DOSSIERS
Alle dossiers

Diversen  

IEF 2436

Content

De Commissie is een online consultatie gestart  over de wijze waarop  de groei van online content (o.a. juridisch) kan worden gestimuleerd. Onder online content vallen in dit kader  audiovisuele media zoals tv en film, online muziek en radio; online games; online publishing en educatieve content.

EC Commissaris Reding: "Alleen met een grensoverschrijdende markt voor on-line-inhoud waarop auteurs, kunstenaars en makers een eerlijke beloning krijgen voor hun talent en vaardigheden, zal de Europese inhoudsector kunnen concurreren met andere continenten."

Er kan gereageerd worden tot 13 oktober 2006. In de consultatie komen de o.a. volgende onderwerpen aan bod:

- Licensing, rights clearance, right holders remuneration
- Legal or regulatory barriers
- Piracy and unauthorised uploading and downloading of copyright protected works
- Digital Rights Management systems (DRMs)
- Payment and price systems

Lees hier meer. Questionnaire hier.

IEF 2434

Wat ik het liefste wil

“Het thema van het laatste nummer van Happinez is ‘vrijheid’. Inez van Oord, hoofdredacteur van het ‘mindstyle magazine’, heeft dat wel heel letterlijk genomen. In de rubriek Inspiratie, waarmee het blad opent, put zij naar hartelust uit Hagar Peeters’ gedicht Genoeg gedicht over de liefde vandaag.

Peeters wist nergens van en haar naam wordt niet vermeld in het blad. (…) Hagar Peeters is er op zijn zachtst gezegd niet blij mee. ‘Het is een heel slecht gedicht geworden. Ik vind het heel raar dat een blad dit denkt te kunnen doen. Een rectificatie is niet eens wat ik het liefste wil, ik wil vooral dat mensen zich realiseren dat je respect moet hebben voor andermans intellectueel eigendom.’

'Peeters eist een schadevergoeding van ongeveer 1.000 euro van het tijdschrift. (...) Uitgever Nijsen spreekt van een ‘artistieke verkrachting’. „Je wordt bevangen door plaatsvervangende schaamte als je leest hoe iemand een beetje poëtisch is gaan doen met andermans intellectuele eigendom”, zegt Nijsen. Als Happinez niet binnen twee weken over de brug komt, spant Podium een rechtszaak aan.'

Lees hier en hier meer.

IEF 2430

Potvis

Na Nijntje (hier) heeft ook Nemo stappen genomen tegen een minder kindvriendelijke parodie. De eigenaar van een coffeeshop in Rotterdam heeft, na daartoe door Disney gesommeerd te zijn, een blowende Nemo van zijn gevel verwijderd.‘ Disney vond het stuitend om een verantwoord karakter als Nemo in relatie te brengen met softdrugs’.

De eigenaar van de coffeeshop, op de hoek van de Nieuwe Binnenweg en de 's Gravendijkwal, heeft het visje inmiddels vervangen door een potvis. De naam Nemo blift ongewijzigd. Die is, ook volgens Disney zelf, te algemeen om eigendom van Disney te kunnen zijn.

Lees hier of  hier (afbeelding) meer.

IEF 2429

Auteursrecht op normen

Het Technisch Weekblad komt met een interessant bericht over de rafelranden van het auteursrecht: “Ingenieursbureau CBB (Centraal Bureau Bouwtoezicht) spant half augustus een proefproces aan tegen het ministerie van VROM. Het wil daarmee bereiken dat normen waar in wetten naar wordt verwezen, gratis beschikbaar zijn.

Het Bouwbesluit verwijst bijvoorbeeld naar bepaalde normen voor de uitvoering van bouwwerken. Bouwbedrijven moeten deze normen tegen betaling aanschaffen bij Normalisatie-instituut NEN. CBB vindt echter dat deze ‘verwezen normen’ onderdeel zijn van de wet en daarom gratis beschikbaar moeten zijn.

Minister Dekker van VROM stelt in een brief aan de advocaat van CBB dat door verwijzing ‘geen sprake is van een algemeen verbindend voorschrift’. Normen zijn immers vrijwillige afspraken tussen bedrijven. NEN organiseert dat normalisatieproces en heeft daarom het auteursrecht op normen. Ook NEN wijst daarom de eis van CBB voor gratis normen van de hand. (…) De in de norm beschreven methode vormt bovendien slechts één manier om daaraan te voldoen."

Lees hier meer.

IEF 2427

Niets nieuws onder de zon

Hans Bousie begrijpt de opwinding over de zaak Postma niet en spreekt de uitgevers toe in Boekblad (eerdere berichten hier):

“Een contract voor onbepaalde tijd is gewoon opzegbaar, dat zou dus geen nieuws moeten zijn. Dan zou het nog schokkend zijn dat de auteur haar backlist heeft meegekregen. Schokkend, waarom? Als het auteursrecht zou zijn overgedragen blijft het mooi bij de uitgever, dus dat kan het niet zijn. Dan zal het dus in licentie zijn gegeven en waarschijnlijk voor onbepaalde tijd. Dus ook die verbintenis is opzegbaar. Tel daar bij op dat het tussen Postma en Aspekt niet meer boterde en klaar is het vonnis.

(…) Slechts de conclusie dat een contract voor onbepaalde tijd geen waarborg biedt is op zijn plaats, maar als u voldoende kennis van het auteursrecht in huis zou hebben (een must voor een uitgever) dan zou dit geen nieuws voor u moeten zijn. En daar sluit ik dan maar meteen mee af.

(…) Opvallend in het vonnis vind ik dat Pierik van Aspekt zich blijkbaar niet door een advocaat heeft laten bijstaan. Dat is voor mij nog een reden om het vonnis met een korrel zout te nemen. In de keuken geldt: iedereen kan koken, maar slechts weinigen kunnen zich kok noemen.

Lees de column hier.

IEF 2423

Drie in één

Prof. mr. P.B. Hugenholtz, Eén noot  bij drie arresten, in Nederlandse Jurisprudentie, aflevering 30, 29 juli 2006. 

NJ 2006, 374, (HvJ EG, C-245/00, 6 februari 2003, SENA - NOS),  NJ 2006, 375, (HR, 28 mei 2004, SENA – NOS),  NJ 2006, 376, (HR 2006,376, 28 november 2003, SENA – Vereniging Nederlandse Kabelkrant Pers).

Helder betoog over billijke vergoedingen en bewijslastverdeling. Een paar citaten:

“Zoals DWFV al voorspelde, heeft het HvJ weinig, trek in deze hete aardappel Weliswaar wordt dapper vooropgesteld dat het begrip billijke vergoeding: een autonome gemeenschapsrechtelijke bepaling is, die binnen de EG. uniform. moet worden uitgelegd (to. 22-24), maar vervolgens  wordt deze pieper snel teruggelegd op het bordje van de lidstaten.

'Bij gebreke ‘aan een communautaire definitie van het begrip billijke vergoeding is er evenwel geen enkele objectieve: reden voor de vaststelling van precieze methodes ter bepaling van een uniforme billijke vergoeding door de gemeenschapsrechter, waardoor het Hof zich 000dzakeljkerwijs. in de plaats zou moeten stellen van de lidstaten; waaraan richtlijn 92/100 geen enkel bijzonder criterium oplegt […]. Het staat dus uitsluitend aan de lidstaten om op hun grondgebied de meest relevante criteria, vast te stellen om er binnen de door het gemeenschapsrecht en in het bijzonder richtlijn 92/100 gestelde grenzen voor te zorgen dat dit communautaire begrip wordt geëerbiedigd’ (ro, 34)."

 “Gelukkig laat het HvJ de nationale wetgever c.q.. rechter niet hélemaal in de steek ‘De enige rol die het Hof in een dergelijke situatie in het kader van een bij hem aanhangig geding kan spelen, is de lidstaten verzoeken op het grondgebied van de Gemeenschap het begrip billijke vergoeding (…)”
 
“Het vaststellen van een billijke vergoeding vergt dus een belangenafweging tussen rechthebbenden en gebruikers. Het Hof voegt daar aan toe dat de billijkheid ‘met name moet worden beoordeeld tegen de achtergrond van de waarde van dit gebruik in het handelsverkeer’ (ro. 37).”

“Opvallend is dat het HvJ de door de HR geformuleerde vragen niet echt beantwoordt, maar zich rechtstreeks uitspreekt over de door het Haagse hof ontwikkelde criteria (Seignette, AMI 2003, p. 118). Daardoor blijft onbeantwoord de belangrijke vraag of de tijdens de totstandkoming van de WNR gewekte verwachtingen een rol mochten spelen bij het bepalen van de vergoeding."

"Ook al lijkt het HvJ grosso modo positief te staan tegenover het Haagse berekeningsmodel, toch casseert de HR. Daartoe geadviseerd door AG Verkade, constateert de HR dat het hof de door het HvJ geformuleerde evenwichtsregel niet (kenbaar) heeft toegepast, en in het bijzonder heeft verzuimd de waarde van het gebruik in het handelsverkeer als uitgangspunt te nemen in plaats van het door het hof tot norm verheven bedrag dat de NOS eertijds aan de NVPI betaalde (ro. 2.8)."

"Tot een nieuw arrest van het Haagse hof is het echter niet meer gekomen. Partijen hebben naar verluidt een schikking bereikt (…).”

"Wat resteert is de conclusie dat de communautaire of nationale wetgever er in de toekomst verstandig aan doet het begrip ‘billijke vergoeding’ materiele invulling te geven. In zijn noot onder NJ 2001, 569 noemde DWFV de bepaling van de billijke vergoeding een ‘collegevoorbeeld’ van zaken die door de wetgever bij gebrek aan politieke besluitkracht aan de rechter waren overgelaten (evenals abortus, euthanasie en staking).”

“Inderdaad, ook ‘de politiek’ brandt zich liever niet aan hete aardappels. De huidige crisis over de thuiskopievergoeding illustreert dit. 

“Tot slot een enkele opmerking over de zaak SENA-NKP. Inzet van die procedure was de billijke vergoeding die exploitanten van kabelkranten aan SENA verschuldigd zijn.”

“SENA vertegenwoordigt dus niet het gehele wereldrepertoire, zoals BUMA dat voor wat betreft het auteursrecht wel doet. In (sprong)cassatie worden tegen het berekeningsmodel allerlei middelen gericht die door de HR echter met een beroep op art. 81 RO worden afgedaan, zonder daarbij recht te doen aan de uitvoerige en lezenswaardige conclusie van de A-G Verkade. Van praktisch belanggebruikte ‘Rome-muziek’. Rust deze op (geld)eiser SENA, zoals de rechtbank heeft gem,eend, of o is vooral de vraag op wie de bewijslast rust van het percentage door de kbelkranten p d ekabelkranten die beschikken over de ‘playlists’? Deze kwestie raakte de kern van het collectieve rechtenbeheer.  

(..) Uit de door de A-G in kaart gebrachte wetsgeschiedenis blijkt echter dat bewijsproblemen door de wetgever onder ogen zijn gezien zonder dat dit heeft geleid heeft tot een wettelijke omkering van de bewijslast. Wie stelt bewijst, ook als men SENA heet, zo mogen we de HR wel samenvatten.”

Neem hier een abonnement op de NJ.

IEF 2419

Klarheit im Ausland

Met dank aan het NUV: “22 publishers have reached an agreement with the document delivery service Subito on the delivery of journal articles into non-German speaking countries.

The agreement provides for a fixed-fee for deliveries to other libraries, and for individually set fees (depending on publisher and journal) for deliveries to end users; when delivering documents by email, Subito and its partner libraries are to use DRM to limit the possibility of misuse.

The licensing agreement does not cover deliveries to libraries or end users in German-speaking countries (Germany, Switzerland, Austria, Liechtenstein).

The agreement touches on some of the aspects covered by the judgement of a Munich regional court issued in January 2006. This court had ruled that the delivery of documents to libraries (in- and) outside Germany was not permitted under German copyright law.

With regard to deliveries by Subito to end users (i.e. not libraries) in non-German speaking countries, the court had asked the parties to further substantiate their reasoning as the legality of such a service would depend on the copyright laws of the receiving country. All parties to these legal proceedings decided to appeal this court ruling. The recent agreements are unlikely to have a direct effect on the appeals, they show, however, that licensing agreements between publishers and Subito are possible and a practicable solution.” (via de IPA)

Lees ook hier meer.

IEF 2417

Vrije software

De Free Software Foundation heeft op 27 juli 2006 de tweede draft van GPLv3 uitgebracht. Met name de bepaling die zag op Digital Rights Management (ofwel, Digtial Restrictions Management volgens de Free Software Foundation) en die een offensief tegen DRM in het algemeen bevatte ontlokten veel discussie en is aangepast in die zin dat de bepalingen nu alleen van toepassing zijn op de software zelf.

"The license only directly restricts DRM in the special case in which it is used to prevent people from sharing or modifying GPLv3-covered software. The clarified DRM section preserves the spirit of the original GPL, which forbids adding additional unfree restrictions to free software. GPLv3 does not prohibit the implementation of DRM features, but prevents them from being imposed on users in a way that they cannot remove."

Een andere belangrijke wijziging betreft de mogelijkheid om software uitgebracht onder de GPL te verspreiden via bepaalde file sharing netwerken. Opnieuw is er de mogelijkheid om commentaar te leveren. In het najaar van 2006 wordt een derde draft verwacht en de uiteindelijke versie zou rond januari-maart 2007 uit moeten komen.

Tweede draft hier. Eerdere berichten hier.

IEF 2410

GeZetteld

Afgelopen donderdag hebben KaZaa, Universal Music, Sony BMG, EMI en Warner Music een wereldwijd geldende schikking getroffen waarmee de rechtzaken in Australie en de Verenigde Staten tot een einde komen. Volgens nu.nl gaat het om een bedrag van 100 miljoen dollar.
 
"Under the terms of the settlement, Kazaa has agreed to pay a substantial sum in compensation to the record companies that took the legal action to stop copyright infringement on the Kazaa network. Kazaa will also introduce filtering technologies ensuring that its users can no longer distribute copyright-infringing files."

Lees hier en hier meer

IEF 2406

De Boelelaan 1105

- K.J. Koelman, The Public Domain Commodified: Technological Measures and Productive Information Usage (L.M.C.R Guibault, P.B. Hugenholtz, eds,  The Future Of The Public Domain., pp. 105-119, Kluwer, pages 105-119, 2006) 

- K.J. Koelman, Noot bij Rb. Haarlem 22 maart 2006 (Mom/VNU), AMI, pages 136-139, 2006.

- K.J. Koelman, The Public Domain Commodified: Technological Measures and Productive Information Usage (L.M.C.R Guibault, P.B. Hugenholtz, eds,  The Future Of The Public Domain., pp. 105-119, Kluwer, pages 105-119, 2006) 

According to some, information is increasingly being treated as a “commodity.” That is to say, instead of a valuable input to the development of (democratic) society and an important factor for the growth of the individual, it is viewed as a mass-produced good of trade that is “consumed” rather than learned or enjoyed.

This paper addresses the questions whether technological measures and their protection contribute to the process of the so-called “commodification” of information and how they may affect the size of the “public domain.”  The article concludes that there may be credible arguments for the legislature to intervene and to ensure that productive usage of non-copyrightable material cannot be hindered by applying a combination of technological measures and contracts.

- K.J. Koelman, noot bij Rb. Haarlem 22 maart 2006 (Mom/VNU), AMI, pages 136-139, 2006. 

Indien publicatie op internet wordt beschouwd naar analogie met de papieren wereld, is dit een alleszins acceptabel resultaat. Het staat immers buiten kijf dat publicatie in een ander blaadje van dezelfde uitgever een aparte openbaarmaking is. Op internet kunnen de zaken echter gecompliceerder liggen. De reden hiervoor is dat de hyperlink zich moeilijk laat wringen in het adagium ‘wat offline geldt, moet ook online gelden’.

Ofschoon de Hoge Raad zich daarover nog niet heeft uitgesproken en niet alle uitspraken eenduidig één kant opwijzen, lijkt de tendens te zijn dat het aanbrengen van hyperlinks naar werken die zich elders op een server bevinden op zichzelf niet als ‘openbaar maken’ dient te worden gekwalificeerd.

De laatste tijd leggen rechters, als ze een schadevergoeding toekennen wegens auteursrechtinbreuk, regelmatig een soort punitive damages op, zoals we die uit de Verenigde Staten kennen. (…) Naar Nederlands recht kan de opzet weliswaar een rol spelen bij de vraag of een schadevergoedingsvordering überhaupt kan worden gehonoreerd, d.w.z. bij de vraag of de daad de gedaagde kan worden toegerekend. Maar, al is opzettelijk gehandeld, in civielrechtelijke zaken bestaat voor strafboetes geen wettelijke basis.

Lees beide artikelen hier.