsicht zu beanstanden, so dass die Rüge der Rechtsmittelführerin zurückzuweisen ist." Lees conclusie.

IEF 654

Op hoog niveau

Het internet wordt in november in Tunis eens grondig onder de loep genomen. De WGIG is met een rapport gekomen, Kofi Annan heeft het doorgegeven en in november wordt het op de World Summit on the Information Society (WSIS) besproken. Het Intellectuele Eigendomsrecht is één van de issues die aan de orde komen. Het rapport zegt er dit (of eigenlijk niets) over: 

"Application of intellectual property rights (IPR) to cyberspace: While there is agreement on the need for balance between the rights of holders and the rights of users, there are different views on the precise nature of the balance that will be most beneficial to all stakeholders, and whether the current IPR system is adequate to address the new issues posed by cyberspace. On the one hand, intellectual property rights holders are concerned about the high number of infringements, such as digital piracy, and the technologies developed to circumvent protective measures to prevent such infringements; on the other hand, users are concerned about market oligopolies, the impediments to access and use of digital content and the perceived unbalanced nature of current IPR rules." Een working paper over Intellectual Property Rights er wat dieper op in.

IEF 653

SPEZIAL A-C-E

T-312/03 Arrest GvEA van 14 juli 2005 Wassen International / OHIM - Stroschein Gesundkost (SELENIUM-ACE). Deposant van het woordmerk SELENIUM-ACE krijgt oppositie van houder van oudere Duitse registratie van het beeldmerk SELENIUM SPEZIAL A-C-E. Deposant verweert zich door te stellen dat de Kamer van Beroep geen rekening heeft gehouden met de andere elementen naast ‘selenium’, de merken niet globaal heeft beoordeeld en bovendien dat ‘selenium’ niet het dominerende bestanddeel in het oudere merk is. Driewerf neen roept het Gerecht en wijst alle vorderingen van deposant af.

35     Om te beginnen dient immers te worden vastgesteld dat de kamer van beroep terecht heeft geoordeeld dat de term „spezial” een Duits bijvoeglijk naamwoord met de betekenis „speciaal” is, dat door de consumenten van het referentiegebied kan worden opgevat als een beschrijvende aanduiding van een bijzondere productlijn.

36     Voorts dient erop te worden gewezen dat de kamer van beroep ook de impact van de letters „ace” heeft onderzocht. Zij heeft geoordeeld dat het in aanmerking komende publiek deze letters waarschijnlijk zal opvatten als een verwijzing naar andere substanties die gewoonlijk in voedingssupplementen aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld vitaminen. Of deze letters met of zonder streepjes worden weergegeven, heeft haar inziens geen gevolgen, aangezien het ontbreken van scheidingstekens in de onderhavige omstandigheden niet leidt tot een belangrijke wijziging van de wijze waarop de consument deze drie letters, in dezelfde volgorde geplaatst, opvat.

37     Wat ten slotte het beeldelement betreft, heeft de kamer van beroep in de bestreden beslissing opgemerkt dat, wanneer een merk bestaat uit woord- en beeldelementen, de eerste in beginsel meer onderscheidend moeten worden geacht dan de tweede, aangezien de gemiddelde consument gemakkelijker naar de betrokken waar zal verwijzen door het noemen van de naam van het merk dan door het beschrijven van het beeldelement ervan. Zij is terecht van mening dat in casu deze algemene redenering redelijkerwijs kan worden gevolgd. Volgens de kamer van beroep kan redelijkerwijs worden aangenomen dat de gemiddelde consument het woordelement als het merk en het beeldelement als een sierelement zal opvatten. Tevens kan worden vastgesteld dat het beeldelement onder de woordelementen, en dus op een minder opvallende plaats, staat.

41     Op dit punt dient er immers op te worden gewezen dat de term „selenium” een belangrijke rol speelt bij de visuele en fonetische beoordeling van het oudere merk, gelet op de positie ervan aan het begin van het merk, dit wil zeggen op de meest opvallende plaats. Om deze reden zal deze term eerst worden waargenomen. Voorts zij eraan herinnerd dat de term „spezial” in het Duits „speciaal” betekent. De kamer van beroep heeft dus op goede gronden geoordeeld dat het in aanmerking komende publiek deze term zal opvatten als een zuiver lovend en beschrijvend element. Ten slotte kunnen de consumenten de lettercombinatie „ace” opvatten als een verwijzing naar bepaalde substanties die normaliter in voedingssupplementen aanwezig zijn, zoals vitaminen.

44     De kamer van beroep heeft inderdaad terecht geoordeeld dat de conflicterende tekens in hun geheel beschouwd overeenstemmen, omdat de overeenstemmingen groter zijn dan de verschillen. Vaststaat dat het oudere teken op bijna identieke wijze in de gemeenschapsmerkaanvraag wordt gereproduceerd. De verschillen tussen de twee tekens hebben immers alleen betrekking op de minst onderscheidende bestanddelen van het oudere teken, te weten de term „spezial”, het beeldelement en de twee streepjes ter scheiding van de drie letters „a”, „c” en „e”, die in het aangevraagde teken evenwel in dezelfde volgorde zijn geplaatst. Aangezien het aangevraagde merk een woordmerk is, kan de aanvrager daarvoor om het even welk lettertype kiezen, daaronder begrepen het voor het oudere merk gebruikte lettertype. Derhalve dient te worden geconcludeerd dat de door de betrokken tekens opgeroepen totaalindrukken visueel, fonetisch en begripsmatig overeenstemmen.

IEF 652

Vrijdagmiddagbericht

- Design Clichés: Those symbols which have been used so often that they’ve become clichés. I warn against using them: or challenge designers to breathe new life into their rotting corpses. Welcome to the land of the living dead. Lees hier meer.

IEF 651

Bloem der natie

De Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport bericht: "Het tweede en laatste onderzoek van Stichting OER, een onderzoek naar plagiaat onder studenten aan de Universiteit Utrecht, is af. Woensdag 29 juni was de presentatie en het was een zeer geslaagde avond! We willen dan ook iedereen van harte bedanken voor zijn/haar aanwezigheid. Het onderzoeksrapport is hier te downloaden. Bij deze willen we ook iedereen bedanken voor zijn hulp en medewerking het afgelopen jaar."

Utrechtse Studenten plagiëren op grote schaal, maar volgens het rapport zijn ze daar zelf niet verantwoordelijk voor, zeker de eerstejaars niet: "ze hebben geen informatie gekregen dat het op de universiteit niet mag." Kom op zeg, dat gelooft toch niemand! De woorden dom en liegen komen overigens niet voor in het rapport.

De Conclusie van het rapport 'Citaat of plagiaat? Een onderzoek naar plagiaat onder studenten aan de Universiteit Utrecht' luidt "In principe kan gesteld worden dat studenten zich vaak niet bewust van het feit dat ze plagiaat plegen. Dit is in samenhang met meerdere factoren. Eerstejaars hebben vaak nog te kampen met slechte voorlichting vanuit het voortgezet onderwijs. Bovendien blijkt uit de bovenstaande gegevens dat niet alle opleidingen consequent voorlichting of instructies geven in het vermijden van plagiaat. De alfa opleidingen doen dit nog het meest. De bètaopleidingen lopen op dit gebied erg achter.  Uit gesprekken in het kwalitatief onderzoek bleek dat de meeste studenten uit de alfarichting, indien ze worden geïnstrueerd in het voorkomen van plagiaat, instructies in het eerste jaar al krijgen.

Ook bleek uit deze gesprekken dat er af en toe een gezamenlijk overleg plaatsvindt, waarbij wordt gekeken naar de maatregelen die worden getroffen wanneer er sprake is van plagiaat. Deze maatregelen worden zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. Dit zou een goed alternatief zijn voor alle opleidingen, er is namelijk nogal wat verwarring onder studenten over wat precies de gevolgen zijn als er plagiaat wordt gepleegd. Plagiaatscanners en betere voorlichting zouden zelfs dit percentage kunnen bestrijden."

IEF 649

The winner takes it all

Een recent vonnis over de ABBA-musical Mamma Mia, met dank aan Annelies van Zoest van Boekel de Nerée. Deze interessante en zeer lezenswaardige uitspraak behandelt onderwerpen als: Kan een bestaande song (klein recht) buiten de Buma concessie vallen wanneer zij is opgenomen in een muziekdramatisch werk (groot recht), auteursrechtelijke bescherming plot en script van een musical, merkenrechtelijke bescherming musicaltitel en onrechtmatig aanhaken aan bekende ABBA musical hit Mamma Mia. Korte samenvatting: vormt de musical Mamma Mia – Come Together inbreuk op de musicalhit Mamma Mia? U raadt het al.

 

IEF 648

Eerst even voor jezelf lezen

C-173/04   Conclusie   2005-07-14  Deutsche SiSi-Werke / OHIM (nog geen NL-versie) 
C-192/04    Arrest   2005-07-14  Lagardère Active Broadcast
T-126/03    Arrest   2005-07-14  Reckitt Benckiser (España) / OOHIM - Aladin (ALADIN) 
T-312/03    Arrest   2005-07-14  Wassen International / OHIM - Stroschein Gesundkost (SELENIUM-ACE)

IEF 647

zodanig gecodeerd

K.J. Koelman: Noot bij Rb. Amsterdam 12 januari 2005 (Buma/UPC). Verschenen in AMI 4, juli/augustus 2005, 2005, p. 135-139. "Maakt een partij die televisieprogramma’s via een satelliet zodanig gecodeerd uitzendt dat alleen grondstations ze kunnen decoderen, de programma’s openbaar in de zin van de Auteurswet? De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend. Eerder oordeelden rechters daarentegen dat uitzending naar tussenstations die de rol hebben de werken vervolgens door te geven naar eindgebruikers – kijkers of luisteraars – wel degelijk een openbaarmaking inhoudt."

IEF 646

Ondertussen in Nederland

Altijd leuk, persbericht van de overwinnaar (vonnis hier): Lego Group Wins Lawsuit in the Netherlands; Competitor's imitation precluded from sale to prevent consumer confusion . The LEGO Group, global construction toy manufacturer and category leader, has won a lawsuit in the Netherlands, where the District Court in Breda ruled that the Canadian toy manufacturer, Mega Bloks, is not permitted to market and sell bricks which can be mistaken for LEGO(R) bricks in the Netherlands.

The civil lawsuit was brought by Mega Bloks as an "action for declaration", whereby Mega Bloks asked the court to confirm that the company could lawfully sell its products in the Netherlands.

The court found that Mega Bloks' bricks were such close imitations of LEGO bricks that there was a risk that consumers would be confused. The court highlighted the fact that Mega Bloks could have opted to sell bricks of different dimensions from those of the LEGO brick or with a different interlocking system or appearance (e.g. angular studs or oval bricks - Ed.) without diminishing the consumer's ability to use Mega Bloks. Moreover, the court considered the fact that the end-user was unable to see the difference between Mega Bloks' and LEGO brand bricks once they were out of the packaging meant that Mega Bloks would create an unnecessary risk of confusing the consumer.

Henrik G. Jacobsen, corporate attorney for the LEGO Group, says: "It is a very positive note that, in issuing this judgment, the Dutch court prioritizes the interests of the consumer. The ruling ensures that Dutch consumers will not be misled. We think it is also valuable that the court confirms that it is not technically necessary to use exactly the same shape as the LEGO brick to produce a brick for use in a construction system. We have no objection to competition - as long as it is fair. The Breda Court has indicated very clearly that with its identical brick products, Mega Bloks is indulging in unfair competition."

Since the world-famous LEGO brick was created, the LEGO Group has brought - and will in future continue to bring - legal action in courts all over the world to protect its rights and corporate goodwill, and to prevent the sale of copies, which can mislead the consumer.The Dutch case was handled by the law firm of NautaDutilh N.V.

The LEGO Group, a privately-held, family-owned company based in Billund, Denmark, is one of the world's leading manufacturers of high quality, creatively educational play materials for children, employing approximately 8,000 people globally. The company is committed to the development of children's creative and imaginative abilities, and its employees are guided by the motto adopted in the 1930s by founder Ole Kirk Christiansen: "Only the best is good enough."

LEGO and the LEGO logo are trademarks of The LEGO Group. (C) 2005 The LEGO Group. BILLUND, Denmark--July 13, 2005--