IEF 22146
22 juli 2024
Uitspraak

Executiegeschil tussen Loendersloot en MHCS c.s.

 
IEF 22143
22 juli 2024
Uitspraak

Degene die zelf deelneemt aan publiek debat moet dulden dat deze uitingen verder verspreid worden

 
IEF 22135
19 juli 2024
Artikel

Memes in een juridische notendop: EU vs Amerika

 
IEF 18933

Uitspraak ingezonden door Daniël Haije en Bram Duivenvoorde, Hoogenraad & Haak.

Inbreuk op Uniemerken en handelsnaamrecht van Expert

Rechtbank Den Haag 8 jan 2020, IEF 18933; ECLI:NL:RBDHA:2020:186 (Expert tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-uniemerken-en-handelsnaamrecht-van-expert

Rechtbank Den Haag 8 januari 2020, IEF 18933; ECLI:NL:RBDHA:2020:186 (Expert cs tegen gedaagde) Gedaagde voert een eenmanszaak genaamd ‘Outletexpert’. Expert cs voert aan dat gedaagde in het kader van Uniemerken inbreuk maakt op artikel 9 lid 2 sub b, dan wel sub c Verordening (EU) 2017/1001 en in het kader van handelsnamen inbreuk maakt op artikel 5 Handelsnaamwet. De naam ‘Expert’ en niet de Uniebeeldmerken of het logo met de oranje ster die Expert cs hanteert voor zijn merk genieten grote bekendheid voor elektronicawinkels van Expert cs. De naam ‘Expert’ komt dan ook een relatief grote bescherming toe. Bij beoordeling van de mate van overeenstemming wegen de punten van overeenstemming zwaarder dan de punten van verschil. Geoordeeld wordt dat de mate van overeenstemming van het teken voor de waren en diensten waarvoor de Uniemerken zijn geregistreerd zodanig is dat er mogelijk verwarring kan ontstaan en gedaagde dus inbreuk maakt op de Uniebeeldmerken op grond van artikel 9 lid 2 sub b UMVo. Ook wat betreft de handelsnaam is het enige verschil dat het woord ‘outlet’ is toegevoegd onvoldoende om het gevaar van verwarring weg te nemen, zodat er tevens sprake is van inbreuk op het handelsnaamrecht van Expert cs op grond van artikel 5 Hnw.

IEF 18932

Kunsthandel moet volgrechtvergoedingen betalen aan Pictoright

Rechtbank Amsterdam 7 jan 2020, IEF 18932; ECLI:NL:RBAMS:2020:35 (Pictoright tegen kunsthandel), https://ie-forum.nl/artikelen/kunsthandel-moet-volgrechtvergoedingen-betalen-aan-pictoright

Ktr. Rechtbank Amsterdam 7 januari 2020, IEF 18932; ECLI:NL:RBAMS:2020:35 (Pictoright tegen kunsthandel) Pictoright is een auteursrechtorganisatie bij wie vele Nederlandse kunstenaars en erfgenamen van kunstenaars zijn aangesloten en voor wie Pictoright als belangenbehartiger optreedt. Het volgrecht is het recht van een kunstenaar om te delen in de opbrengst bij professionele doorverkoop van originele (kunst)werken. Pictoright heeft een Amsterdamse kunsthandel aangeschreven met het verzoek de eigen administratie te controleren op mogelijke volgrechtverplichtingen voor bij Pictoright aangesloten rechthebbenden en hiervan opgave te doen maar ontvangt geen reactie. Er wordt een minnelijk regeling getroffen waar de kunsthandel zich niet aan houdt. Er wordt te weinig opgave gedaan van volrechtelijke verkopen. De inmiddels gesloten Amsterdamse kunsthandel moet ruim 15.500 euro betalen aan Pictoright voor volgrechtvergoedingen.

IEF 18931

Artikel ingezonden door Alfredo dos Santos Gil, Nederlandse Publieke Omroep (NPO), op persoonlijke titel geschreven.

Alfredo dos Santos Gil: u kunt het toch gewoon regelen, TuneIn!

De eerder door mij beschreven zaak Warner Music en Sony Music Entertainment/TuneIn [IEF 18923] heeft een (nog onbesproken) staartje gekregen in de volgende uitspraak van de High Court of Justice, Business and Property Courts of England and Wales, Intellectual Property List (Chancery Division) van 18 december 2019, [2019] EWHC 3374 (Ch). Deze beslissing geeft een interessante kijk op de gevolgen van de eerdere uitspraak in het hoofdgeding.

IEF 18930

Uitspraak ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff, en Luuk Jonker en Robbert Sjoerdsma, Holla Advocaten.

Vragen van uitleg aan HvJ EU over GMVo

Hoge Raad 10 jan 2020, IEF 18930; ECLI:NL:HR:2020:26 (EPAL tegen PHZ), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-van-uitleg-aan-hvj-eu-over-gmvo

Hoge Raad 10 januari 2020, IEF 18930; ECLI:NL:HR:2020:26 (EPAL tegen PHZ) Cassatie. Onrechtmatige daad Uniemerkenrecht. EPAL is houdster van het merk EPAL voor opnieuw te gebruiken pallets. EPAL is met het beheer en de controle op kwaliteit van zogeheten EUR/EPAL-pallets belast. EPAL stelt dat PHZ europallets die waren voorzien van het merk EPAL, niet alleen heeft gerepareerd, maar ook verder heeft verhandeld, [IEF 18619].  Kan EPAL zich als houdster van het gemeenschapsmerk verzetten tegen de verdere verhandeling van tweedehands, van het EPAL-merk voorziene, pallets die zijn gerepareerd door PHZ of door anderen dan EPAL-licentienemers? Er zullen vragen van uitleg aan het HvJ EU worden gesteld, zie ook [IEF 18770].

IEF 18929

Uitspraak ingezonden door Helen Maatjes, The Legal Group.

Gebruik stemgeluid in theatershow is rechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 9 jan 2020, IEF 18929; ECLI:NL:RBMNE:2020:24 (Eiseres tegen Artiest), https://ie-forum.nl/artikelen/gebruik-stemgeluid-in-theatershow-is-rechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 9 januari 2020, IE 18929, IT 2997; ECLI:NL:RBMNE:2020:24 (Eiseres tegen Artiest) Verweerder heeft in zijn theater-show een fragment van Opsporing Verzocht laten zien waarin de stem van eiseres te horen was. Eiseres stelt dat verweerder haar portretrecht heeft geschonden, onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van haar persoonsgegevens en haar persoonlijke levenssfeer ex artikel 8 EVRM heeft geschonden. Het portretrecht ziet op een afbeelding van (een deel van) het gelaat van een persoon, zodanig dat de geportretteerde kan worden herkend. De stem valt hier niet onder, waardoor het beroep op het portretrecht in de zin van artikel 21 Auteurswet niet slaagt. De stem is wel te kwalificeren als biometrisch persoonsgegeven en is in dit geval ook te herleiden naar de identiteit van eiseres. De huidige verwerking van dit biometrisch persoonsgegeven valt echter onder de vrijheid van de artistieke uitdrukkingsvorm. Hierdoor kan eiseres geen beroep doen op het vergeetrecht in de zin van artikel 17 Algemene verordening gegevensbescherming. Ten slotte slaagt het beroep op een schending van haar persoonlijke levenssfeer ook niet, omdat dit niet opweegt tegen het recht op vrijheid van meningsuiting in de zin van artikel 10 EVRM. Bepalend hiervoor was het feit dat eiseres geen bezwaar had gehad als er een andere stem werd gebruikt bij dezelfde beelden, terwijl eiseres dan nog steeds wordt geconfronteerd met de herinneringen van de overval.

IEF 18928

Betaalde samenwerking vlogger en Hoeksche Hoeve resulteert wél in reclame-uiting

RCC 20 dec 2019, IEF 18928; 2019/00696 (Aanklager tegen Vlogger en Hoeksche Hoeve), https://ie-forum.nl/artikelen/betaalde-samenwerking-vlogger-en-hoeksche-hoeve-resulteert-w-l-in-reclame-uiting

Reclame Code Commissie 20 december 2019, IE 18928, IT 2996; 2019/00696 (Aanklager tegen Vlogger en Hoeksche Hoeve) Vlogger en Hoeksche Hoeve worden aangeklaagd omdat zij volgens aanklager in een vlog reclame maken voor het merk Boerderijchips, zonder te vermelden dat er sprake is van een betaalde samenwerking. Hoeksche Hoeve verweert zich met de stelling dat de vlog een informatief karakter heeft. Dit treft echter geen doel, omdat voor de vraag of er sprake is van reclame niet relevant is of er continu of alleen op bepaalde momenten in de vlog reclame in de zin van artikel 1 Nederlandse Reclame Code wordt gemaakt. De vlog is meer dan alleen informatief, omdat het Boerderijchips-logo meerdere malen duidelijk zichtbaar is. Daarnaast volgt uit de overeenkomst tussen vlogger en Hoeksche Hoeve dat vlogger een bepaald geldbedrag zou ontvangen voor de gemaakte reclame. Dit toont aan dat er sprake is van een Relevante Relatie in de zin van artikel 3 Reclame Code Social Media (RSM) tussen vlogger en Hoeksche Hoeve. Deze relatie moet volgens datzelfde artikel worden genoemd in de vlog of in de beschrijving ervan. Tot slot heeft Hoeksche Hoeve zich niet gehouden aan de zorgplicht beschreven in artikel 6 RSM. Dat Hoeksche Hoeve naar eigen zeggen geen invloed heeft kunnen uitoefenen op de inhoud van de vlog doet hier niet aan af.

IEF 18927

Artikel ingezonden door Alexander Tsoutsanis, DLA Piper.

Alexander Tsoutsanis: desire 20.20 – van minder naar meer evenwicht in octrooidebat

1. Onlangs verscheen een reactie van mijn hand [IEF 18805] op het in BIE verschenen commentaar van Kleemans en Drok op een vonnis van de rechtbank Den Haag tussen Eli Lilly en Fresenius Kabi (ECLI:NL:RBDHA:2019:6107) [IEF 18534]. Kleemans c.s. [IEF 18824] en Hoyng [IEF 18547] hebben daar onlangs op gereageerd.

2. De zaak gaat over een geschil tussen twee farmaceuten, waarbij de vraag is of een generiek geneesmiddel tegen kanker inbreuk maakt op een octrooi. Meer specifiek gaat het om de vraag of de beschermingsomvang van het octrooi, mede gelet op de uitvindingsgedachte, verder strekt dan de bewoordingen van de octrooiconclusies, gelezen in het licht van de beschrijving, die
uitsluitend op één specifieke toedieningsvorm zien.

3. Al sinds de jaren ’70 is krachtens het Protocol bij de bepaling van beschermingsomvang een ‘redelijk’ evenwicht het  uitgangspunt, waarbij het ‘midden’ wordt gehouden tussen een billijke bescherming van de octrooiaanvrager en een redelijke mate van rechtszekerheid voor derden.

Lees hier het gehele artikel van Alexander Tsoutsanis.

IEF 18926

Artikel ingezonden door Wim Maas, TaylorWessing.

Wim Maas: reactie op AD-artikel 'Studenten TU/e moeten rechten van uitvinding afstaan'

, IEF 18926; https://ie-forum.nl/artikelen/wim-maas-reactie-op-ad-artikel-studenten-tu-e-moeten-rechten-van-uitvinding-afstaan

De artikelen Studenten TU/e moeten rechten van uitvinding afstaan en TU/e wil uitvindingen claimen, gepubliceerd in het Algemeen Dagblad resp. het Eindhovens Dagblad vragen om een reactie. De teneur van zowel deze bijdragen als van het tv-programma 'NOS op 3' geeft blijk van een miskenning van de publieke taken van een universiteit. Ook de (in de artikelen aangehaalde) masterscriptie van Frank Rutgers getuigt van een beperkte kijk op wat de taak van een universiteit is.

Laten we in de eerste plaats vaststellen dat universiteiten grotendeels worden gefinancierd met ons belastinggeld (de  Rijksbijdrage). Het collegegeld dat de studenten moeten betalen is – zeker vergeleken met het publieke geld dat jaarlijks naar universiteiten gaat – maar een beperkte bron van inkomsten. Kortom, wij betalen met zijn allen voor wetenschappelijk onderwijs. Ik denk dat iedereen het erover eens is dat goed wetenschappelijk onderwijs voor onze maatschappij van groot belang is, en dat we daar dus graag voor zouden moeten willen betalen via de belastingen. Het maakt echter wel extra duidelijk dat de universiteit publieke taken heeft.

Lees hier het gehele artikel van Wim Maas.

IEF 18924

Uitspraak ingezonden door Suzanne Hiemstra en Laura van Gijn, De Roos Advocaten.

SIR FRANKLIN maakt inbreuk op Beneluxmerk FRANKLIN

Rechtbank Den Haag 7 jan 2019, IEF 18924; ECLI:NL:RBDHA:2020:443 (Café Franklin tegen The Franklin Group), https://ie-forum.nl/artikelen/sir-franklin-maakt-inbreuk-op-beneluxmerk-franklin

Vrz. Rechtbank Den Haag 7 januari 2020, IEF 18924; ECLI:NL:RBDHA:2020:443 (Café Franklin tegen The Franklin Group) Café Franklin is een café-restaurant in Den Haag en is tevens houdster van het Beneluxwoordmerk “FRANKLIN”. The Franklin Group, een andere onderneming, exploiteert een hotel, brasserie en cocktailbar in Middelburg. Dit hotel werd in eerste instantie op de markt gezet als “FRANKLIN”. Cafe Franklin heeft The Franklin Group gesommeerd het gebruik van dit teken te staken. Het gehanteerde teken werd daarop gewijzigd in “SIR FRANKLIN” en gedeponeerd. Café Franklin vordert dat iedere inbreuk op haar merkenrecht wordt gestaakt. Van een merkinbreuk is sprake als een teken zodanig overeenstemt met het merk dat daardoor bij het in aanmerking komende publiek van de desbetreffende diensten verwarring kan ontstaan. The Franklin Group voert onder andere aan dat er geen sprake is van gelijke of overeenstemmende diensten. Dit verweer wordt verworpen. Beide ondernemingen bieden dezelfde diensten aan, ook al verschillen zij enigszins in beleving en prijs. Verder wordt betoogd dat wanneer het teken wordt voorafgegaan door bijvoorbeeld ‘Brasserie’ en ‘Cocktailbar’ er geen sprake meer is van merkinbreuk. Echter dit zijn beschrijvende elementen en FRANKLIN blijft het dominante onderscheidende element in de combinatie. Bij het horecapubliek bestaat wel degelijk een verwarringsgevaar. Er wordt een inbreukverbod toegewezen. 

IEF 18925

Airbnb is een informatiedienst en geen vastgoedbedrijf

HvJ EU 19 dec 2019, IEF 18925; ECLI:EU:C:2019:1112 (AHTOP tegen Airbnb), https://ie-forum.nl/artikelen/airbnb-is-een-informatiedienst-en-geen-vastgoedbedrijf

HvJ EU 19 december 2019, IEF 18925, IT 2993, IEFbe 3017; ECLI:EU:C:2019:1112 (AHTOP tegen Airbnb) De Franse vereniging voor accommodatie en toerisme klaagt Airbnb aan wegens het verrichten van vastgoedactiviteiten zonder beroepskaart die volgens de wet-Hoguet verplicht is. Airbnb ontkent dat zij activiteiten van een vastgoedmakelaar uitoefent. Bovendien stelt zij dat de wet-Hoguet onverenigbaar is met de richtlijn 2000/31, de wet zou niet van toepassing zijn op de onderhavige zaak. Het Hof van Justitie gaat mee met de standpunten van Airbnb en stelt dat Airbnb hoofdzakelijk een tool is om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Er wordt vastgesteld dat Airbnb de prijzen van de aangeboden accommodaties niet bepaalt, en evenmin een selectie maakt van verhuurders of accommodaties die worden aangeboden op haar website. Airbnb moet daarom worden gekwalificeerd als “dienst van de informatiemaatschappij” in de zin van richtlijn 2000/31. Verder wordt gesteld dat de wet-Hoguet niet van toepassing is op de zaak, omdat de Frankrijk heeft verzuimd kennis te geven van de betreffende wet aan Airbnb Ireland, waardoor er niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 3, lid 4 van richtlijn 2000/31.