Vacature president Boards of Appeal EUIPO
Het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) zoekt kandidaten voor de functie van president van de kamers van beroep van het Bureau.
Het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) zoekt kandidaten voor de functie van president van de kamers van beroep van het Bureau.
HvJ EU 5 september 2019, IEF 18850, IEFbe 2996; ECLI:EU:C:2019:674 (AMS Neve tegen Heritage Audio) Uitlegging artikel 97, lid 5 van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het (Unie)merk. AMS Neve is gevestigd in het Verenigd Koninkrijk en produceert/verkoopt audioapparatuur. Heritage Audio is gevestigd in Spanje en verkoopt eveneens audioapparatuur. AMS stapt naar de Intelectual Property and Enterprise Court (merkenrechter Verenigd Koninkrijk) met een vordering wegens inbreuk op een Uniemerk waarvan AMS een exclusieve licentie houdt. Zij menen dat Heritage imitaties van de aan AMS toebehorende Uniemerk te koop hebben aangeboden in het Verenigd Koninkrijk. Het Court of Appeal vraagt uitleg omtrent enkele aspecten met betrekking tot haar bevoegdheid inzake. Nu er reclameuittingen hebben plaatsgevonden die zijn gericht op consumenten en handelaren die zich in het Verenigd Koninkrijk bevinden, is derhalve ook de rechter in deze lidstaat bevoegd kennis te nemen.
Rechtbank Rotterdam 17 september 2019, IEF 18849 (A tegen B) Kort geding. A is actief als DJ en producer onder het label Peacock Records. B houdt zich bezig met boekingen en is distributeur van muziek en merchandise. A en B hebben een exclusief artiestencontract ten behoeve van Peacock Records gesloten. In het onderhavige geschil stelt A dat B tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, voortvloeiende uit het artiestencontract. Vervolgens heeft A de overeenkomst tussen hem en B (gedeeltelijk) ontbonden, B wijst echter de ontbinding van de hand. Tevens heeft A de exclusiviteitsbepalingen en het beding dat ziet op het exclusieve eeuwigdurende exploitatierecht schriftelijk bij brief vernietigd. Het spoedeisend belang van het kort geding is twijfelachtig en de stellingen van partijen zijn slechts gebaseerd op aannames en vermoedens waarvan de gegrondheid niet aannemelijk is gemaakt.
HR 22 november 2019, IEF 18847; ECLI:NL:HR:2019:1832 (Publicatie dagboek) De moeder van een vermoord persoon verzet zich tegen publicatie van (stukken uit) haar dagboek. De publicaties worden als onrechtmatig aangemerkt. Eiser in cassatie stelt dat het Hof ongelijk heeft in haar standpunt dat de advocaat van de moeder over toereikende procesvolmacht beschikt. Daarnaast wordt de vraag opgeworpen of een rechterlijk gebod is nageleefd en de daarmee samenhangende stelplicht en bewijslast. In navolging van de conclusie van de A-G [IEF 18724], wordt het beroep tot cassatie verworpen. De aangevoerde klachten worden verworpen zonder nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Rechtbank Midden-Nederland 1 november 2019; IEF 18848, IT 2953, IEFbe 2995; ECLI:NL:RBMNE:2019:5093 (Ferranti tegen Provincie Utrecht) De Provincie Utrecht en NDOV-DOVA U.A. hebben een Europese aanbestedingsprocedure lopen voor de ontwikkeling, beheer en doorontwikkeling van de distributiefunctie van een dynamisch reizigersinformatiesysteem. Dit systeem geeft via websites, apps en displays op stations en haltes informatie over actuele aankomst- en vertrektijden. De aanbesteding is voorlopig gegund aan Strukton Systems. Ferranti Computer Systems, een Belgische kandidaat in de aanbestedingsprocedure, kan zich niet vinden in deze beslissing. Zij menen dat de procedure onrechtmatig is en moet worden gestaakt. Daarnaast vinden zij dat hun inschrijving onjuist is beoordeeld en dat de gunningsbeslissing onvoldoende is gemotiveerd. Verder ziet een deel van de grieven op de verplichte overdracht van intellectuele eigendomsrechten aan DOVA in geval van gunning. Ferranti wordt op alle punten in het ongelijk gesteld. Wat betreft de overdracht van intellectuele eigendomsrechten, kan niet worden gesteld dat deze eis disproportioneel is, nu er geen aanwijzingen zijn dat DOVA de verkregen informatie van plan is te gebruiken voor de ontwikkeling van een concurrerend product.
Rechtbank Amsterdam 10 april 2019, IEF 18845; (Y tegen X) Zie ook [IEF 18843]. Eiser is als zanger en tekstdichter actief onder een artiestennaam. X drijft een onderneming die muziekvideo’s vervaardigt en exploiteert. X heeft met Z als hoofdartiest een muziekvideoclip van een Nederlandstalig muziekwerk vervaardigd. Het intro van het liedje is in het Berbers geschreven en gezongen door eiser, terwijl de Nederlandse coupletten en de refreinen zijn geschreven door Z. Tussen eiser en X is een geschil ontstaan met betrekking tot de exploitatie van het muziekwerk en de voorwaarden die eiser had gesteld aan zijn toestemming tot exploitatie van het werk. Eiser betoogt dat X inbreuk heeft gemaakt op auteursrechten en naburige rechten.
HR 22 november 2019; IEF 18844, IT 1759; ECLI:NL:HR:2019:1833 (Coloplast tegen Medical4You) Coloplast EP 1 145 729 is een gebruiksklaar urinekathersamenstel. De geldigheid van het octrooi is bij het Hof gesneuveld, op grond van gebrek aan inventiviteit [IEF 16484]. Door het Hof is er getoetst aan de ‘problem solution approach’ en de daarmee samenhangende ‘could-would’ regel (benadering van het objectief technische probleem waar het octrooi een oplossing voor zou bieden). Coloplast is in het ongelijk gesteld en gaat in cassatie. De grieven omvatten voornamelijk motiveringsklachten. De conclusie van de A-G strekt tot verwerping van het cassatieberoep. Het arrest gaat hierin mee. De aangevoerde klachten worden verworpen zonder nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Er is nog een beperkt aantal plaatsen beschikbaar voor Muziek en IE op donderdag 28 november in het Amsterdamse Proeflokaal. Margriet Koedooder (De Vos & Partners) en Marijn Kingma (Hocker) behandelen actuele onderwerpen in (muziekuitgave)contractenrecht en rechtspraak. Rob van Dongen (Dikhoff Van Dongen) werpt een blik op artikel 17 DSM. Samen met panelleden Dorien Verhulst (Brinkhof) en Michiel Laan (BumaStemra) ziet hij terug op bijna een jaar artikel 17. Wat heeft het opgeleverd, en hoe werkt dit in de praktijk?
Aanmelden is nog mogelijk voor de Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht komende woensdag 27 november, met Tobias Cohen Jehoram, Charles Gielen en Joris van Manen! Kom voor een volledige update naar het Amsterdamse Proeflokaa. Inschrijven of meer informatie? Mail naar info@delex.nl, of kijk op de website. Let op: er zijn nog maar enkele plaatsen vrij!
Vzr. Rechtbank Amsterdam 13 juli 2018, IEF 18843 (X tegen Y) Kort geding. X drijft een onderneming waarbij zij muziekvideo's vervaardigt en exploiteert. X heeft onder meer een muziekclip vervaardigd waarbij Z hoofdartiest was. De intro van de muziekclip is geschreven en gezongen door Y die aangesloten is bij Buma/Stemra. Tussen Y en X is een geschil ontstaan over de exploitatie vande muziekclip en de voorwaarden die Y stelde voor zijn toestemming tot exploitatie van het werk. Bij verstekvonnis van 25 april 2018 is X onder andere veroordeeld tot staking van exploitatie op straffe van een dwangsom. X verzet zich tegen het verstekvonnis. Het verweer van X in de verzetprocudure wordt niet kansloos geacht. Dat Y bij de exploitatie niet is genoemd als tekstschrijver en uitvoerder, is gesteld noch gebleken. Dat aan de tweede voorwaarde - het uitbrengen van een ander muziekwerk met Z - niet (tijdig) is, of niet zal worden voldaan, is ook nog maar de vraag. Y maakt misbruik van zijn bevoegdheid het verstekvonnis ten uitvoer te leggen. Die tenuitvoerlegging dient te worden gestaakt totdat in de verzetprocedure is beslist over de vermeende inbreuken op de rechten van Y.