Gepubliceerd op woensdag 24 mei 2006
IEF 2110
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Pornozoekenden

Rechtbank 's-Gravenhage 24 mei 2006, HA ZA 04-2493. Van der Zwan tegen De Vries & Leidseplein Beheer B.V.

Interessant vonnis over de verhouding WIPO-arbitratie versus nationale rechtspraak, de geldige reden en de reputatie van bepaalde waren en diensten. Conclusie is dat de domeinnamen van De Vries geen inbreuk maken op de rechten van De Vries (en dat lijkt alleen maar een open deur). 

De Vries is houder van het merk The Bulldog, bekend van onder meer de coffeeshop op het Leidseplein. "Z" heeft na een domeinnaamprocedure bij het WIPO de domeinnamen bulldog.com en buldog.com moeten afstaan aan De Vries (beslissing hier). Na deze procedure heeft "Z" het teken Buldog doen registreren als Benelux-(woord)merk.

"Z" vordert en krijgt i.c. een verklaring voor recht dat de .com domeinnamen geen inbreuk maken op enige merk- en/of handesnaam- en/of enige andere rechten van De Vries. De Vries vordert in reconventie onder meer "Z" te gebieden inbreuk op de merkrechten van De Vries te staken, waaronder het gebruik van de .com domeinnamen.

De Vries stelt in conventie dat "Z" geen belang heeft bij de door hem gevorderde verklaring, nu hij heeft nagelaten tevens de vernietiging van het arbitraal vonnis ex artikel 1064 en 1065 te vragen. "Deze stelling is kennelijk gebaseerd op de opvatting dat de beslissing van het WIPO Arbitration and Mediation Center van 7 juni 2004 is aan te merken als een arbitraal vonnis.

Deze zienswijze is evenwel onjuist. (...) Het bestaan en het gebruik van deze adminstratieve procedure depriveren domeinnaamhouder en derde evenwel niet van het recht zich tot de gewone rechter te wenden ter beoordeling van hun geschil in volle omvang. (...) De eerdere beoordeling door het Panel bindt de rechtbank dan ook niet, als feitelijk omstandigheid kan zij evenwel van belang zijn."

Dan de beoordeling van de vorderingen in conventie en reconventie (deze worden gezamenlijk besproken). "Z" heeft aangevoerd dat het teken The Bulldog beschrijvend is en niet onderscheidend kan zijn. De rechtbank ontkracht dit. Ten tweede voert "Z" aan dat het teken niet overeenkomt, omdat het zonder het lidwoord 'the'  wordt gebruikt en slechts met één 'l' wordt geschreven. Dit verweer slaagt ook niet.

De rechtbank stelt vast dat de tekens voor waren of diensten worden gebruikt die niet soortgelijk zijn (doorverwijzen naar porno versus horecadiensten, fietsverhuur en energiedrankjes). De bezwaren zijn dus gegrond voorzover zij steunen op artikel 13-A1 sub c of sub d. De rechtbank gaat er veronderstellenderwijs van uit van de bekendheid van de merken van De Vries. Zeer groot is deze volgens de rechtbank echter niet.

Blijft over de vraag of Van "Z" een geldige reden had voor het gebruik. Dit dient primair te worden beoordeeld naar het moment van de eerste registratie van de domeinnaam. "Z" stelt dat hij de aanduiding bulldog heeft gekozen omdat het een normaal zelfstandig naamwoord is, dat gemakkelijk te onthouden is en dat ook niet direct verwijst naar adult-websites. Bij de registratie van de domeinnaam in 1997 was hij niet bekend met de bulldog-merken van De Vries. In beginsel is het door "Z" aangevoerde motief voldoende om een geldige reden op te leveren voor zijn keuze het teken bulldog te gebruiken als kenmerkende deel van zijn domeinnaam."

"Of "Z" bekend was met het merk van De Vries is in beginsel niet relevant. Uitgangspunt is dat men het merk van een ander, als daar een geldige reden toe is, mag gebruiken als kenmerkend onderdeel van een domeinnaam. Enkel bij een zeer bekend merk is hierop een uitzondering denkbaar.  Het is ook niet zo dat een merkrecht zonder meer een soort voorrang op de overeenkomende domeinnaam met zich meebrengt. Die vooronderstelling zou immers afbreuk doen aan het in domeinland geldende beginsel “wie het eerst komt, het eerst maalt”.

In beginsel zou "Z" – binnen de grenzen van artikel 14B sub 1 juncto artikel 3 lid 2 sub c BMW – het teken bulldog zelfs als merk mogen gebruiken. Hierboven is immers reeds overwogen dat "Z" zijn (overeenstemmende) teken voor waren of diensten gebruikte die niet soortgelijk zijn aan de door De Vries aangeboden waren of diensten." Nu De Vries pas voor het eerst in 2003 actie ondernam tegen de domeinnaam van De Vries, heeft De Vries in feite zes jaar lang de geldige reden van "Z" gerespecteerd.

De rechtbank is dan ook van oordeel dat "Z" met geldige reden het teken bulldog in zijn .com domeinnamen is gaan gebruiken en is blijven gebruiken. Dat hij met de exploitatie van zijn websites onder die namen voordelen heeft behaald is dan ook niet ongerechtvaardigd. “

Dat door het gebruik afbreuk is gedaan aan het onderscheidend vermogen van het merk The Bulldog voor de onder dat merk aangeboden diensten en waren heeft De Vries geheel niet aannemelijk gemaakt en is volgens de rechtbank eigenlijk sowieso niet aannemelijk.

“Dat het gebruik van het teken voor pornosites afbreuk doet aan een merk dat is opgebouwd vanuit en rond een coffeeshop is niet aannemelijk. De Vries miskent dat zijn onderneming zijn fundament vindt in uitsluitend hier te lande gedoogde handel, terwijl de handel van "Z" hier te lande maar ook elders is aan te merken als geoorloofde handel. Dat een der genoemde omstandigheden zich zou voordoen en dat daardoor schade zou zijn ervaren is overigens ook niet te rijmen met het stilzitten van De Vries gedurende circa zes jaar.

De vordering van De Vries wordt afgewezen. "Z" heeft een geldige reden voor het gebruik van zijn merk waar thans nog bij komt dat hij een merk heeft gedeponeerd dat overeenkomt met het kenmerkende deel van de domeinnaam waarmee hij zich een marktpositie heeft verworven.

De slotsom is enigzins curieus. De rechtbank verklaart dat de domeinnamen die inmiddels, na de WIPO-procedure, in bezit zijn van De Vries "geen inbreuk maken op enig recht van De Vries, met betrekking tot het teken 'The Bulldog.'"

Lees het vonnis hier.