IEF 22175
1 augustus 2024
Uitspraak

Geen auteursrechtelijke openbaarmaking

 
IEF 22173
1 augustus 2024
Uitspraak

Uitzending Noordkaap onrechtmatig

 
IEF 22170
1 augustus 2024
Uitspraak

WAMCA-procedure door Stichting Farma Ter Verantwoording

 
IEF 19266

Openbaarmaking auteursrechtelijk beschermde muziekwerken op evenement


Rechtbank Rotterdam 5 jun 2020, IEF 19266; ECLI:NL:RBROT:2020:5245 (Buma tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/openbaarmaking-auteursrechtelijk-beschermde-muziekwerken-op-evenement

Rechtbank Rotterdam 5 juni 2020, IEF 19266; ECLI:NL:RBROT:2020:5245 (Buma tegen gedaagde) Buma vordert betaling van een bedrag van 25.000 euro van gedaagde, omdat gedaagde op een evenement auteursrechtelijk beschermde muziekwerken ten gehore heeft gebracht. Gedaagde betwist de vordering door te stellen dat hij niet de enige organisator was van het evenement, Buma de factuur te laat heeft verzonden en dat de artiesten al zijn betaald voor hun optreden. Het verweer dat gedaagde niet de enige organisator was van het evenement wordt verworpen, omdat uit de stukken niet volgt dat de door gedaagde genoemde rapformatie en boekingskantoor eveneens organisator zijn. Ook het verweer dat Buma de factuur te laat heeft verzonden wordt verworpen. Dat Buma pas anderhalf jaar na het evenement de vergoeding heeft kunnen vaststellen, is volledig te wijten aan het feit dat gedaagde te laat de verlangde gegevens aan Buma heeft verstrekt. Het laatste verweer dat de optredende artiesten reeds betaald zijn voor hun optreden, wordt eveneens verworpen. De gage - toekomend aan de optredende artiesten - en de vergoeding voor het openbaar maken van auteursrechtelijk beschermde muziekwerken - toekomend aan Buma - dienen uitdrukkelijk onderscheiden te worden. Derhalve is er geen sprake van dubbele inkomsten aan de zijde van de artiesten. De vordering van Buma wordt toegewezen.

IEF 19269

HvJ EU genuanceerd over gratis verstrekking medicijnmonsters aan apothekers

HvJ EU 11 jun 2020, IEF 19269; ECLI:EU:C:2020:459 (Ratiopharm tegen Novartis), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-genuanceerd-over-gratis-verstrekking-medicijnmonsters-aan-apothekers

HvJ EU 11 juni 2020, IEF 19269, LS&R 1827, IEFbe 3084; ECLI:EU:C:2020:459 (Ratiopharm tegen Novartis) Het Europees Hof van Justitie beantwoordt in deze zaak prejudiciële vragen van het Bundesgerichthof over de uitleg van artikel 96 lid 1 en 2 van Richtlijn 2001/83/EG. De vraag wordt gesteld in het kader van een geding tussen Ratiopharm en Novartis, waarin Novartis verzoekt om Ratiopharm te verbieden gratis monsters van geneesmiddelen aan apothekers te verstrekken. Novartis produceert en verkoopt het geneesmiddel Voltaren Schmerzgel, dat de werkzame stof Diclofenac bevat. Ratiopharm brengt het geneesmiddel Diclo-ratiopharm-Schmerzgel in de handel, dat eveneens de stof Diclofenac bevat. Ratiopharm heeft “voor demonstratiedoeleinden” gratis verkoopverpakkingen met dat geneesmiddel verstrekt aan Duitse apotheken. Het Bundesgerichthof stelt het Hof van Justitie de vraag of artikel 96 lid 1 van de Richtlijn zo moet worden uitgelegd dat het, onder bepaalde voorwaarden, farmaceutische ondernemingen toestaat gratis monsters van geneesmiddelen ook aan apothekers te verstrekken. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord. Artikel 96 lid 1 van de Richtlijn moet zo worden uitgelegd, dat het de mogelijkheid van verstrekking van gratis monsters aan apothekers toestaat, mits dit geen geneesmiddelen zijn die zijn onderworpen aan een medisch recept. Dergelijke geneesmiddelen mogen namelijk niet worden gebruikt zonder medisch toezicht.

IEF 19267

Perspublicatie politie geen schending onschuldpresumptie

Hoge Raad 5 jun 2020, IEF 19267; ECLI:NL:HR:2020:1010 (Perspublicatie politie), https://ie-forum.nl/artikelen/perspublicatie-politie-geen-schending-onschuldpresumptie

HR 5 juni 2020, IEF 19267; IT 3169; ECLI:NL:HR:2020:1010 (Perspublicatie politie) Mediarecht. Privacy. De Hoge Raad heeft het oordeel van het Hof van 15 januari 2019 [IEF 18201] bekrachtigd. Publicatie van een persbericht door de politie betekende in dit geval geen schending van de onschuldpresumptie. Voorlichting over de huiszoeking en aanhouding, was gelet op de onrust in de gemeente voor de hand liggend, terwijl transparantie over de aard van de (voor de directe omgeving kenbare) huiszoeking mede in het belang was van geïntimeerde.

IEF 19265

Geen verwarringsgevaar bij handelsnamen Budget Phone en Budget Mobiel

Rechtbank Amsterdam 5 jun 2020, IEF 19265; C/13/681170 (Budget Phone tegen Budget Mobiel), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-bij-handelsnamen-budget-phone-en-budget-mobiel

Rechtbank Amsterdam 5 juni 2020, IEF 19265; C/13/681170 (Budget Phone tegen Budget Mobiel) Kort geding. Budget Phone vordert staking van het gebruik van de aanduiding Budget Mobiel. Uit artikel 5 Hnw volgt dat het voeren van een jongere handelsnaam kan worden verboden, indien deze in geringe mate afwijkt van Budget Phone Company, Budget Phone, dan wel budgetphone, voor zover verwarring tussen de ondernemingen kan ontstaan bij het publiek. De handelsnaam Budget Mobiel wijkt in geringe mate af van Budget Phone, want het meest kenmerkende bestanddeel van beide handelsnamen (“budget”) zijn hetzelfde en de overige bestanddelen (“phone” en “mobiel”) stemmen grotendeels begripsmatig overeen. Deze geringe afwijking tussen twee handelsnamen rechtvaardigt alleen dan een verbod op het voeren van de jongere handelsnaam, als daardoor verwarring tussen de ondernemingen kan ontstaan bij het publiek. Hierover wordt geoordeeld dat de handelsnaam Budget Phone (alsook budgetphone of Budget Phone Company) relatief weinig onderscheidend vermogen heeft en dat het voeren van die handelsnaam geen ruime bekendheid heeft, die een ruime beschermingsomvang rechtvaardigt. Daarnaast begeven partijen zich maar in beperkte mate op dezelfde markt en neemt Budget Mobiel afstand van Budget Phone met een visueel afwijkend logo. Derhalve is verwarringsgevaar en daadwerkelijke verwarring onvoldoende aannemelijk. De vordering wordt niet toegewezen.

IEF 19264

Inbreuk op modelrecht barbecuestandaard

Rechtbank Den Haag 10 jun 2020, IEF 19264; ECLI:NL:RBDHA:2020:5138 (Global tegen Outtrade), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-modelrecht-barbecuestandaard

Rechtbank Den Haag 10 juni 2020, IEF 19264; ECLI:NL:RBDHA:2020:5138 (Global tegen Outtrade) Zowel Global en Outtrade zijn ondernemingen in de handel in consumentengoederen. Global heeft een standaard voor een kamado - keramische barbecue - ontwikkeld en laten uitwerken door freelance ontwerper Carana, die de intellectuele eigendomsrechten op de standaard aan Global heeft overgedragen. Global heeft de standaard voor het eerst in mei 2016 (via Xenos) aan het publiek ter beschikking gesteld en op 22 december 2016, binnen de in artikel 7 lid 2 GModVo4 bedoelde respijttermijn, heeft zij het uiterlijk van de standaard als Gemeenschapsmodel laten registreren. Outtrade brengt ook een barbecuestandaard op de markt. Global stelt onder meer dat Outtrade met deze standaard inbreuk maakt op haar (niet-geregistreerde) Gemeenschapsmodelrechten en auteursrechten. Het beroep op modelrechtinbreuk slaagt, aan de bespreking van de (meer) subsidiaire grondslagen in conventie - auteursrechtinbreuk en slaafse nabootsing - wordt niet toegekomen. Zowel het niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel als het ingeschreven Gemeenschapsmodel zijn rechtsgeldig.

IEF 19263

Uitspraak ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff.

HR: beschuldigen oud-rechter niet onrechtmatig

Hoge Raad 12 jun 2020, IEF 19263; ECLI:NL:HR:2020:1046 (Medewerkster tegen oud-rechter), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-beschuldigen-oud-rechter-niet-onrechtmatig

HR 12 juni 2020, IEF 19263, IT 3168; ECLI:NL:HR:2020:1046 (Medewerkster tegen oud-rechter) In cassatie op ECLI:NL:GHSHE:2018:4499, (gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen, conclusie [IEF 19051]. In deze zaak vordert een voormalig rechter schadevergoeding van een voormalig medewerkster. Zij zou hem in een anonieme brief aan een journalist en later in getuigenverklaringen hebben beschuldigd van onvoldoende onpartijdigheid als rechter. Het gerechtshof besliste dat de medewerkster onrechtmatig heeft gehandeld jegens de oud-rechter.
Het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 30 oktober 2018 wordt vernietigd maar uitsluitend voor zover daarin voor recht is verklaard dat de medewerkster jegens de oud-rechter en de vennootschap onrechtmatig heeft gehandeld door het (onder ede) herhalen van de in de anonieme brief geuite beschuldigingen. Het hof heeft weliswaar geoordeeld dat de herinneringen van de medewerkster zoals die uit haar stellingen en getuigenissen vallen af te leiden, de nodige vragen oproepen, maar (ook) dat is onvoldoende om te oordelen dat het in haar getuigenverklaringen herhalen van de in de anonieme brief geuite beschuldigingen onrechtmatig is.

IEF 19262

Na tekenen onthoudingsverklaring opnieuw verkoop illegale dvd's

Rechtbank Rotterdam 29 mei 2020, IEF 19262; ECLI:NL:RBROT:2020:5108 (Stichting Brein tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/na-tekenen-onthoudingsverklaring-opnieuw-verkoop-illegale-dvd-s

Ktr. Rechtbank Rotterdam 29 mei 2020, IEF 19262; ECLI:NL:RBROT:2020:5108 (Stichting Brein tegen gedaagde) Aanbieden van illegale dvd's. Gedaagde heeft via Marktplaats, gedurende geruime tijd op grote schaal, tegen betaling illegale dvd’s van verschillende tv-series aangeboden. Zij heeft dit gedaan onder verschillende aliassen. Stichting Brein heeft gedaagde op 19 juli 2018 aangeschreven naar aanleiding van de verkoop van dvd’s en op 5 augustus 2018 is door gedaagde een onthoudingsverklaring ondertekend. In deze zaak dient de vraag te worden beantwoord of gedaagde na het tekenen van de onthoudingsverklaring op 5 augustus 2018 opnieuw dvd’s op Marktplaats heeft aangeboden. Het verweer van gedaagde wordt verworpen. Er zijn geen aanwijzigingen dat iemand anders het heeft gedaan omdat zij het geld op haar rekening heeft gestort.

IEF 19261

Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram en Carlos van Staveren, De Brauw, Klaas Bisschop en Dirk-Jan Ridderinkhof, Hogan Lovells en Thijs van Aerde, Houthoff.

Cassatieberoep Fresenius verworpen

Hoge Raad 12 jun 2020, IEF 19261; ECLI:NL:HR:2020:1036 (Fresenius tegen Eli Lilly), https://ie-forum.nl/artikelen/cassatieberoep-fresenius-verworpen

HR 12 juni 2020, IEF 19261, LS&R 1826; ECLI:NL:HR:2020:1036 (Fresenius tegen Eli Lilly) Zie [IEF 19082], [IEF 17690] en [IEF 18534]. Zaak ziet op de (equivalente) beschermingsomvang van Europees octrooi EP (NL) 1 313 508, waarvan Lilly de houdster is. Het tweede medische indicatie octrooi speelt een rol bij een combinatietherapie gehanteerd bij de behandeling van bepaalde longkankers. Het is de vraag of het claimen van het dinatrium zout van de werkzame stof pemetrexed (in anion-vorm), een antifolaat (tegen vorming van kankercellen), ook bescherming geeft tegen een generieke producent die met pemetrexed dizuur met thromethamine komt in de betreffende combinatietherapie tegen longkanker met vitamine B12 en optioneel foliumzuur. Die combinatie vermindert de toxische bijwerkingen van het antifolaat, zonder afbreuk te doen aan de werking van de werkzame stof.
Het cassatieberoep van Fresenius wordt verworpen.

IEF 19260

Uitspraak ingezonden door Thijs van Aerde en Florianne van der Woude, Houthoff.

Merkinbreuk afgewezen wegens ontbreken toestemming van merkhouder

Rechtbank Den Haag 10 jun 2020, IEF 19260; ECLI:NL:RBDHA:2020:5830 (Silk Cosmetics tegen Notino), https://ie-forum.nl/artikelen/merkinbreuk-afgewezen-wegens-ontbreken-toestemming-van-merkhouder

Rechtbank Den Haag 10 juni 2020, IEF 19260; ECLI:NL:RBDHA:2020:5830 (Silk Cosmetics tegen Notino) Notino verkoopt via haar webshops onder andere parfums van de merken Montale en M Mancera. Zij wordt aangesproken wegens merkinbreuk door Silk Cosmetics, Benelux-distributeur van een aantal luxueuze parfumhuizen. Silk Cosmetics heeft met betrekking tot de Montale- en M Mancera-producten een exclusieve distributie- en licentieovereenkomst en treedt zowel namens de merkhouder als voor zichzelf als licentiehouder op. Notino betwist dat Silk Cosmetics vorderingsgerechtigd is en dit verweer treft doel. Silk Cosmetics kan slechts vorderingen instellen met toestemming van de merkhouder of indien de merkhouder niet zelf - na daartoe te zijn aangespoord - een vordering wegens inbreuk instelt. Silk Cosmetics beschikt niet over deze toestemming, noch is er sprake van een uitblijvende reactie van de merkhouder als bedoeld in artikel 25 lid 3 Uniemerkenverordening. Derhalve wordt de vordering van Silk Cosmetics afgewezen.

IEF 19259

Uitspraak ingezonden door Peter Teunissen, Radboud Universiteit.

HvJ EU Brompton Bicycle

HvJ EU 11 jun 2020, IEF 19259; ECLI:EU:C:2020:461 (Brompton Bicycle), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-brompton-bicycle

HvJ EU 11 juni 2020, IEF 19259, IEFbe 3082, ECLI:EU:C:2020:461 (Brompton Bicycle) Brompton Bicycle beschuldigt CHEDECH ervan inbreuk te maken op Bromptons auteursrecht betreffende haar vouwfietsen. Net als de vouwfietsen van CHEDECH, hebben die van Brompton drie standen (gevouwen, open en stand-by). Brompton meent dat inbreuk wordt gemaakt op haar auteursrecht door de identieke verschijningsvormen van de vouwfietsen. Richtlijn 2001/29/EG bepaalt dat voor gebruiksvoorwerpen auteursrechtelijke bescherming uitgesloten is indien het gaat om verschijningsvormen die noodzakelijk zijn voor het bereiken van het technische resultaat. CHEDECH stelt dat dit laatste in deze zaak ook het geval is. In de Belgische rechtspraak wordt om de noodzakelijkheid te bepalen het onlosmakelijke verbandcriterium toegepast. Het Hof past een ander criterium toe, namelijk het oorzakelijkheidscriterium. De Belgische rechter vroeg het Hof om verduidelijking. Is auteursrechtelijke bescherming van de vouwfiets uitgesloten als de verschijningsvorm noodzakelijk is voor het technische resultaat [IEF 18332]?
Zie ook de bijdrage van Dirk Visser over deze uitspraak [IEF 19258].

Beantwoording van de prejudiciële vragen: