DOSSIERS
Alle dossiers

Overig  

IEF 164

Octrooihouders boffen maar weer

Octrooihouders krijgen meer mogelijkheden om in actie te komen tegen inbreuk op hun octrooi. Namaak en piraterij zijn daardoor beter te bestrijden. De Rijksministerraad heeft hiervoor ingestemd met een wetsvoorstel

Het wetsvoorstel van staatssecretaris Van Gennip (EZ) is een wijziging van de Rijksoctrooiwet van 1995. Deze wet geldt ook op de Nederlandse Antillen. De wetswijziging heeft te maken met de invoering van de Europese richtlijn over de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten. Deze richtlijn harmoniseert de bestrijding van namaak en piraterij binnen de EU. Nederland moet de richtlijn uiterlijk mei 2006 implementeren. Hiervoor moeten ook nog andere wetten worden aangepast, zoals de Auteurswet uit 1912.  Het wetsvoorstel wordt voor advies naar de Raad van State van het Koninkrijk gestuurd. De tekst wordt pas openbaar bij toezending aan de Tweede Kamer. persbericht regering

IEF 162

De mythe van het patent

"Het argument dat vaak gebruikt wordt voor een uniforme, wereldwijde wetgeving op het gebied van intellectueel eigendomsrecht is dat zo'n wetgeving onderzoeksinvesteringen en technologieoverdracht in ontwikkelingslanden zou bevorden. De 'openbaringsclausules' in patentwetten, gerelateerd aan middeleeuwse prikkels om de 'mysteries van het vak te openbaren', komen nu gemakshalve op de proppen omdat ze nodig zijnvoor het overdragen van kennis aan de gemeenschap. Het tegendeel is echter waar"

Volgens de flaptekst laat "Vandana Shiva zien dat de grootschalige handel in intellectueel eigendomsrecht  ten kost gaat van lokale boeren in de derde wereld." Wellicht heeft Shiva het bij het rechte eind, maar het taalgebruik is verschrikkelijk, mede dankzij de vertaalster. Alleen al door het consequente gebruik van het woord patent zullen juristen de tekst argwanend tegemoet treden, om vervolgens door analogieën met boosaardige middeleeuwse geheime genootschappen de serieuze boodschap van het boek geheel uit het oog te verliezen en het als louter amusement beschouwen. 

Vandana Shiva, De feiten over biopiraterij, Lemniscaat, Rotterdam 2004. (Ook altijd gedacht dat Lemniscaat alleen kinderboeken uitgaf?)

IEF 110

Mededeling van de Rechtbank ’s-Gravenhage

Herziening versnelde bodemprocedure in octrooizaken: De in BIE 1996 nr. 8 p. 292 gedane mededeling over de versnelde bodemprocedure in octrooizaken van de Haagse rechtbank, als aangevuld in BIE 1998 nr. 4, p.139, is in het licht van de herziening van het burgerlijk procesrecht per 1 januari 2002 niet meer up to date en behoeft aanpassing. De rechtbank maakt van de gelegenheid van deze aanpassing gebruik tegelijkertijd enige wijzigingen in het regime door te voeren, op punten waar dat in de praktijk wenselijk is gebleken. Bedoelde aanpassing en wijzigingen zijn na overleg met onder meer de voorzitter van de Adviescommissie Burgerlijk Procesrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten vastgesteld door het bestuur van de Rechtbank 's-Gravenhage.

Het versnelde regime in octrooizaken zal voortaan de hierna weergegeven regeling volgen (onmiddellijke werking), behoudens voor zover uit de door de Voorzieningenrechter te wijzen of reeds gewezen beschikkingen anders blijkt.

 

1.         Een eisende partij die toegelaten wenst te worden tot het versneld regime in octrooizaken dient daartoe een verzoek in bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank ‘s-Gravenhage, zonodig (met name in geval van in het buitenland gevestigde gedaagden) tevens een verzoek ex art. 117 Rv behelzend.

2.         Bij het in 1. bedoelde verzoek moeten worden overgelegd:

-          een concept dagvaarding die voldoet aan de vereisten van art. 111 Rv en waarin, in geval het een inbreukprocedure betreft, is aangegeven dat en waarom op welke octrooiconclusie(s) (uitgesplitst per kenmerk) inbreuk wordt gemaakt met welk(e) product(en) en/of werkwijze(n) en/of dat en waarom sprake is van octrooiinbreuk, danwel, indien het een nietigheidsprocedure betreft, waarin nauwkeurig en gemotiveerd is aangegeven op welke literatuurplaatsen en/of feitelijke gebeurtenissen eisende partij zich te dien einde beroept;

-          het octrooischrift of de octrooischriften waar eisende partij zich op beroept, alsmede bij niet in het Nederlands gestelde octrooien de Nederlandse vertaling daarvan;

-          een opgave van verhinderdata voor pleidooi (indien bekend is door wie de wederpartij(en) zich zullen laten bijstaan: van procespartijen en raadslieden aan beide zijden) in de zin van art. 6.1 van het Landelijk rolreglement in een periode van ongeveer 28 tot 40 weken later;

3.         Indien de Voorzieningenrechter het in 1. bedoelde verzoek honoreert – in zoverre volgens een procedure die afwijkt van art. 6.2 van het Landelijk rolreglement, wordt in de daartoe gegeven beschikking verlof verleend om op uiterlijk een bepaalde dag te dagvaarden met bepaling van de in de dagvaarding te noemen eerste roldatum waartegen wordt gedagvaard en wordt in beginsel het hele verdere tijdschema van de procedure vastgelegd. Op de voor dagvaarding bepaalde datum dient eiser de tekst van de dagvaarding en van de beschikking tevens per aangetekende post rechtstreeks aan de wederpartij(en) toe te zenden.

Het verdere verloop van de versnelde bodemprocedure in octrooizaken volgt in hoofdlijn en behoudens afwijking daarvan in bedoelde beschikking het hierna volgende stramien.

4.         Op de eerst dienende dag dient eisende partij, zo nodig onder verdere toelichting van de feiten en stellingen waarop een beroep wordt gedaan, alle producties waarop deze zich wenst te beroepen in het geding brengen (waaronder in elk geval begrepen de wettelijk vereiste stukken in geval het (de geldigheid van) een Nederlands registratie-octrooi betreft) conform artt. 2.1 en 3.1 van het Landelijk rolreglement, terwijl eisende partij deze tevens op dezelfde dag rechtstreeks in het bezit dient te hebben gebracht van de wederpartij(en). Conform art. 3.2 van het Landelijk rolreglement kan eenmalig een in die bepaling vermeld uitstel worden verleend van 2 weken, verder uitstel zal niet worden verleend. Stukken die ten tijde van de hierbedoelde datum beschikbaar waren en toch niet in dat stadium zijn overgelegd, kunnen in een later stadium door de rechtbank worden geweigerd.

5.         Ingevolge artt. 2.7 jo. 2.8 sub (b) jo. noot 12  eerste gedachtestreepje jo. 2.9 van het Landelijk rolreglement wordt de zaak vervolgens aangehouden tot een in beginsel 12 weken later gelegen rolzitting voor het nemen van de conclusie van antwoord, waartoe geen verder uitstel zal worden verleend. Op de roldatum bepaald voor antwoord dient gedaagde partij alle producties waarop deze zich wenst te beroepen in het geding te brengen (waaronder in elk geval begrepen de wettelijk vereiste stukken in geval het (de geldigheid van) een Nederlands registratie-octrooi betreft) conform art. 2.1 van het Landelijk rolreglement, terwijl gedaagde partij deze tevens op dezelfde dag rechtstreeks in het bezit dient te hebben gebracht van eisende partij. Stukken die ten tijde van de hierbedoelde datum beschikbaar waren en toch niet in dat stadium zijn overgelegd, kunnen in een later stadium door de rechtbank worden geweigerd.

6.         Indien gedaagde partij een incident opwerpt, dan kan dat tegelijk met voor conclusie van antwoord bepaalde termijn, hetgeen bedoelde partij overigens niet ontslaat van de verplichting ten gronde te antwoorden op de voor antwoord bepaald termijn, op straffe van akte niet dienen. De termijn voor antwoord in een incident is in alle gevallen (of het incident nu op de voor antwoord bepaalde dag wordt opgeworpen of in een eerder stadium) op straffe van akte niet dienen in het incident conform art. 2.7 van het Landelijk rolreglement in beginsel 2 weken. Ook bij pleidooi kan daar vervolgens niet op worden teruggekomen.

Uitsluitend indien gedaagde partij een incident opwerpt op de eerst dienende dag en de wens te kennen geeft dat daarop voorafgaand aan de voor conclusie van antwoord bepaalde termijn wordt beslist, zal de rechtbank zo mogelijk binnen twee weken na de datum bepaald voor antwoord in het incident vonnis wijzen. Op incidenten die na de eerst dienende dag worden opgeworpen zal tegelijk met het eindvonnis worden beslist. 

7.         Eveneens ingevolge artt. 2.7 jo. 2.8 sub (b) jo. noot 12 eerste gedachtestreepje jo. 2.9 van het Landelijk rolreglement wordt in geval gedaagde partij een eis in reconventie instelt (die voor het overige moet voldoen aan het hiervoor in 2. eerste gedachtestreepje gestelde, alsmede, voor wat de producties betreft, aan het hiervoor in 5. dienaangaande gestelde) de zaak aangehouden tot een in beginsel 12 weken later gelegen rolzitting voor het nemen van de conclusie van antwoord in reconventie, waartoe geen verder uitstel zal worden verleend. De Voorzieningenrechter stelt deze datum in zijn beschikking vast, ongeacht of daadwerkelijk een eis in reconventie wordt ingesteld. Eisende partij kan in het geval geen eis in reconventie is ingesteld waarbij vernietiging van het octrooi wordt gevorderd, maar wel als verweer een beroep wordt gedaan op nietigheid van door eisende partij ingeroepen octrooien, uiterlijk op de dag die in de beschikking is bepaald voor antwoord in reconventie, derhalve in beginsel 12 weken na antwoord, bij akte reageren op uitsluitend de bij antwoord gebezigde nietigheidsargumenten, zulks ingevolge artikel 2.11 van het Landelijk rolreglement, zodat ook dan aan de eisen van hoor en wederhoor en de goede procesorde in voldoende mate recht wordt gedaan. Aan na antwoord opgeworpen nietigheidsverweren zal de rechtbank voorbij kunnen gaan, indien eisende partij daar gelet op de beginselen van hoor en wederhoor en de goede procesorde onvoldoende op kan reageren.

8.         Indien eisende partij in reconventie een incident opwerpt, dan is de termijn voor antwoord in het incident conform art. 2.7 van het Landelijk rolreglement 2 weken, op straffe van akte niet dienen in het incident. In het incident zal tegelijk met het eindvonnis vonnis worden gewezen.

9.         In de versnelde bodemprocedure in octrooizaken wordt in afwijking van artt. 5.1 en 5.2 van het Landelijk rolreglement geen roldatum gelegen 2 weken na antwoord bepaald en evenmin een comparitie van partijen gelast, aangezien zaken in dit regime bij voorbaat ongeschikt geacht worden voor comparitie na antwoord.  Eisende partij die is toegelaten te procederen volgens de versnelde bodemprocedure in octrooizaken ziet tevens bij voorbaat af van conclusie van repliek, onder de voorwaarde dat zijn bij voorbaat gedane verzoek om pleidooi wordt toegestaan, welke voorwaarde bij honorering van het in 1. bedoelde verzoek is vervuld.

10.       Pleidooi wordt in de beschikking van de Voorzieningenrechter conform art. 2.7 van het Landelijk rolreglement bepaald op in beginsel 6 à 10 weken na de roldatum die is bepaald voor antwoord in reconventie. In zoverre in aanvulling op art. 6.3 van het Landelijk rolreglement dient de eisende partij 3 extra procesdossiers ten behoeve van pleidooi voor de meervoudige kamer over te leggen. Voor procesdossiers, met inbegrip van het originele procesdossier, gelden de volgende regels:

a)         De in de extra procesdossiers overgelegde producties (met name foto's, prints van internetsites en andere afbeeldingen) dienen tenminste dezelfde kwaliteit te hebben als die van het originele dossier;

b)         Een bepaald als productie overgelegd stuk dient (ook in het originele dossier) niet nogmaals elders in de procedure te worden overgelegd, tenzij daar een goede reden voor is;

c)         Indien een bepaalde kleurstelling in de originele producties van belang is, dient in de extra dossiers ook voor deze kleur te worden gezorgd (kleurkopieën , kleurenfoto's etc.);

d)         Partijen dienen zich te realiseren dat producties in een buitenlandse taal, niet zijnde Engels, mogelijk niet de aandacht van de rechtbank krijgen die deze zouden hebben gekregen, indien deze zouden zijn voorzien van een vertaling in het Nederlands;

e)         Alle aan te leveren procesdossiers dienen voorzien te zijn van duidelijke, doorgenummerde en hanteerbare tabbladen tussen de verschillende producties;

f)          Alle processtukken van enige omvang moeten tezamen zijn gebonden in ordners die stevig gebruik kunnen doorstaan en zowel op de rug als op de voorkant zijn voorzien van duidelijke en inzichtelijke (door)nummering en tevens voorzien zijn van inhoudsopgaven in het begin van elke bundel;

g)         Nieuwe in te voegen documenten dienen te worden aangeleverd voorzien van perforaties en (doorgenummerde) tabbladen teneinde in de al verschafte bundels te kunnen worden opgenomen, in voorkomend geval voorzien van extra doorgenummerde ordners die voldoen aan de criteria onder f), indien de nieuwe in te voegen documenten niet in de al verschafte bundels kunnen worden opgenomen.

In aanvulling op art. 6.4 van het Landelijk rolreglement wordt voor de pleitzitting aan ieder der partijen (waarbij meerdere eisers respectievelijk gedaagden als één partij worden beschouwd en desnodig meerdere raadslieden aan dezelfde zijde de verdeling van de pleittijd per partij tevoren in onderling overleg dienen vast te stellen) een eerste termijn van maximaal 90 minuten gegund en een tweede termijn van maximaal 20 minuten.

11.       Indien partijen voor pleidooi nog nadere producties in het geding willen brengen, geldt het volgende. Uitgangspunt is in verband met de goede procesorde dat nadere producties buiten de in 4, 5 en 7 bedoelde producties steeds in een zo vroeg mogelijk stadium rechtstreeks aan de (raadslieden van de) wederpartij en de rechtbank (buiten de rol om) dienen te worden ingezonden. De uiterlijke termijn waarbinnen dergelijke producties nog kunnen worden ingezonden is conform art. 1.12 van het Landelijk rolreglement 2 weken voor pleidooi. Stukken die, hoewel eerder beschikbaar, toch niet in een eerder stadium zijn toegezonden kunnen op instigatie van de wederpartij of ambtshalve door de rechtbank worden geweigerd, in welk geval deze niet tot de processtukken zullen worden gerekend.

12.       Indien een eisende partij niet conform de beschikking van de Voorzieningenrechter procedeert, wordt de zaak ambtshalve uit de versnelde procedure in octrooizaken verwijderd.

 

 

 

’s-Gravenhage, maart 2005

IEF 109

Met Megabloks kun je alles maken

Zou warchild zich ook bezig houden met kinderen die het slachtoffer zijn geworden van de zich al jaren voortslepende bouwblokjeswereldoorlog tussen Lego en, onder andere, Mega Bloks? Laatse veldslag is geleverd in Duitsland. Een persbericht van Mega Bloks spreekt van 'a decision of the German Patent and Trademark Office canceling a 2x4 stud block design trademark registration in the name of an affiliate of the Lego group of companies.

The decision was issued on February 2, 2005 further to a petition filed by Best-Lock (Europe) Limited, another toy manufacturer, but effectively declared invalid for the benefit of all interested parties Lego's registration for a three-dimensional depiction of an interlocking toy block of the kind manufactured by many companies, including Mega Bloks.'

 

 

Mega Bloks Comments on Cancellation of Lego's Design Trademark in Germany

MONTREAL, March 21 /CNW Telbec/ - Mega Bloks Inc. (TSX: MB) Mega Bloks has learned of a decision of the German Patent and Trademark Office canceling a 2x4 stud block design trademark registration in the name of an affiliate of the Lego group of companies.

The decision was issued on February 2, 2005 further to a petition filed by Best-Lock (Europe) Limited, another toy manufacturer, but effectively declared invalid for the benefit of all interested parties Lego's registration for a three-dimensional depiction of an interlocking toy block of the kind manufactured by many companies, including Mega Bloks.

Significantly, the invalidated trademark registration was like the one, which the European Office for the Harmonization of the Internal Market ("OHIM") cancelled in its decision of July 30, 2004. Lego has appealed from the latter decision and may also appeal the German Patent and Trademark Office decision of February 2. The Company notes that the tribunals of various European countries whose laws are harmonized under the EU Directive on Trademarks have likewise cancelled Lego's three-dimensional block design trademarks or not allowed them to proceed to registration to begin with.

"With this latest development, Mega Bloks intends to launch its complete range of construction toys in Germany," said Marc Bertrand, the Company's President and CEO. "We look forward to leveraging our many strengths to broaden our presence in Germany now that the legal barriers have been cleared away," he added.

By the Company's own estimates and independent research, the German construction toy segment accounts for annual wholesale shipments of US$250 million. Mega Bloks has an established presence in Germany both as a brand and, corporately, with a permanent sales support office in the Nuremberg area.

About Mega Bloks

Mega Bloks creates high quality, fun and educational construction toys
that inspire kids and parents to play and learn together. The MEGA BLOKS(R)
system features basic and themed construction toys for boys and girls of all
ages. Headquartered in Montreal, Mega Bloks is a global organization employing
approximately 1000 people with sales in over 100 countries.

(MEGA BLOKS and the MEGA BLOKS logo are the property of Mega Bloks Inc.).
   
For further information: Eric Phaneuf, (514) 333-3339, x745, Brahm
Segal, +41 (0) 41 725 4192, www.megabloks.com; Source: Mega Bloks Inc.

IEF 96

Octrooirecht

Record aantal octrooiaanvragen in 2004.

Het WIPO meldt op haar website dat in 2004 maar liefst 120 duizend PCT aanvragen zijn ingediend, een stijging van 4,3% ten opzichte van 2003. Bijna een derde van deze aanvragen is afkomstig uit de VS. Nederland staat met 4458 aanvragen op een niet onverdienstelijke zesde plaats, net na Groot-Brittannie en nog voor Zuid-Korea, dat overigens wel een toename van bijna 20% zag. 

Nationale trots Philips blijft van alle internationale bedrijven de belangrijkste indiener van aanvragen: niet minder dan 2362 aanvragen werden er aangeleverd.

China diende ruim 37% meer aanvragen in dan in 2003, maar staat nog altijd op de dertiende plaats.

Lees hier het persbericht van het WIPO

IEF 93

Pas op, achter je!

Door alle moties, intrekkingen en herformuleringen geen idee meer hoe het precies zit met het Europese softwareoctrooi? Terwijl het toch zo simpel is: het is gewoon één groot complot!

"Onder invloed van het octrooisysteem en lobbyisten uit de zakenwereld, staat de Europese Unie op het punt een gigantische vergissing te maken: om een wet aan te nemen die softwareoctrooien zou legaliseren.  Als dat gebeurt, dan zult u daarvoor moeten bloeden. De software-industrie in Europa zal ten prooi vallen aan afpersers zonder scrupules. U persoonlijk, uw huishouden, uw bedrijf, uw regering, iedereen." Op dezelfde site: octrooien zijn wapens!

IEF 75

Octrooirecht?

Ananova bericht dat "a Chinese man has patented his technique for growing his own wooden chairs. Mr Wu, from Shenyang City, Liaoning province, moulds branches into shape while the tree is still growing." Geen idee hoe het Chinese octrooirecht werkt, maar je kunt je afvragen of modellenrecht niet toepasselijker zou zijn. Of nog beter, kwerkersrecht.

src=

Mr Wu sits in his wooden chair / Lu Feng

Chinese man Mr Wu grows his own wooden chairs /Lu Feng

IEF 64

Auteursrecht

Koffie blijft de gemoederen bezig houden. In Europa woedt al een tijdje de zgn. 'coffeepads-oorlog' tussen Douwe Egberts en verschillende concurrenten. Inzet is de geldigheid van het octrooi van Douwe Egberts op de zgn. coffeepads van de Philips Senseo koffiemachines.

In de V.S. is eveneens een strijd gaande, maar dan over de verpakking van filterkoffie. Een voormalig fotomodel ontdekte dat Nestle al jarenlang een beeltenis van hem op koffiepakken had geplaatst...zonder toestemming. Een rechter in Los Angeles heeft de man een schadevergoeding toegekend van 15,6 miljoen dollar.

Lees het hele bericht hier

IEF 44

Octrooirecht

Software patent vote this week. EU governments are this week expected to push through a groundbreaking vote on the proposed software patent directive in one of the last two European Council meetings before the end of the year. Contrary to recent press reports claiming that an adoption of the draft directive will not be possible before 2005, the Dutch EU Presidency and the 25 member states making up the European Council are seemingly eager to commit to this final step before the end of the year.

Octrooirecht. Software patent vote this week. EU governments are this week expected to push through a groundbreaking vote on the proposed software patent directive in one of the last two European Council meetings before the end of the year.

Contrary to recent press reports claiming that an adoption of the draft directive will not be possible before 2005, the Dutch EU Presidency and the 25 member states making up the European Council are seemingly eager to commit to this final step before the end of the year.

So eager, in fact, that they have decided to formally adopt the decision, reached by the Competitiveness Council on May 18, as an A point (without a debate) in the Agriculture and Fisheries Council meeting on December 21.

The outcome will be known as the Council’s common position.

Confirming Tuesday’s adoption, a Council spokesperson told MIP Week: “The Spanish delegation has announced that it will vote against and the Belgian, Austrian and Italian that they will abstain. Several delegations such as the Netherlands, Poland and Latvia announced that they will make a declaration to the Council minutes explaining their positions.”

Under the EU’s co-decision procedure, the Council’s common position will be transferred to the European Parliament, which could give it its vote as early as mid-January, or mid-February next year – that is, if all goes according to plan.

The EU directive on the patenting of computer-implemented inventions has been at the centre of much controversy since the European Commission first proposed it in 2002. Its aim is to harmonize the divergent laws on software patenting across the EU by bringing them more in line with the current practice at the European Patent Office.

But groups such as the Foundation for a Free Information Infrastructure are concerned that the directive would legalize software patenting, or at the very least increase software patenting due to confused wording in the directive over what kind of software is patentable.

In late 2003 the Parliament adopted a new draft with more than 70 amendments to the Commission’s original proposal. The IT industry and the European Commission said the amendments diluted the original plans and turned the draft text into a confusing maze of broad and contradictory provisions.

On May 18, the Competitiveness Council, pushed by the then Irish EU presidency, adopted a so-called compromise draft, keeping only 21 of the Parliament’s amendments and moving closer to the Commission’s original version. Supporters of the directive, such as Dell, Ericsson, Intel, Siemens and Sony, would like to see it adopted sooner rather than later.

“This directive is extremely important for the future of innovation in Europe as it concerns two-thirds of all inventions in the European high-tech industry,” said Mark MacGann, director-general of the European IT industry association (EICTA).

Hoping to calm fears that the directive will bring the EU closer to the more liberal US and Japan approaches to software patenting, UK government officials last Tuesday said that the directive will not change the EU’s legal position, but instead will simply clarify what can and cannot be patented.

Lord Sainsbury, the UK’s minister for science and innovation, said that it will not adversely impact the software and open-source market: “Changes in patent practice in the US in the last five years have caused concern in some areas of the computer industry, and the directive will ensure that Europe continues on its own path, which is a balanced approach that both creates a climate for innovation and supports the open source software.”

To be adopted as law, the Council’s common position on the directive will have to go back to the Parliament for a second reading (expected to happen in January or February at the earliest).

“The Parliament will either agree with it, or reject it completely, in which case the directive is dead,” said Tony Howard, deputy director at the UK Patent Office, at a press conference organized by the Department of Trade and Industry last Tuesday.

The remaining option would be that the Parliament again changes the draft, in which case it would have to send it back for a second reading to the Council. In such a case, the Parliament would, under old EU rules, have been restricted to re-introducing only those changes made to the draft during its first reading.

But with the election of a new Parliament, which opened in October, this rule does not apply, explained Howard, and the Parliament will be free to introduce new changes if it wishes.

“It’s an issue to follow that will keep us all very busy for the months to come. It will be even harder this time than during the first reading,” said one industry observer in Brussels.

Read here and here the draft statements to be considered Tuesday.

MIP Week welcomes your feedback on this or any other story. Please email the author with your comments. Letters may be published online.

Read here and here the draft statements to be considered Tuesday.

Stephanie Bodoni, London - 19 December 2004

IEF 32

Octrooirecht

The European Patent Organisation continues its dynamic growth. With the accession of Lithuania to the European Patent Convention, the Organisation now has 30 member states. Moreover, an agreement with Bosnia and Herzegovina has entered into force, allowing applicants to extend their patent applications and patents to that country, which has observer status in the Organisation. European patents are now valid in 36 European states, covering a market of more than 560 million inhabitants.

Lithuania joins the European Patent Organisation as the 30th member state

Munich, 3 December 2004 -- The European Patent Organisation continues its dynamic growth. With the accession of Lithuania to the European Patent Convention, the Organisation now has 30 member states. Moreover, an agreement with Bosnia and Herzegovina has entered into force, allowing applicants to extend their patent applications and patents to that country, which has observer status in the Organisation. European patents are now valid in 36 European states, covering a market of more than 560 million inhabitants.

With its continued expansion, the European patent system is the most dynamic regional patent system in the world. According to the President of the European Patent Office, Professor Alain Pompidou: “The expansion is not only an important contribution to the European integration process. It also underlines the role patents play in the European economy”.

With the accession of Poland and Iceland to the EPC, as well as the extension agreements with Croatia and Serbia and Montenegro concluded earlier this year, the geographical scope of protection for European patents has again grown significantly in 2004. For the European Union’s “Lisbon strategy”, which aims at turning Europe into the most competitive knowledge-based economy by 2010, the patent system is of paramount importance. In the words of Mr Pompidou: “The role of the patent system is to facilitate the flow from knowledge to innovation and from innovation to the creation of economic value. The EPO’s role is to effectively manage this process. The growing number of member and extension states testifies to the demand for patent protection in Europe, and the attractiveness of the European patent system”.

With Latvia, Malta and Norway, further countries are set to join the European Patent Organisation in the foreseeable future.

For further information please contact:
European Patent Office
Communication Department
Rainer Osterwalder - Press Officer
80298 Munich

Phone: +4989/2399-5012
Fax: +4989/2399-2850
e-mail: press@epo.org

https://www.european-patent-office.org/news/pressrel/2004_12_03_e.htm