In 2011 concludeerde ik al eens dat het verbieden van P2P delen een verloren race is [BIE 2011-5, p. 160 e.v.  ].  Het gaat te sterk in tegen het biologische mechanisme van delen.  Dingen met elkaar delen fungeert als sociaal bindmiddel. Anderzijds moet  de maker erkenning krijgen en beloond worden voor zijn innovatie, zodat  hij zich blijft inzetten voor de vooruitgang. Eigenlijk gaat het om het  aloude biologische principe dat er evenwicht moet zijn tussen het  belang van het individu en het belang van de groep waar hij deel van  uitmaakt. Als je de kaas van je brood laat eten, zal dat je gezondheid  aantasten. Maar als je een ander niets gunt, zal je geïsoleerd raken en  nooit meer aan kaas kunnen komen. Houdt rekening met een ander zoals je  ook op jezelf past, dat is de biologische basisregel van het hele recht.  Het recht zorgt met andere woorden voor een balans tussen het eigen  belang en het groepsbelang, opdat ze kunnen samenwerken, groeien en zich  verspreiden.    Wat heeft dat uitgangspunt voor gevolgen voor  foto’s en teksten op het internet? Als die er vrijwillig zijn opgezet  door de maker, zouden die automatisch moeten vallen onder de Creative  Commons Licensie. Internet is per definitie een deelmedium. De schrijver  of fotograaf die daar gebruik van maakt probeert bekendheid te krijgen  door te delen en moet zich dan ook houden aan de regels die bij delen  horen. Dus: jullie mogen mijn bijdrage gebruiken, als je er prudent mee  omgaat en mijn naam noemt.    Er speelt nog iets anders mee. Door de  introductie van internet zijn nieuwe vondsten niet altijd even schaars  meer. Voor jouw foto tien andere, voor jouw tekst een andere tekst, voor  jouw optreden het optreden van een ander. De waarde van dergelijke  creatieve uitingen daalt door de wereldwijde uitwisselingsmogelijkheden.  Dan moet je er niet vreemd van opkijken als je nog maar één cent per  klik krijgt. Kwestie van marktwerking. Je moet niet je beroep maken van  iets dat iedereen kan.    Maar de voorwaarde van erkenning blijft.  Erken je de maker niet door zijn naam (opzettelijk) te verzwijgen, dan  maak je woede los. Ieder mens wil erkenning voor zijn prestaties, zeker  als die bijzonder zijn. Ik kan nog steeds het gevoel naar boven halen  dat ontstond toen ik de foto van mijn eigen unieke bouwproject zag op  een reclameposter van de Friesland Bank. Ik was ontzettend blij toen de  rechtbank mijn auteursrecht erkende, al kreeg ik geen cent  schadevergoeding. Ik kan overigens ook niet ontkennen dat het feit dat  de bank inmiddels is opgeslokt door de Rabobank mij goed doet…  Biologische drives kun je niet negeren.    Het probleem zit hem  vooral in het hacken van muziek en films. Het hacken is diefstal. Je  breekt binnen en sleept de Nachtwacht uit het atelier van Rembrandt. Dat  vervolgens allerlei omstanders het schilderij namaken en die boven hun  bank hangen, kun je de omstanders niet kwalijk nemen. Het is de dief die  de schade toebrengt en die zal dus de schade moeten compenseren en  gestraft moeten worden.    Mijn advies voor de door Kroes gevraagde  herziening is daarom: Papieren tijgers moeten terug in hun hok. Een  verbod op thuisgebruik valt niet te handhaven. Vrijwillig op internet  geplaatste bijdragen vallen standaard onder de Creative Commons  Licensie. Hackers worden beschouwd als dieven die moedwillig het goed  van een ander vervreemden. Voor hen geldt de aloude natuurwet dat zij  zwaar gestraft moet worden. En voor het overige is het aan de makers om  een slim verdienmodel te bedenken.    Hendrik Gommer  1) Rechtsbioloog. Binnenkort verschijnt zijn boek ‘Vermenigvuldiging: De biologie van regels en wetten’.  2) HvJ EU 10 april 2014, nr. C-435/12 (ACI Adam e.a.); zie ook Joost Poort, Tijd voor meer legale popcorn, IEF 14277 IE-Forum.nl.  |