Databankenrecht  

IEF 3474

Handhaving

1stekamer.bmpKamerstuk 30392 C,  Eerste Kamer. Implementatie van richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Wijziging van een aantal wetten inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten en de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (30.392)  

De Eerste Kamercommissie voor Justitie heeft op 9 februari 2007 de memorie van antwoord ontvangen en bespreekt op 13 februari 2007 de nadere procedure.

Uit de memorie van antwoord:  “Een eenvoudiger – en wellicht doelmatiger – oplossing voor het door de NOvA gesignaleerde probleem zou kunnen zijn dat partijen desgewenst onderling afspreken dat ze zich in de desbetreffende zaak binden aan de regels van artikel 237 e.v. Rv en aan het huidige liquidatietarief en geen beroep zullen doen op artikel 1019h Rv. Regels van proceskostenveroordeling zijn niet van openbare orde en partijen kunnen er bij overeenkomst van afwijken. Doorgaans zal aan een dagvaarding, een sommatie tot staking van de inbreuk voorafgaan en vervolgens zal er tussen de advocaten van partijen vaak onderhandeld worden om buiten rechte tot overeenstemming te komen. Voor het geval dat dit niet tot resultaat leidt en de rechter alsnog wordt ingeschakeld, kunnen partijen een afspraak maken over de proceskostenveroordeling. 

De Raad voor de Rechtspraak stelt momenteel een werkgroep samen die zich zal buigen over het advies van de NOvA over het liquidatietarief. Deze werkgroep zal bezien of binnen de marges van de EU-richtlijn een aanwijzing opgesteld kan worden waarbij zowel partijen als de rechter enig houvast wordt geboden bij het bepalen van de kosten waarin de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld wordt.” 

Lees de gehele memorie van antwoord hier. Overzicht kamerstukken hier.

IEF 2789

Wetgeving

- Wijziging Goedkeuringswet inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) (30.633)  

Dit wetsvoorstel strekt tot nakoming van de toezegging aan de Eerste Kamer te bevorderen dat in de Goedkeuringswet bij het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (30.403) een parlementair instemmingsrecht bij besluiten van het Comité van Ministers wordt opgenomen.

Het voorstel is op 5 oktober 2006 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamercommissie voor Economische Zaken heeft op 17 oktober 2006 het blanco eindverslag uitgebracht. Het voorstel wordt op 31 oktober 2006 als hamerstuk afgedaan.

Lees hier meer.

- Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten, de Databankwet, de Handelsnaamwet, de Wet van 28 oktober 1987, houdende regelen inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten (Stb. 484), de Zaaizaaden plantgoedwet 2005 en de Landbouwkwaliteitswet ter uitvoering van Richtlijn nr. 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PbEG L 195)

Het voorstel is op 19 oktober 2006 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. Het voorstel is in behandeling bij de Eerste Kamercommissie voor Justitie.

Lees hier meer.

IEF 2657

Potestatief

Gerechtshof Amsterdam, 21 september 2006,, rolnr. 733/06. Gouden Gids B.V. tegen Van Remmerden Beheer B.V. (Met dank aan Olaf van Haperen, Lawton )

Voor de  (databank)licentie-liefhebber. Heel kort: Geschil over licentie-overeenkomst met betrekking tot databank van de Gouden Gids. Door een potestatieve opschortende voorwaarde heeft Gouden Gids in feite verklaard zich thans nog niet te willen verbinden en is geen afdwingbare licentieovereenkomst tussen Van Remmerden en Gouden Gids ontstaan.

Lees het arrest hier.

IEF 2288

Juridisch nog steeds niets mis mee

Gerechtshof Arnhem, 4 juli 2006, 06/416. Drieman Makelaardij , Borgdorff Makelaars & NVM tegen Alletekoopstaandehuizen.nl B.V. (Met  dank aan Dirk Visser en Adonna Alkema, Klos Morel Vos & Schaap)

Hoger beroep in de Zoekallehuizenzaak. Bespreking van 16 grieven en een ten overvloede. Het Hof bekrachtigt het veelbesproken vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Arnhem van 16 maart. Een snelle samenvatting in (gecomprimeerde) citaten:

De investeringen waarover het hier gaat moeten dus met name betrekking hebben op het aanleggen van de databank als zodanig. Naar het voorlopig oordeel van het hof hebben de makelaars ook In hoger beroep niet voldoende aannemelijk gemaakt dat zij in verband met het verkrijgen, controleren of presenteren van de gegevens op de website aanzienlijke investeringen hebben moeten doen die zij anders niet zouden hebben gedaan.

De kosten die betrekking hebben op het verzamelen van gegevens van de woningen die te koop worden aangeboden. moeten de makelaars in het kader van hun dienstverlening zo niet geheel dan toch grotendeels toch al maken. De kosten die gemoeid zijn met het vervaardigen van een website, kunnen evenmin als relevante investeringen gelden, omdat in de huidige tijd elke zich respecterende ondernemer een website heeft en de makelaars nok anders dan voor het publiceren van de woninggegevens al een website nodig zouden hebben. 

Het is immers hun taak naar buiten bekend te maken welke woningen zij in de verkoop hebben. In de huidige tijd is gebruik van intemet daartoe de meest effectIeve en volgens de makelaars zelfs onmisbare voorwaarde- ZAH heeft naar het voorlopig oordeel van het hof terecht aangevoerd dat het plaatsen door een makelaar van gegevens op de website en het bijhouden van deze website niet zodanig ingewikkelde handelingen meebrengen dat daaruit zou kunnen volgen dat daaraan substantiële investeringen verbonden zijn.

Het hof verenigt zich met het oordeel van de voorzieningenrechter dat het ophalen van de volledige webpagina’s met het doel daaraan gegevens te ontlenen, geen verveelvoudiging oplevert omdat het door artikel 13a van de Auteurswet 1912 aan dat begrip wordt onttrokken.

Naar oordeel van de voorzieningenrechter is bij het overnemen van adresgegevens, vraagprijs en enkele regels uit een meer omvangrijke beschrijving en het plaatsen daarvan op haar website bij een hyperlink, sprake van een citaat in een ‘uiting met een vergelijkbaar doel” als bedoeld in artikel 15a Aw 1912, nu aan alle voorwaarden als in deze bepaling bedoeld is voldaan. Uit de wetsgeschiedenis van voormelde bepaling blijkt dat het contextvereiste is vervallen, althans dat daaraan geen groot gewicht meer behoeft te worden gehecht, en dat aan de bepaling een ruimere betekenis dan alleen citeren in de context van kritiek of recensies toekomt.

Voor het onderhavige geval is zowel kenmerkend als beslissend dat de ontlening en de vermelding op de website van ZAH globaal hetzelfde doel dienen als de makelaars nastreven, namelijk de aandacht van potentiële kopers op het object vestigen. ZAH doet in feite niet meer dan nodig is om de gebruiker in staat te stellen de voor hem (mogelijk) van belang zijnde websites van de makelaars te vinden door daarnaar te verwijzen via enkele belangrijke gegevens. Het gebruik van deze gegevens valt te beschouwen als of staat op gelijke voet met het citeren uit een werk ten behoeve van een aankondiging. Het heeft immers de strekking de gebruiker aan te kondigen wat hij te zien zal krijgen als hij de door ZAH aangeboden hyperlink volgt.

Anders dan de makelaars menen, doet in de in deze zaak gegeven context uiteraard niet ter zake dat ZAH zelf geen tekst heeft opgesteld. Het gaat ZAH immers om de duidelijkheid van de signalering en niet om haar eigen omschrijving van het object Het ontlenen van de kerngegevens kan in verband met de verwijzing naar de website van de betrokken makelaar als proportioneel worden aangemerkt.

In de context van het gebruik als hiervoor is omschreven kan in de verkleining van de foto’s geen vorm van aantasting worden gezien. De verkleinde foto’s dienen immers alleen om de gebruiker behulpzaam te zijn bij het zoeken van objecten die te vinden zijn op de websites van de makelaars (en anderen) en zijn klaarblijkelijk bedoeld om de gebruikers samen met de tekst een (eerste) indruk te geven van het object. Dat zij tot dat doel een redelijk en gangbaar middel zijn, wordt bevestigd door de homepages van de websites van Drieman en Borgdorff waar op soortgelijke wijze van verkleinde foto’s gebruik wordt gemaakt om te verwijzen naar de verschillende aan onderscheiden aangeboden woningen gewijde pagina’s.

De omstandigheid dat de makelaars technische beschermingsmaatregelen hebben genomen brengt niet mee dat op deze grond niet van openbaarmaking moet worden gesproken. De technische maatregelen zijn immers, naar voorshands voldoende is komen vast te staan, niet gericht (geweest) op het verhinderen van openbaarmaking, doch op het tegengaan van het aanleggen van deeplinken, in het bijzonder door ZAH. Het eventueel doorbreken van de technische blokkades leidt daarom niet tot het bereiken van een nieuw publiek of van een publiek dat de makelaars juist wilden weren van de websites. De makelaars hebben niet aan de hand van concrete stellingen het tegenovergestelde aannemelijk gemaakt.

ZAH houdt vol dat zij doeltreffende maatregelen, in elk geval het verhinderen van het aanleggen van deeplinks, respecteert, maar betwist voor het overige dat van zodanige maatregelen sprake is. Technische voorzieningen worden pas geacht doeltreffend te zijn indien het opvragen en hergebruiken van een databank door de producent van de databank wordt beheerst door middel van toegangscontrole of door middel van een beschermingsprocédé of een kopieerbeveiliging die de beoogde bescherming bereikt. Uit hetgeen bij pleidooi in hoger beroep is aangevoerd, kan het hof niet afleiden dat ZAH dergelijke voorzieningen heeft omzeild. Voorzieningen die uitsluitend gericht zijn tegen ZAH als zodanig vallen niet onder de wettelijke bescherming en het ontgaan daarvan levert niet onrechtmatig handelen van ZAH op.

De makelaars kunnen zich door het op hun website vermelden van algemene voorwaarden niet eenzijdig een recht voorbehouden dat zij anders niet bezitten. Zij kunnen ook niet zonder meer door het gebruik van algemene voorwaarden de rechten van anderen beperken. Door het stellen van algemene voorwaarden kan evenmin de werking van wettelijke uitzonderingen op auteursrechtelijke bescherming ongedaan gemaakt worden. De makelaars hebben niet duidelijk gemaakt op grond waarvan zij dat wel zouden kunnen doen anders dan door het claimen van rechten waarvan het bestaan in het voorafgaande al is afgewezen.

De voorzieningenrechter verwierp de stellingen van de makelaars dat ZAH onrechtmatig handelt door, kort samengevat, het profiteren van en parasiteren op de investeringen en prestaties van de makelaars, het verwerven van een onrechtmatige voorsprong en het toebrengen van schade aan de makelaars onder meer door slordigheden en fouten op de website van ZAH wat betreft de vermelding van gegevens. Volgens de makelaars handelt ZAH ook onrechtmatig door gebruik te maken van de systemen van de makelaars, door inbreuk te maken op hun exclusieve rechten, door ontduiking van beschermingsmaatregelen en door het op kosten jagen van de makelaars.

Zoals het hof hiervoor  heeft overwogen, kan van onrechtmatig handelen slechts sprake zijn als ZAH onzorgvuldig handelt of de belangen van de makelaars nodeloos schaadt. Daarvan is voorshands onvoldoende gebleken. ZAH is niet als bemiddelaar werkzaam op de markt van de makelaars en treedt niet in concurrentie met de makelaars. Zij ontleent haar informatie aan de van de websites van de makelaars en maakt dat naar buiten duidelijk. Het hof ziet niet in dat van misleiding of van reputatieschade sprake is.

De grieven treffen geen doel. Voor bewijsvoering leent de procedure die strekt tot het geven van een voorlopige voorziening, zich niet. Het hof acht ook op grond van een belangenafweging de vorderingen van de makelaars niet toewijsbaar.

Het hof voegt ten overvloede aan de afwijzing van de vorderingen nog het volgende toe in verband met het verweer van ZAH betreffende de mededingingsrechtelijke aspecten. Tussen partijen staat als niet of onvoldoende weersproken vast dat NVM met ongeveer 3.900 leden een zeer aanzienlijk gedeelte, circa 80 tot 85% procent, van de woningmakelaars in Nederland vertegenwoordigt. Door de NVM wordt eveneens  een website geëxploiteerd (Funda) waar een substantieel deel van het woningaanbod van de bij de NVM aangesloten makelaars wordt getoond.

Uitsluitend NVM-makelaars kunnen hun woningbestand bij Funda aanmelden. ingevolge het NVM reglement zijn NVM-makelaars gehouden om woningen die zij ten verkoop aanbieden, eerst aan te melden bij Funda alvorens deze op hun eigen website te plaatsen; wordt na deze aanmelding een wachttijd van ten minste 24 uur aangehouden alvorens de te verkopen woning op Funda wordt vertoond: mogen zij geen woningen uit het bestand van een andere NVM-makelaar in hun website opnemen en mogen zij er niet aan meewerken dat de woningen In het Fundabestand ook via andere zoekmachines te vinden zijn. Anders dan op de websites van de afzonderlijke makelaars, komt op Funda nagenoeg het gehele landelijke woningaanbod in beeld, voor zover de woningen door NVM-makelaars worden aangeboden.

De NVM heeft de bij haar aangesloten makelaars geadviseerd maatregelen te nemen om te voorkomen dat ZAH de op hun afzonderlijke websites vermelde woningen opneemt in de website van ZAH, waartoe de makelaars werden opgeroepen technische beschermingsmaatregelen te nemen (zoals deze werden aangeboden door de aan NVM gelieerde ICT- onderneming Realworks) en de bedoelde copyright notice op te nemen (een voorbeeldtekst is op de website van de NVM geplaatst).

Naar het voorlopig oordeel van het hof hebben deze adviezen de strekking om de mededinging op do landelijke woningmarkt zoals die via het internet wordt geëtaleerd, in te perken, hetgeen in strijd is met het bepaalde in artikel 6 Mededingingswet. Ook om deze reden kunnen de op de websites van de makelaars opgenomen copyright notices geen effect sorteren.

Het Hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Arnhem van 16 maart.

Lees het arrest hier.

Vonnis Rechtbank Arnhem van 16 maart hier.

IEF 2277

Financieel

Uit de Financiële Agenda van het Financieele Dagblad:  'Dinsdag, 4 juli: Rechtbank Arnhem uitspraak in hoger beroep NVM vs  zoekallehuizen.nl inzake inbreuk op auteursrecht en databankrecht (door lagere rechtbank afgewezen).'

IEF 2120

Voorbij de datum

Kamerstuk 30392, nrs 6 + 7, 24 mei 2006, 2e Kamer. Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten, de Databankwet, de Handelsnaamwet, de Wet van 28 oktober 1987, houdende regelen inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten (Stb. 484), de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 en de Landbouwkwaliteitswet.

Ter uitvoering van Richtlijn nr. 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PbEG L 195); Nota naar aanleiding van het verslag + Nota van wijziging.

"Een zevental wijzigingen beoogt op het gebied van het verstrekken van informatie over de inbreukketen een betere scheiding aan te brengen tussen het procesrecht in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het materiële recht in de intellectuele-eigendomswetten."

Lees de verslagnota hier, de wijzigingen hier.

IEF 2025

Een eigen intellectuele schepping

Kamerstuk 30536, nr. 4, 2e Kamer.  Regels inzake de volledige liberalisering van de postmarkt en de garantie van de universele postdienstverlening. Advies en nader rapport

De Raad merkt op dat in de memorie van toelichting geen aandacht wordt  besteed aan de vraag of het in het wetsvoorstel gekozen systeem van toegang  tot postcodes in overeenstemming is met het databankrecht.

Aangenomen  moet worden dat een postcodesysteem een databank vormt in de zin van de databankregelgeving. Een postcodesysteem vormt immers een verzameling van gegevens, die systematisch of methodisch geordend en afzonderlijk met  elektronische middelen of anderszins toegankelijk zijn en waarvan de  verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud in kwalitatief of  kwantitatief opzicht getuigt van een substantiële investering.

Een postcodesysteem  dat aangemerkt kan worden als een databank, kan twee soorten  bescherming genieten: auteursrechtelijke bescherming (bescherming tegen  verveelvoudiging en openbaarmaking) en bescherming door een sui generis  recht (bescherming tegen opvraging of hergebruik). Voor auteursrechtelijke  bescherming komt het systeem in aanmerking als het door de keuze of  rangschikking van gegevens een eigen intellectuele schepping vormt van de  maker.

Bescherming door het sui generis recht speelt een rol als sprake is van  een substantiële investering door de maker (lagere drempel). Onder  omstandigheden kunnen beide regimes van bescherming naast elkaar van  toepassing zijn7.  De Raad adviseert in de memorie van toelichting nader in te gaan op het  regime van bescherming dat van toepassing is op het postcodesysteem van  TPG Post en de verhouding van dit regime

IEF 1961

Huizenjacht

Nu.nl bericht dat de NVM nu ook Miljoenhuizen.nl heeft gesommeerd te stoppen met aanbieden van gegevens van woningsite Funda.nl. De woningzoekmachine maakt volgens de NVM inbreuk op het auteurs- en databankrecht van de aangesloten huisverkopers, staat in een brief aan de directie van Miljoenhuizen.nl. Een maand geleden verloor de NVM een kort geding tegen de vergelijkbare zoekmachine van Zoekallehuizen.nl. (eerdere berichten hier).

De NVM geeft Miljoenhuizen.nl tot komende vrijdag om te stoppen met het aanbod. Als dat niet is gebeurd, sluit de makelaarsvereniging een nieuwe gang naar de rechter niet uit. Lees hier meer.

IEF 1957

Juridisch niets mis mee (11)

Chr.A. Alberdingk Thijm, Noot bij Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem 16 maart 2006 (NVM e.a. / Zoekallehuizen.nl), gepubliceerd in AMI 2006/3

“Gezien het voorgaande, valt er het nodige af te dingen op de uitspraak. Met het resultaat kan echter ingestemd worden. Het heeft er alle schijn van dat NVM met deze zaak een potentiële concurrent heeft willen uitschakelen. Zij doet dat met een beroep op de vermeende auteurs- en databankrechten van haar leden. Het uitschakelen van concurrenten is echter niet een belang dat door die rechten wordt beschermd. Het leerstuk misbruik van recht wordt zelden toegepast door de rechterlijke macht. Hier lijkt mij daar alle aanleiding toe.” 

Lees de noot hier.

IEF 1781

Juridisch niets mis mee (10)

Rechtbank Arnhem, 16 maart 2006, KG ZA 06-25. Drieman Makelaardij , Borgdorff Makelaars & NVM tegen Alletekoopstaandehuizen.nl B.V. (Met dank aan Klos Morel Vos & Schaap)

Vonnis in de hier al eerder besproken geruchtmakende zoekallehuizen-databankenzaak.

De Rechtbank Arnhem weigert de door de NVM-makelaars gevraagde voorziening: geen databankenrecht voor de makelaars en geen auteursrechtinbreuk door Zoekallehuizen.nl. Wel ongeoorloofde mededinging NVM. Uitspraak volgt de databankenrechtspraak van het Europese Hof van Justitie en richt zich ook waar het het deeplinken en auteursrecht betreft op verdrags- en Europees recht.

Databankenrecht. Een op een website van een NVM-makelaar opgenomen bestand aan te koop staande woningen is geen databank in de zin van artikel 1 lid 1 sub e Databankenwet.

De rechtbank citeert instemmend uit de William Hill en Fixtures arresten van het HvJ en concludeert dat de investeringen van de NVM-makelaars vooral investeringen zijn die zien op het creëren van de elementen waaruit de verzameling vervolgens wordt samengesteld. De beschrijving en foto’s worden gemaakt  om de woning aan te bieden aan mogelijke kopers. Deze hoofdactiviteit leidt tot het creëren van elementen zoals bedoeld door het Europese Hof van Justitie, niet op het verzamelen. Activiteiten als borrelen en lunchen (eerder bericht hier) zijn gericht op omzetvergroting van de makelaar en hebben onvoldoende relatie tot de exploitatie van de gegevensverzameling. De NVM makelaars hebben niet aannemelijk gemaakt dat eventuele investeringen in het invoeren en ordenen in kwantitatief of kwalitatief opzicht als substantieel zijn aan te merken.

Auteursrecht. Voldoende aannemelijk is geworden dat ZAH voor plaatsing op haar website alleen bepaalde gegevens aan de betreffende websites en /of webpagina’s van de NVM-makelaars heeft ontleent en deeplinks aanlegt naar die sites en/of pagina’s. Eventuele auteursrechtelijke inbreuk  kan dus  alleen betrekking hebben op deze onderdelen, niet op de gehele sites en/of pagina’s.

De rechtbank oordeelt dat als de foto’s van de te koop staande woningen al auteursrechtelijke werken zouden zijn, dat de auteursrechtelijk relevante trekken, zoals met name de afstand waarop een foto is gefotografeerd, de gekozen hoek en de het al dan niet inspelen op de natuurlijke belichting, door de verkleining van deze foto’s op de webpagina’s van ZAH geheel verloren zijn gegaan, waardoor er geen sprake is van auteursrechtinbreuk.

Bij de woningomschrijvingen gaat het daarnaast veleer om feitelijke informatie, waardoor ook hier geen sprake kan zijn van auteursrechtinbreuk.

Van geschriftenbescherming is wel sprake, omdat voldaan is aan de voor geschriftenbescherming geldende vereisten van opschriftstelling en openbaarmaking is voldaan. Maar de enkele vermelding bij een hyperlink van de adresgegevens, vraagprijs en deel van de woningomschrijving moet worden beschouwd als een citaat en ZAH maakt ook op deze wijze geen inbreuk op het auteursrecht van de makelaars.

Deeplinks. Het aanleggen van een deeplink is niet op te vatten als een verveelvoudiging van de webpagina waarnaar wordt gelinkt. Het is immers niet ZAH die de website oproept, maar de bezoeker. Dit linken levert derhalve ook geen auteursrechtinbreuk op. Het aanleggen van een deeplink is ook geen openbaarmaking van de webpagina waarnaar wordt gelinkt. Het zijn de NVM makelaars en niet ZAH die de informatie op internet hebben geplaatst en daardoor wereldwijd voor het publiek toegankelijk hebben gemaakt. De deeplinks vergemakkelijken slechts de toegang tot die informatie.

Het punt van omzeiling van technische maatregelen bespreekt de rechtbank niet, nu op de zitting is gebleken dat de makelaars inmiddels een doeltreffende technische beschermingsmaatregel hebben getroffen, die door ZAH niet meer wordt omzeild.

Algemene voorwaarden. De makelaars kunnen zich niet beroepen op een in hun algemene voorwaarden opgenomen bepaling dat het zonder toestemming verboden is om enig materiaal van de makelaars te kopiëren. Zij kunnen zich immers geen rechten voorbehouden die zij niet hebben.

Mededingingsrecht. NVM makelaar die de aanbeveling van NVM, o.a. om deeplinken door ZAH tegen te gaan, hebben overgenomen, maken zich schuldig aan onderling afgestemde feitelijke gedragingen die de strekking hebben de mededinging te bepreken. De aanbevelingen van NVM strekken ertoe concurrentie door ZAH ten aanzien van Funda te beperken, zodat de consument is aangewezen op een enkele aanbieder, namelijk Funda.

Van ander onrechtmatig handelen door ZAH, parasiteren, profiteren, misleiden, is volgens de rechtbank ook geen sprake. 

Lees het vonnis hier. Deeplink naar vonnis op Rechtspraak.nl hier.

(De NVM heeft inmiddels aangekondigd in hoger beroep te gaan)