DOSSIERS
Alle dossiers

Diversen  

IEF 2742

Proefschriftproces (3)

hm.bmpKort  rechtbankverslag 010 Publishers tegen NFM (zie bericht hieronder), Michel Frequin (hoofd juridische zaken van het NUV).

De auteur van ‘Maaskant. Architect van de vooruitgang’, Michelle Provoost, heeft voor haar proefschrift (integraal gepubliceerd op de website van de RUG), klik hier, IEF )over het werk van Maaskant zes foto's bij het Fotomuseum besteld. In de uitgave van 010 zijn uiteindelijk 22 foto's van fotografen vertegenwoordigd door het Fotomuseum opgenomen, waaronder de zes genoemde foto's. Het Fotomuseum vordert voor de aan de auteur geleverde foto's van 010 de vergoeding op grond van een vermeende overeenkomst met 010 en vordert voor de overige zestien foto's een vergoeding wegens auteursrechtinbreuk. 010 betwist de contractuele relatie met het Fotomuseum voor de zes foto's en beroept zich voor het toegestaan gebruik op het citaatrecht (het citeren in het kader van een wetenschappelijke verhandeling).

Ten behoeve van het verkrijgen van een principiële uitspraak over het citaatrecht, betwist 010 niet (meer) dat het Fotomuseum formeel namens de aangesloten fotografen in rechte kan optreden, hoewel dat zeker niet goed door het Fotomuseum was afgedekt. (Ik ga verder dan ook alleen op het citaatrecht in, MF.)

Volgens het Fotomuseum moet onderscheid worden gemaakt tussen het afgebeelde werk van de kunstenaar (Maaskant) en het werk van de fotograaf. Het werk van de fotograaf wordt niet besproken, dus met betrekking tot het werk van de fotograaf zou geen sprake zijn van citeren in de zin van de Auteurswet. De fraaie wijze waarop de foto's zijn opgenomen, soms over een hele pagina of over twee pagina's, maakt dat sprake is van versiering en niet van citeren. Er is geen sprake van een algemene wetenschapsexceptie: voor een handelsuitgave van een proefschrift dient gewoon te worden betaald. De vergoeding daarvoor is niet hoog en de fotografen hebben al een slechte inkomenspositie.

Namens 010 is gesteld dat wetenschappers de vrijheid moeten hebben om hun werk met citaten te onderbouwen. Dit betekent niet dat alle middelen daartoe gratis zijn geoorloofd, maar in dit geval is geen sprake van exploitatie van de foto's. Het gaat om het werk van Maaskant en niet om enkele foto's van een fotograaf. Het werk van de fotograaf wordt niet besproken. Daar gaat de wetenschappelijke verhandeling ook niet over.

De auteur was op de zitting aanwezig om het functioneel verband tussen foto's en tekst aan te geven. Volgens Provoost zijn de foto's geen versiering. In het boek worden de visuele aspecten van het werk van Maaskant besproken en die moeten goed zichtbaar worden gemaakt. Hans Oldewarris, directeur/uitgever van 010 Publishers, benadrukte nog eens dat het Fotomuseum prima werk levert en dat hij waar nodig ook graag gebruiksrechten regelt. Nu is er echter behoefte aan een duidelijke afbakening van de ruimte die het citaatrecht biedt. In die kwestie staat hij lijnrecht tegenover het Fotomuseum en soortgelijke organisaties, die het citaatrecht in feite geheel negeren.

MF

IEF 2741

Proefschriftproces (2)

maaskant.bmpBoekblad bericht dat uitgeverij 010 Publishers in de rechtszaak over de rekening die het Nederlands Fotomuseum stuurde naar aanleiding van de publicatie “Maaskant. Architect van de vooruitgang” heeft besloten zich te volledig focussen op het citaatrecht (“hoewel zij ook vragen heeft over de formele kant van de vertegenwoordiging van de fotografen door het Nederlands Fotomuseum”). De zaak diende gisteren voor de kantonrechter in Rotterdam (uitspraak 21 november).

“De uitgeverij heeft voor deze opstelling gekozen in de hoop dat de rechter een uitspraak zal doen die in de toekomst als jurisprudentie kan worden gebruikt.010 Publishers stelt zich op het standpunt dat foto's in boeken met een wetenschappelijke achtergrond onder het citaatrecht vallen. Als voor alle 700 illustraties in het boek over Maaskant het volle pond van 115 euro zou moeten worden betaald, zou de rekening voor de illustraties alleen al 80.500 euro bedragen. Bij een oplage van 1.000 exemplaren zou het bedrag dat is verschuldigd voor de beeldrechten uitkomen op ruim 80 euro per exemplaar.”

Lees het bericht hier (alleen voor abonnees). Eerder bericht hier.

IEF 2739

Auteursrecht op normen

knbl.bmpDagvaarding, persbericht en petitie op Knooble.nl, in aansluiting op dit eerdere bericht over auteursrecht op (verwezen NEN-) normen.

"Op dit moment worden normalisatienormen in Nederland niet conform de bekendmakingsregels gepubliceerd plus er wordt auteursrecht geclaimd. Dit heeft tot gevolg dat de normen tegen relatief hoge bedragen worden verkocht. De verkoper handelt hierbij volgens het profijtbeginsel (de gebruiker betaalt). Deze situatie werpt een drempel op en is, volgens Knooble, niet conform de wet."

"Battle on the use of information.

Zijn normalisatienormen waarnaar wordt verwezen in wetten Publiekrechtelijk gezien bindend en zo ja waarom worden ze dan niet gewoon gepubliceerd om vrij beschikbaar te zijn voor eenieder? Knooble spant een zaak aan tegen de staat om helderheid te krijgen over deze vragen.

De juridische status van 'verwezen' normalisatienormen in regelgeving is momenteel onduidelijk. Er is een belang dit helder te krijgen. De onduidelijkheid richt zich hierbij op het al dan niet bindende karakter ervan plus, hieraan gekoppeld, de publicatie van normen en de toepasselijkheid van het auteursrecht. Anders gezegd: "Zijn ze bindend en zo ja waarom worden ze dan niet vrijgegeven voor publicatie?"

Normen zouden vrij van auteursrecht moeten zijn

Op dit moment worden normalisatienormen in Nederland niet conform de bekendmakingsregels gepubliceerd plus er wordt auteursrecht geclaimd. Dit heeft tot gevolg dat de normen tegen relatief hoge bedragen worden verkocht. De verkoper handelt hierbij volgens het profijtbeginsel (de gebruiker betaalt). Deze situatie werpt een drempel op en is, volgens Knooble, niet conform de wet. Het huidige systeem van verwijzing naar normalisatienormen impliceert dat deze de status van algemeen verbindende voorschriften hebben/krijgen. Hiermee dienen de normen conform de bekendmakingsregels te worden vrijgegeven. Ook geldt alsdan dat de normen onder artikel 11 van de Auteurswet vallen. In dit artikel wordt bepaald dat wetten en besluiten van auteursrecht zijn uitgesloten. Hiermee zou de tekst van de normen vrij van auteursrecht moeten zijn en kunnen ze gratis op Internet worden geplaatst.

Verwijzing naar NEN-normen in regelgeving

De NEN in Delft, voorheen het NNI, stelt NEN-normen (NEN staat voor Nederlandse norm) vast en regelt de publicatie ervan. De NEN beheert momenteel circa 633.000 normen. De NEN-normen zijn in beginsel gebaseerd op vrijwillige afspraken tussen diverse belanghebbenden zoals producenten en leveranciers. In de normen zijn de eisen waaraan bijvoorbeeld producten, processen, meet- en keuringsmethoden moeten voldoen vastgelegd. Niet alleen in het Bouwbesluit (wet) wordt gebruik gemaakt van het systeem van verwijzing naar normalisatienormen, ook voor andere wetten geldt dit systeem. De normen zijn via zelfregulering opgesteld. Door het huidige systeem van de verwijzing is er sprake van een koppeling tussen zelfregulering en wetgeving. Dit is feitelijk het koppelen van privaatrecht met publiekrecht. Onduidelijkheid over de status van 'verwezen' normen en de wijze waarop deze beschikbaar zijn raakt nagenoeg ieder bedrijf. Het is dan ook zaak dat hier duidelijkheid over komt.

De rol van de overheid

Volgens de huidige opvattingen acht de overheid de Bekendmakingswet niet van toepassing op 'verwezen' NEN-nomen. Er zijn eerder Kamervragen over gesteld maar dit heeft geen duidelijkheid opgeleverd. Daarentegen verwacht de overheid dat eenieder de wet dient te kennen. Om je aan de wet te kunnen houden moet de overheid de burger in de gelegenheid stellen kennis te kunnen nemen van de wet. Het uitgangspunt hierbij is dan ook dat dergelijke informatie wordt gepubliceerd en dat er geen auteursrecht op wetgeving rust. Het ligt hiermee op de weg van de overheid onduidelijkheid over 'verwezen' normen weg te nemen en de voorwaarden te creëren om de informatie vrij toegankelijk te maken.

De kern van de zaak

De Grondwet kent drie categorieën van bindende voorschiften: wetten, algemene maatregelen van bestuur en algemeen verbindende voorschriften. Indien normalisatienormen (zoals de NEN-normen) worden geacht bindend te zijn dan is er, gebaseerd op de Grondwet slechts één mogelijkheid: NEN-normen dienen te worden gekwalificeerd als algemeen verbindende voorschriften. Dit betekent dat de bekendmaking van deze 'verwezen' normen overeenkomstig de wet dient plaats te vinden en dat er geen auteursrecht van toepassing is. Hiermee zouden de normen beschikbaar komen voor iedereen.

Wat is de situatie indien de overheid bij nader inzien normen niet de status van bindende voorschriften geeft?

Indien 'verwezen' normen om welke reden dan ook niet als bindende voorschrift kunnen worden aangemerkt zijn de normen, tenzij partijen hier privaatrechtelijk andere afspraken over maken, niet bindend. Eenieder die handelt of heeft gehandeld gebaseerd op het gerechtvaardige vertrouwen dat dergelijke normen een onderdeel van de wet zijn, heeft voor de naleving hiervan waarschijnlijk kosten gemaakt die hij of zij zonder deze 'verplichting' niet zou hebben gemaakt. Het laat zich raden wat de status 'niet bindend' teweeg zou brengen. Dit zou de weg openen om de kosten die hiervoor ten onrechte zijn gemaakt te verhalen op de veroorzaker(s) van de onduidelijkheid. Dit is waarschijnlijk niet de bedoeling van de wetgever.

Waarom wil Knooble normen vrij beschikbaar maken?

De missie van Knooble is 'het wereldwijd toegankelijk en bruikbaar maken van informatie over en ten behoeve van bouwprojecten'. Een belangrijk onderdeel hiervan is informatie over wetten, regels, voorschiften enzovoorts. Indien het mogelijk is normen beter of volledig te ontsluiten, als het even kan gratis, dan doet Knooble in haar ogen iets goeds. De wijze waarop normen op dit moment beschikbaar zijn en kunnen worden gebruikt is voor velen frustrerend. Er moet fors voor worden betaald plus er zijn, gebaseerd op het auteursrecht, diverse regels voor het gebruik. In de ideale situatie zijn de normen voor eenieder vrij toegankelijk. Knooble wil haar best doen dit, binnen de mogelijkheden van de wet, te bewerkstelligen.

Wat kunt u doen?

Door de petitie te 'tekenen' draagt u uw steentje bij aan het streven de situatie te verbeteren.

Eenieder heeft er baat bij

Alhoewel veel partijen zich keer op keer afvragen waarom (NEN) normen zoveel geld kosten, heeft niemand tot op heden het systeem echt onder de loep genomen. Wat zou er niet mooier zijn dan dat iedereen gewoon even op Internet kan kijken naar de norm voor het te leveren werk! Zo moet informatie beschikbaar zijn. De juridische aspecten van deze zaak zijn complex, de inzet is echter helder: eenieder in het bedrijfsleven zal er baat bij hebben als er duidelijk is over de toepasselijkheid van normen, de juridische status en … eenieder heeft er baat bij als normen vrij beschikbaar komen via internet.

Wij rekenen op uw steun!

Lees hier meer.

IEF 2726

Online baken

bustemra.bmpPersbericht: “Eén loket met alles over muziek en muziekauteursrecht. Buma/Stemra is gestart met een volledig vernieuwde website.

Op de site kunnen muziekgebruikers, -auteurs en -uitgevers terecht voor alle informatie over muziekauteursrecht en voor het afhandelen van transacties op dat gebied.  (..) De nieuwe website biedt een aantal nieuwe functionaliteiten. Naast een maandelijkse digitale nieuwsbrief en een overzicht van aangesloten muziekauteurs, is het mogelijk om via een licentiecalculator de verschuldigde vergoedingen voor muziekgebruik te berekenen. De nieuwe website omvat tevens een besloten portal waar muziekauteurs en –uitgevers hun administratieve zaken met Buma/Stemra kunnen regelen en bekijken. (…) De site zal moeten uitgroeien tot een online baken in de turbulente wereld van muziekauteursrecht.”

Lees het volledige persbericht hier.

IEF 2685

Twee berichten

Twee mediaberichten m.b.t. het  arrest in de zaak Sanoma/Freelancers van het Hof Den Haag van vorige week donderdag over hergebruik van opdrachtmateriaal van freelancers.

Persbericht Sanoma: “(…) Sanoma Uitgevers is tevreden over de uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag omdat de rechter haar op vrijwel alle punten in het gelijk heeft gesteld.

Op één punt is het Gerechtshof van mening dat Sanoma Uitgevers haar voorwaarden moet aanpassen. Dit betreft de termijn van exclusiviteit voor gebruik van in opdracht vervaardigd werk. Deze termijn moet  worden teruggebracht van anderhalf jaar naar negen maanden. “Hoewel wij van mening zijn dat onze termijn van anderhalf jaar niet onredelijk is, respecteren wij het besluit van het Gerechtshof en brengen wij de periode van exclusiviteit terug naar negen maanden”, aldus uitgeefdirecteur Gert Jaap Schoppink.

Lees het persbericht hier.

Bespreking Christiaan Alberdingk Thijm op Solv.nl: “Beding Sanoma onredelijk bezwarend. Uitgever Sanoma heeft een onredelijk bezwarend beding opgenomen in haar standaard overeenkomst met freelance auteurs. Dat heeft het Hof 's-Gravenhage bepaald in een arrest van 28 september 2006.

(…) Bij zijn oordeel betrekt het Hof een aantal interessante overwegingen over elektronisch publiceren. Het Hof stelt voorop dat de exploitatiemogelijkheden voor uitgevers hierdoor zijn toegenomen. Volgens het Hof hebben de freelancers die in opdracht van de uitgevers werkzaamheden verrichten slechts in beperkte mate meegeprofiteerd van de toegenomen exploitatiemogelijkheden van hun werken. Het Hof acht het verder van belang dat Sanoma een belangrijke uitgever is en dat een freelancer in de regel tegenover een uitgever een zwakke onderhandelingspositie heeft en ook niet snel zal gaan procederen.

Het kan natuurlijk betwijfeld worden of de freelancers nu echt iets opschieten met negen maanden minder exclusiviteit. (…) Toch is de uitspraak een belangrijke principiële overwinning voor de freelancers.

Lees hier meer.

Lees het arrest hier (uitgebreidere bespreking volgt).

IEF 2682

Het gestolen idee

Is er al een format over het stelen van formats? Onder de titel ‘Programma Bridget gestolen idee?’bericht de Telegraaf dat schrijfster Manon Spierenburg. Beweert dat het idee voor het programma Woef, hoe word ik een beroemde hond, dat Bridget Maasland presenteert op Talpa gebaseerd zou zijn op haar boek Idogs, waarin een baasje en haar hond mee aan een talentenjacht. In Woef strijden zes bekende Nederlanders en hun viervoeters onder toeziend oog van Bridget om wie de beste hond heeft.

Lees hier meer.

IEF 2679

Gevolg

De nieuwe volgrecht regeling blijkt sinds de invoering ervan op 1 april jl. voornamelijk financieel voordeel op te leveren voor gevestigde kunstenaars. Dit blijkt volgens de Stichting Beeldrecht uit de cijfers van de drie grootste veilinghuizen - Sotheby's, Christie's en Glerum in Amsterdam. Tot dusver zou bijna 30.000 euro zijn betaald aan twintig Nederlandse en zeven buitenlandse kunstenaars.

Lees hier meer.

IEF 2673

Frustraties met muziek

“Nadat de Consumentenbond woensdag een campagne startte om een einde te maken aan de 'frustraties met muziek en films',  veroorzaakt door drm-beveiliging, reageerde branchevereniging NVPI geagiteerd.

Volgens de Consumtenbond worden digitale auteursrechten 'één van de belangrijkste consumentenissues van de komende jaren. De bond zegt dat consumenten gefrustreerd raken door de vele gebruiksbeperkingen. De brancheorganisatie voor de entertainmentindustrie zegt dat de Consumentenbond 'niets begrijpt van downloads'.”

Lees hier meer (Webwereld.nl).

IEF 2670

Achterstevoren

waryb.bmpBericht in de Volkskrant van vandaag: Een aan flarden gesneden kopie van Barnet Newmans Who’s afraid of Red, Yellow and Blue III maakt deel uit van de tentoonstelling Bouwjaar ’86, waarmee het architectuurcentrum Amsterdam zijn twintigjarige bestaan viert. Het origineel werd in 1986 door een vandaal met een stanleymes bewerkt en de kopie is op dezelfde manier kapot gesneden. Tot vorige week hing het doek achterstevoren, omdat erfgenamen van Newman nog toestemming moesten verlenen. Tentamenvraag: Was toestemming inderdaad vereist  en waarom  wel of niet?

IEF 2649

Diverse publicaties

1- A.C. Lagemaat, M.L. Boonk, and M Briet, In: Recht in een virtuele wereld: juridische aspecten van massive multiplayer online role playing games, Chapter 2, pages 21-40. NVvIR, Elsevier, 2006. 

Vermogensrechtelijke aspecten. Mede vanwege het toegenomen economisch belang van online gaming en de verhandeling van virtuele objecten die door spelers worden gebruikt in online games, is het belang van de vraag welke juridische status die objecten hebben toegenomen. Lees hoofdstuk 2 hier

2- M.L. Boonk and DF Groenevelt, In: Recht in een virtuele wereld: juridische aspecten van massive multiplayer online role playing games, Chapter 5, pages 81-96. NVvIR, Elsevier, 2006. 

Internationaal Privaatrechtelijke aspecten van Virtuele Werelden. Het internet kent vele verschillende toepassingen, waarbij deterritorialisering en multinationalsering in meer of mindere mate optreden. Een virtuele wereld zoals een MMORPG is bij uitstek het voorbeeld van een internettoepassing  waarbij deze effecten zich in extreme mate doen gevoelen. Lees hoofdstuk 5 hier.

3- S.H. Bol, M.L. Boonk, W.-H. Hogerzeil, C.L.H. Netze-Ritsema, and M. Weij, In: Recht in een virtuele wereld: juridische aspecten van massive multiplayer online role playing games, Chapter 6, pages 97-112. NVvIR, Elsevier, 2006. 

Intellectuele eigendom. In de wereld van de virtuele computergames (MMORPG) gaat veel geld om (…)  Bij deze handel gaat het om spelkarakters (avatars) of andere spelattributen, zoals bijvoorbeeld een virtueel zwaard, een stuk land of kleding. Stel nu dat een van deze goederen een merknaam in zich heeft.  Lees hoofdstuk 6 hier

4- F.P. van Koppen. De vermogensrechtelijke status van de domeinnaam,  maandblad voor Vermogensrecht, augustus 2006.

De auteur verdedigt dat de relatief-recht-benadering de voorkeur verdient boven de aanname dat het domeinnaamrecht een recht sui generis is. Daarnaast is hij van mening de wetgever te zijner tijd een “domeinnaamwet” zou moeten invoeren, waarin de belangrijkste vermogensrechtelijke vraagstukken volgens de relatief-recht-leer geregeld worden. Lees het artikel hier

5- P.B. Hugenholtz, Annotatie bij HvJEG 6 februari 2003, C-245/00 (SENA/NOS), HR 28 mei 2004 (SENA/NOS) en HR 28 november 2003 (SENA/NKP). Verschenen in NJ 2006-374-376, p. 3617-3619.  Lees hier meer. Eerder bericht hier.