Column Henk Westbroek: grootstedelijke songfestivalliefde

Bij boksen is het verboden om onder de gordel te slaan en bij voetballen mag je niet met opzet iemand een doodschop geven. Bij deze twee wedstrijdsporten komen deelnemers soms goed weg met doen wat niet mag; maar er bestaan regels. Muziek is een wedstrijd zonder regels. En als er gesuggereerd wordt dat die regels wel degelijk bestaan, zijn ze lachwekkend onbenullig. Liedjes komen op de radio als de ballotagecommissie besluit dat ze ‘radiowaarde’ hebben. En in de serieuzere dagbladen krijgen platen een goede recensie als de muziek ‘urgentie’ bezit. Dat is op persoonlijke smaak gebaseerde willekeur. En dat zou helemaal niet kwalijk zijn als ruiterlijk werd toegegeven dat het zo was, maar dat hoor je zelden. Nooit eigenlijk. Bij wielrennen mag je renners niet de berg opduwen, maar in de muziek gebeurt niet anders. Grote uitgevers en platenmaatschappijen die financiële belangen bij artiesten en Spotify hebben, lukt het vrij makkelijk om ‘hun’ liedjes op lijstjes te krijgen. Dus om die bij voorrang onder de aandacht van luisteraars te brengen. Die aandacht garandeert geen succes, maar het helpt wel.