DOSSIERS
Alle dossiers

Wet- en regelgeving  

IEF 6163

Onder de aandacht brengen

Kamerstukken II 2007/08, 21501-34, nr. 98. Raad voor Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur; Brief Minister met geannoteerde agenda van de OJC-raad (delen audiovisueel, cultuur en onderwijs) op 21 en 22 mei 2008.

Mededeling en consultatie over creatieve online-inhoud -gedachtewisseling (Fiche: Tweede Kamer (2007-2008) 22 112, nr. 609.) Nederlandse inzet:

"Het genoemde «position paper» vormt één van de lijnen waarmee het kabinet uitvoering geeft aan de motie Dittrich c.s. van 27 juni 2006 (TK 2005-2006, 28 989, nr. 37). Naast aandacht voor het behoud van een cultureel divers aanbod bij veranderend grensoverschrijdend auteursrechtenbeheer gaat dit «paper» ook in op het belang van harmonisatie van de diverse nationale thuiskopiestelsels in Europa. Tijdens de OJC-Raad van 21 mei zal ik beide thema's nogmaals onder de aandacht van mijn collega's brengen." Lees hier meer.

IEF 6161

Jaarverslag (2)

Kamerstukken II 2007/08, 31 444 VI, Jaarverslag en slotwet Ministerie van Justitie 2007; Jaarverslag.
 
Uit het Jaarverslag van Justitie:

Ontwikkelingen in 2007 in het privaatrecht: In 2007 zijn naast de implementatiewetgeving de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke zaken, de Wet teruggave cultuurgoederen uit bezet gebied, het verbod op het gebruik van geweld in de opvoeding, de nieuwe pachtregeling van boek 5 titel 7 BW, de nieuwe schuldsaneringsregeling en de aanpassing van de subsidieregeling voor het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) tot stand gekomen. Verder zijn beleidsnota's verschenen op het terrein van het ondernemingsrecht, het auteursrecht en de fundamentele herbezinning burgerlijk procesrecht. Lees hier verder.

IEF 6140

Kamerstuk 'mediawijsheid'

Kamerstuk 31434, nr. 1, 2e Kamer. 

Mediawijsheid; Brief ministers over veilig mediagebruik en media-aanbod.

“In opdracht van het ministerie van OCW en de kwartiermakers heeft Stichting Kennisland tegelijkertijd onderzoek gedaan naar het huidige aanbod op het terrein van mediawijsheid.(…) Op grond van een analyse van het bestaande aanbod en interviews met experts komt Kennisland tot de volgende conclusies en aanbevelingen:

(…) 4) Er zijn twee onderwerpen waarvoor nauwelijks activiteiten zijn, maar waar wel behoefte aan is: auteursrecht (informatie over auteursrechtelijke regelingen) en privacy en gegevensbescherming (burgers bewust maken zodat zij keuzes kunnen maken en risico’s kunnen inschatten).
Lees hier meer

IEF 6135

Wie is bang voor de driestappentoets in de Auteursrechtrichtlijn?

HCJn.gifHerman Cohen Jehoram: Wie is bang voor de driestappentoets in de Auteursrechtrichtlijn? (Dommering-bundel, Amsterdam 2008, pp. 57-66).

“In 1995 is het Ministerie van Justitie begonnen zijn wetgevende taak op het terrein van het auteursrecht geheel uit te besteden aan een commissie van externe deskundigen: de Commissie Auteursrecht. Deze ‘outsourcing’ paste toen (en nog) in een wijder overheidsbeleid. Tien jaar later zou Herman Tjeenk Willink, vice-president van de Raad van State, in zijn jaarverslag 2005 constateren dat het ambtelijk apparaat kampt met een gebrekkig collectief geheugen, veroorzaakt door onder andere het afstoten van uitvoerende taken en meer in het bijzonder: “Door... het uitbesteden van steeds meer taken, is de inhoudelijke deskundigheid binnen de departementen sterk verminderd”. Tjeenk Willink bleef uiteraard een roepende in de Nederlandse woestijn.

(…) Ook de naamgever van de onderhavige feestbundel, Egbert Dommering, is vanaf het allereerste begin lid van de Commissie Auteursrecht. Dit is voor mij aanleiding geweest mijn bijdrage tot deze bundel te wijden aan het belangrijkste onderdeel van het belangrijkste project dat de Commissie onder handen heeft gehad: de driestappentoets en de implementatie van de Auteursrechtrichtlijn.

(…) De parlementaire behandeling van het implementatieontwerp is tamelijk tumultueus verlopen. Niettemin zou Hugenholtz even later schrijven: “The bill that was eventually introduced in the Parliament resembles the Committee’s draft, as does the final act. During the parliamentary discussions that were mostly uneventful and without controversy, only minor changes to the proposal were made.” De Tweede Kamer wees op een onwaarschijnlijke hoeveelheid fouten en foutjes in het ontwerp, waarvan de belangrijkste wel de weglating van de driestappentoets vormde. Dit leidde tot een zeer groot aantal wijzigingen door de regering in het ontwerp op alle meer ondergeschikte punten, maar nu juist niet met betrekking tot de ‘instructienorm’ van artikel 5 lid 5 Auteursrechtrichtlijn, hetgeen ook in de Tweede Kamer niet onopgemerkt bleef. Hieraan werd zo lang vastgehouden tot de Tweede Kamer moe werd van haar eigen oppositie op een toch niet zo mediageniek twistpunt en verder maar zweeg. De driestappentoets is dus niet opgenomen in de Nederlandse auteurswet, met alle gevolgen van dien.

(…) De weglating van deze toets in onze nationale auteurswet resulteert er in dat een misbruik van de wettelijke auteursrechtbeperkingen niet kan worden tegengegaan.”

Lees het gehele artikel hier.

IEF 6129

Nauwelijks activiteiten

Kamerstuk 31434, nr. 1, 2e Kamer.  Mediawijsheid; Brief ministers over veilig mediagebruik en media-aanbod. 

“In opdracht van het ministerie van OCW en de kwartiermakers heeft Stichting Kennisland tegelijkertijd onderzoek gedaan naar het huidige aanbod op het terrein van mediawijsheid.(…) Op grond van een analyse van het bestaande aanbod en interviews met experts komt Kennisland tot de volgende conclusies en aanbevelingen:

(…) 4) Er zijn twee onderwerpen waarvoor nauwelijks activiteiten zijn, maar waar wel behoefte aan is: auteursrecht (informatie over auteursrechtelijke regelingen) en privacy en gegevensbescherming (burgers bewust maken zodat zij keuzes kunnen maken en risico’s kunnen inschatten).

Lees hier meer.

IEF 6076

Media-educatie (2)

Kamerstukken II, 31434, nr. 2 (Bijlage). Mediawijsheid, leven in de gemedialiseerde samenleving (verslag van conferentie in Amsterdam, 12 oktober 2006) (bijlage bij 31434, nr. 2) . Citaten Speech van Lawrence Lessig:

1) Er moet duidelijk stelling genomen worden tegen piraterij (zoals illegaal kopiëren). Piraterij is geen onderdeel van de ‘read and write culture’.
2) De auteurswet moet veranderd. De huidige wetgeving is te zwartwit. Er moeten tussenvormen mogelijk zijn.
3) Het bedrijfsleven moet:
A) het potentieel aan geld erkennen dat er zit in de ‘read and write culture’ , bijvoorbeeld in hybride toepassingen, met een commercieel én een publiek aspect (Mozilla, Linux).
B) mensen in staat stellen te kiezen voor ‘creative commons’. Waarbij geldt: niet ‘all rights reserved’, maar ‘some rights reserved’.

Lees het conferentieverslag hier.

IEF 6075

Media-educatie (1)

Kamerstukken II, 31434, nr. 1, Mediawijsheid; Brief ministers over veilig mediagebruik en media-aanbod. 

De activiteiten van het centrum worden verder gebundeld en ontwikkeld rond drie programmalijnen:
a) mediavaardigheden en bewustzijn: praktische vaardigheden, informatie- en strategische vaardigheden, mediabewustzijn en verantwoord
en veilig mediagebruik (technisch, sociaal en ethisch);
b) stimuleren van sociale participatie via de media: participatie en productie, stimuleren en activeren van burgers en maatschappelijke initiatieven en aandacht voor auteursrecht
c) innovatief en experimenteel mediagebruik: kansen en mogelijkheden van nieuwe media benutten.

Lees de brief hier

IEF 6008

Het strafrecht zal in stelling worden gebracht

Kamerstukken II, 28684, nr. 133. Naar een veiliger samenleving; Brief van de minister van Justitie over rechtshandhaving en internet

"De strafrechtelijke handhaving komt bij dit onderwerp in beeld indien het algemeen belang dit vordert. Het strafrecht zal in stelling worden gebracht bij zodanig grootschalige piraterij, die de markt ernstig verstoort, dat deze doormiddel van privaat optreden niet voldoende kan worden bestreden, of bij betrokkenheid van georganiseerde criminaliteit. Bij dit laatste gaat het erom dat de inbreuk op het intellectuele eigendomsrecht zodanig is georganiseerd, of zozeer stelselmatig wordt gepleegd, dat het strafrecht als enige zinvol denkbaar correctiemiddel overblijft.

Zoals al is aangegeven in de al eerder vermelde beleidsbrief van 20 december 2007 zal de strafrechtelijke handhaving van het auteursrecht zich concentreren op bestrijding aan de bron van het illegale aanbod op internet, namelijk op degene die grootschalig illegaal ‘uploadt’ en daarmee films, games en muziek in strijd met het auteursrecht via internet aanbiedt. Daarmee zal het illegaal aanbod worden beperkt en het legaal aanbod meer kansen krijgen. De handhaving van het auteursrecht kan mee profiteren van diverse in deze brief aangekondigde maatregelen en onderzoeken, zoals de analyse ten behoeve van de actualisering van het juridisch instrumentarium, de organisatorische voorzieningen zodat politie en justitie op adequate wijze op aangiften van cybercrime reageren en het onderzoek naar publiek-private samenwerking in het kader van een NTD-procedure. Om de zich voordoende mogelijkheden te benutten zal overleg worden bevorderd tussen de belangrijkste betrokken partijen zoals vertegenwoordigers van de filmen muziek industrie en het Openbaar Ministerie, de politie en de FIOD/ECD.
Zoals toegezegd in de brief aan de TK over het auteursrecht, worden in opdracht van het kabinet momenteel de economische en culturele effecten onderzocht van digitale verspreiding van auteursrechterlijk beschermd materiaal. Dit onderzoek zal naar verwachting in het najaar van 2008 gereed zijn."

Lees de gehele brief hier.

IEF 5990

Incasso veronderstelt repartitie

Kamerstukken II 31200 VI, nr. 128. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2008; Verslag schriftelijk overleg over de thuiskopievergoeding

"Met de leden van de CDA-fractie meen ik dat de geïnde thuiskopiegelden ten goede moeten komen aan degenen voor wie zij bedoeld zijn, te weten de makers van creatieve werken. Incasso veronderstelt immers repartitie. Uitkering aan, bijvoorbeeld, artiesten en musici is en blijft ook de inzet van mijn beleid en dat van het College van Toezicht. Dat laat onverlet dat als gelden echt onverdeelbaar blijken, nadat Stichting De Thuiskopie en haar verdeelorganisaties hun overheadkosten en andere inhoudingen hebben verricht en alle bij de organisaties bekende rechthebbenden hun billijke vergoeding hebben ontvangen, het redelijk en billijk is om deze – naar achteraf blijkt teveel geïnde gelden – te laten terugvloeien aan de betalingsplichtigen, t.w. de producenten en importeurs van voorwerpen die bestemd zijn voor het thuiskopiëren. Zoals de aan het woord zijnde leden terecht opmerken, verliest een stelsel waarin wel wordt geïnd, maar onvoldoende wordt uitgekeerd, immers zijn legitimatie."

Lees het verslag hier, bijlage hier.

IEF 5942

Een aantal vruchtbare aanknopingspunten

Recentelijk gepubliceerd op de website van het ministerie van Justitie: Advies van de Commissie Auteursrecht over Auteurscontractenrecht van 12 april 2006. Het wetsvoorstel over het auteurscontractenrecht is nog niet ingediend bij de Tweede Kamer, naar het schijnt omdat tussen droom en daad nog wat praktische bezwaren in de weg staan.

V. Samenvatting. De minister van Justitie heeft gevraagd of de wenselijkheid wordt onderschreven om de positie van makers en uitvoerende kunstenaars in de wet te versterken langs de lijnen van de aanbevelingen van het IVIR-rapport. De commissie merkt op dat de aanbevelingen uit het IVIR-rapport een asymmetrische machtsverhouding veronderstellen tussen makers en uitvoerende kunstenaars enerzijds en exploitanten anderzijds die er in werkelijkheid niet (over de volle breedte) is. De commissie heeft voorts de indruk dat de aanbevelingen sterk geënt zijn op de traditionele mediasectoren (de uitgeverij, fonogrammen- en filmindustrie, omroep en pers). De commissie betwijfelt of de aanbevelingen zich ook daarbuiten steeds voor toepassing lenen. Daarbij dient nog bedacht te worden dat verscheidene aanbevelingen uit het IVIR-rapport, zoals de specificerings- en rekenplicht, hoge administratieve lasten met zich meebrengen. De commissie is er beducht voor dat die aanbevelingen hun schaduw gaan werpen over situaties waarin daaraan geen behoefte bestaat.

De commissie adviseert derhalve niet om de aanbevelingen uit het IVIR-rapport integraal over te nemen, maar ziet daarin wel een aantal vruchtbare aanknopingspunten om te komen tot een wettelijke regeling van het auteurscontractenrecht. 

In het IVIR-rapport wordt volgens de commissie terecht opgemerkt dat er in de praktijk, in ieder geval in de meer traditionele mediasectoren, (op onderdelen) ongerechtvaardigde contractspraktijken voorkomen. Volgens de commissie kan er daarom wel degelijk aanleiding bestaan nadere wettelijke regels te stellen. Zo zou, in lijn met de aanbevelingen uit het IVIR-rapport, kunnen worden voorzien in een disproportionaliteitsregel en een herroepingsrecht ingeval van non-usus, om het evenwicht in de praktijk enigszins te herstellen. Op grond van de disproportionaliteitsregel kunnen natuurlijke makers en uitvoerende kunstenaars de rechter verzoeken om aanpassing van de exploitatieovereenkomst in situaties waarin sprake is van een ernstige wanverhouding tussen de over en weer geleverde prestaties. Op grond van het herroepingsrecht kunnen natuurlijke makers en uitvoerende kunstenaars een exploitatieovereenkomst ontbinden, wanneer de exploitant de aan hem overgedragen of in exclusieve licentie gegeven rechten niet (langer) uitbaat. Verder zou met zoveel woorden kunnen worden bepaald dat bepaalde bedingen niet geoorloofd zijn. De commissie volstaat op deze plaats kortheidshalve met een verwijzing naar hetgeen daarover is opgemerkt in hoofdstuk IV.1.

Overigens meent de commissie dat via de open normen uit het commune overeenkomstenrecht in het gros van de gevallen reeds als redelijk en billijk ervaren uitkomsten kunnen worden bewerkstelligd. Het commune overeenkomstenrecht moet dan ook het vertrekpunt van een eventuele wettelijke regeling zijn. De commissie acht het raadzaam om het systeem van art. 2 Aw en art. 9 Wnr, waarin de ook in het IVIR-rapport voorgestane regel “in dubio pro auctore” al besloten ligt, (in plaats van de daarvoor in het IVIR-rapport voorgestelde specificeringsplicht) te behouden en op onderdelen te verduidelijken c.q. aan te passen. Een beroep op de in die artikelen neergelegde regel dat de overdracht alleen die bevoegdheden omvat, waarvan dit in de akte is vermeld of uit de aard of strekking van de titel noodzakelijk voortvloeit, zou in beginsel aan natuurlijke makers en uitvoerende kunstenaars ingeval van overdracht of exclusieve licentiëring moeten worden voorbehouden. Voor de (geheel of gedeeltelijke) overdracht en exclusieve licentiëring van het auteursrecht of de naburige rechten is steeds een akte vereist.

Ook een verduidelijking van art. 45d Aw strekt tot aanbeveling; zij het in iets andere richting dan in het IVIR-rapport wordt voorgestaan. Volgens de commissie moet het daarin voorkomende recht op een billijke vergoeding in één keer kunnen worden afgekocht. Verder geldt het recht volgens de commissie niet alleen ingeval van een wettelijk vermoeden van overdracht maar evenzeer ingeval van schriftelijk aangegane overeenkomsten.

Lees het gehele advies hier.