IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22216
30 augustus 2024
Uitspraak

Follow the Money hoeft artikelen niet te rectificeren

 
IEF 22215
30 augustus 2024
Uitspraak

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

 
IEF 2356

Vliegen

Europees commissaris Jacques Barrot (vervoer) presenteert, volgens het FD, vandaag een voorstel voor een Europese verordening die het gebruik van misleidende stuntprijzen voor tickets in de luchtvaartsector aan banden legt.

Het werkelijk te betalen bedrag dat betaald moet worden om te kunnen vliegen ligt vaak veel hoger dan de vermeldde stuntprijs omdat daar nog toeslagen, belasting en boekingskosten bij opgeteld worden. Volgens het voorstel van Barrot, dat goedkeuring behoeft van Europees Parlement (EP) en lidstaten, moeten luchtvaartmaatschappijen in de prijzen waarmee ze adverteren alle van toepassing zijnde toeslagen meenemen.

Barrot redeneert dat de gebrekkige transparantie van de ticketprijzen het burgers lastig maakt om aanbiedingen te vergelijken en de scherpste te selecteren. Dat is slecht voor de consument en belemmert ook de concurrentie.

Een in mei vorig jaar door EP en lidstaten aangenomen richtlijn tegen oneerlijke ondernemingspraktijken voorziet al in meer prijstransparantie voor tickets.

Deze richtlijn, die momenteel door de lidstaten wordt omgezet in nationale wetgeving en waarvan de implementatietermijn verloopt in december 2007, verplicht dat in de ticketprijzen waarmee wordt geadverteerd belasting wordt opgenomen. De verordening die Barrot vandaag voorstelt vult dat aan tot alle toeslagen.

Het voorstel zelf lijkt nog niet gepubliceerd. Wie het heeft mag het mailen.

IEF 2355

Ondertussen in Taastrup

“Denmark, Norway and Iceland join together to form a joint Nordic patent institute which is to be placed in Taastrup near Copenhagen. The new institute means that Danish companies do not have to apply to a foreign institute when they wish to apply for patents in several countries through the international system PCT. The institute is expected to be approved as a Patent Cooperation Treaty (PCT) authority in September."

Lees hier of hier meer.

 

IEF 2354

Het betreffende bloempatroon

Vrijdag dient het kort geding voor de Rechtbank Amsterdam tussen de Hema en de Blokker. De Hema beticht de branchegenoot van het namaken van onder meer delen van een tuincollectie en 'de versiering op plastic' servies.' Hema claimt het betreffende bloempatroon in 2001 zelf te hebben ontworpen. Ook een schrijfblok van Blokker lijkt in de ogen van Hema te veel op het eigen product', zo meldt zibb.nl.

Het stuk vermeldt ook nog even het trackrecord van de partijen: Schaatsenfabrikant Zandstra daagde de Hema twee jaar geleden voor de rechter vanwege een imitatie Friese doorloper van kunststof en tien jaar geleden moest de Blokker inbreukmakende theelichthouders uit de winkels halen.

Lees hier meer.

IEF 2353

Geen verlies aan zuigkracht

Gerechtshof Amsterdam, 13 juli 2006, 1483/05. Philips Domestic Appliances And Personal Care International B.V. c.s. tegen Dyson B.V. c.s. (Met dank aan Hans van Walderveen, Klos Morel Vos & Schaap).

Hoger beroep. Dyson mag de claim 'Geen verlies aan zuigkracht'. blijven gebruiken. Het voor Dyson gunstige vonnis van de voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht (hier) blijft grotendeels in stand. Alleen de grieven 3 en 9 (ten dele) slagen.

Dyson vordert in dit geding in conventie staking door Philips van iedere reclame-uiting als genoemd in de inleidende dagvaarding bedoelde lijst van claims, alsmede soortgelijke uitingen waarin wordt gesteld of gesuggereerd dat de Marathon niet aan zuigkracht verliest,  dat de zuigkracht van de Marathon constant (hoog) is, dat de Marathon een zuigkracht heeft van 350 airwatts, dat de Marathon qua zuigkracht de beste is in een bepaalde klasse. De claims van Philips zouden onjuist, onvolledig en suggestief en derhalve misleidend en/of onrechtmatig vergelijkend zijn.

In reconventie vordert Philips staking door Dyson van de bedoelde reclame-uitingen en andere uitingen waarin Dyson stof zuigers worden gepresenteerd als beter en/of efficiënter dan andere stofzuigers. Omdat deze ontoelaatbaar en onrechtmatig zouden zijn jegens Philips, waarbij Dyson volgens Philips bovendien ten onrechte superioriteit en uniciteit claimt in vergelijkingen met producten van concurrenten.

Ter toelichting op grief 3 voert Philips aan dat zij, anders dan in eerste aanleg per abuis door haar is gemeld, op haar website www-philips.com geen (op Nederland gerichte) reclame heeft gemaakt. Die webpagina is niet meer dan een openingspagina waarop de bezoeker na het kiezen van een land/taal automatisch wordt doorgelinkt naar de lokale website van het gekozen land, bijvoorbeeld www.philips,nl. Het gebod tot rectificatie op ook eerstgenoemde website acht zij daarom disproportioneel. Deze stellingen zijn door Dyson niet althans onvoldoende gemotiveerd bestreden. De grief slaagt derhalve en het vonnis dient in zoverre te worden aangepast.

Met grief 9 komt Philips op tegen het door de voorzieningenrechter toelaatbaar oordelen van de reclame- uitingen waarin Dyson claimt dat haar stofzuigers op het gebied van zuig-vermogen superieur zijn aan andere stofzuigers  Deze grief is ten dele terecht voorgedragen, namelijk voor zover zij ziet op de claims waarin wordt gesteld of gesuggereerd dat de Dyson stofzuigers geen stof in huis achterlaten terwijl andere stofzuigers dat wel doen. Deze claims zijn derhalve misleidend en daarom onrechtmatig jegens Philips zodat het vonnis in zoverre dient te worden vernietigd.

Eveneens toewijsbaar is de vordering om al het door afnemers/wederverkopers van Dyson in voorraad of in de winkel gehouden promotiemateriaal waarin de hierboven bedoelde claims voorkomen op eigen kosten terug te vragen en te vernietigen.

Lees het arrest hier.

IEF 2352

De rekening van ontijdige implementatie

Mag het iets meer zijn? Proceskostenveroordeling in IE-zaken. Overzicht en commentaar door Evert van Gelderen, advocaat bij de De Gier & Stam Advocaten.

“Ik ben van mening dat de richtlijnconforme interpretatie van de Handhavingsrichtlijn, in ieder geval voor wat betreft de kostenveroordeling, niet buiten de begrenzing valt die wordt getrokken door de rechtszekerheid en de door het nationale recht geboden interpretatieruimte. De invulling die thans door de Nederlandse rechters wordt gegeven aan de kostenveroordeling vormt mijns inziens geen (te abrupte) breuk met het geldende recht. Het is namelijk onder het geldende recht (ook) mogelijk om de wederpartij in de kosten te (doen) veroordelen.”

Lees hier meer.

IEF 2351

Nog geen TRIPs voor Rusland

De Amerikaanse president Bush heeft zaterdag duidelijk gemaakt dat de Amerikaanse regering niet zal instemmen met toetreding van Rusland tot de de WTO. (…) Poetin had gehoopt dat Rusland als WTO-lid gastheer zou zijn van de G-8, maar beide landen hebben nog geen overeenstemming bereikt over de bescherming van Amerikaanse auteursrechten en octrooien en de stimulering van de verkoop van Amerikaanse goederen in Rusland.

Lees hier iets meer (Reformatorisch Dagblad).

IEF 2349

Van A naar B

Pleiten in Jip-en-Janneke-taal. NRC Handelsblad, 15 juli, interview met Wanda van Kerkvoorden over 5 jaar Solv. Algemeen interview over de stand van zaken in de internetadvocatuur. Weining nieuws voor IE-juristen, behalve dan dat de leasevergoeding van advocaten binnen afzienbare tijd wellicht anders aangewend zal gaan worden:

“Voorziet u nog revolutionaire veranderingen? „Ik ben me aan het voorbereiden op het moment dat de eerste zaak aanhangig wordt gemaakt die betrekking heeft op een conflict in een virtuele wereld. Steeds meer mensen spelen online games waarin ze wellicht  veel tijd en geld investeren. Het zal niet lang meer duren voordat daar conflicten ontstaan over niet nagekomen beloftes.

(,,,) Vliegt u dan straks op een mythologisch dier door zo’n game op zoek naar cliënten? Het zou zomaar kunnen. Wie weet wat er in de toekomst gebeuren gaat? We zorgen in ieder geval dat we er klaar voor zijn.”

Lees hier meer.

IEF 2348

Gat-Luk en Primus-Roche

Kort commentaar door Berber Brouwer, advocaat bij Leidsegracht 3 Advocaten in Amsterdam en redacteur IEForum.nl.

"Een dag nadat Eurocommissaris Charlie McCreevy in zijn “Closing remarks at public hearing on future patent policy in Europe” pleitte voor “Simplifying the structure and procedures for patent grant and litigation”, kwamen eindelijk de arresten van het Europese Hof van Justitie (HvJ) in de zaken GAT/LuK (C-4/03) en Primus/Roche (C-539/03).

Op grond van deze arresten wordt de bevoegdheid van de nationale rechter om grensoverschrijdende inbreukverboden op te leggen minst genomen bijzonder ingeperkt. In plaats van een “simplification of patent litigation” betekent dit dat de octrooihouder de nationale rechter in iedere Lidstaat afzonderlijk zal moeten vragen om een inbreukverbod."

Lees hier verder.

IEF 2347

Op eigen houtje (2)

De zaak www.vvvbergh.nl (eerder bericht hier) blijk te zijn geschikt. Speuren naar een vonnis is dus niet meer nodig.


Zeddam.net bericht:  “Jan Jenneskens uit Zeddam draagt de internetdomeinnaam vvvbergh. nl over aan VVV Nederland. De overdracht gaat met gesloten beurs. Jenneskens beloofde gisterochtend tijdens een kort geding in Zutphen dat hij de domeinnaam zal afstaan.

(…)Tegen de rechter zei hij dat hij zich overvallen voelde door de landelijke VVV. Die had na de eerste aanmaning al meteen een dagvaarding voor een kort geding naar hem gestuurd. En dat terwijl hij het internetadres niet eens in gebruik had, verweerde de Zeddammer zich. Rechter D. Vergunst liet echter snel doorschemeren dat de merknaam VVV een ijzersterke bescherming geniet. Door nog op de zitting afstand van de internetnaam te doen zou hij zich kosten besparen. Jenneskens gaf daarop toe.

Lees hier meer. (Met dank aan John Zeegers, DomJur.nl)

IEF 2346

Veldelen voor een fraaier resultaat

Rechtbank ’s-Gravenhage, 14 juli 2006, KG ZA 06-572, Van Van Dillewijn Verpakkingen B.V tegen Zwapak B.V.

Korte cursus bloembossen inpakken door de Haagse voorzieningenrechter.

Van Dillewijn is houdster van een NL octrooi met betrekking tot een ‘vel voor het inpakken van een bloembos of dergelijke, met het kenmerk dat het enkellaags is en een omtreksvorm heeft die gelijk is aan de buitenste omtreksvorm van een aantal verschoven op elkaar liggende veldelen’. Van Dillewijn vordert - samengevat — Zwapak te verbieden met het verpakkingsvel Neuvella inbreuk te maken op het octrooi.

Daar bloemen niet zelden als een cadeau worden aangeboden is het gebruikelijk om bloembossen op een aantrekkelijke manier in te pakken. In zijn meest eenvoudige vorm bestaat het inpakvel uit een enkel min of meer recht- hoekig vel dat in een kegelvorm om de bloembos wordt gevouwen. De ‘frietzak’ die dan ontstaat heeft veelal twee uitstaande punten, gevormd door twee hoeken van het vel. Voor een fraaier resultaat kunnen ook twee vellen op elkaar worden gelegd.

Hierbij kan worden uitgegaan van vellen die door materiaalkeuze, kleur of bedrukking een verschillend uiterlijk hebben. Om deze verschillen ook zichtbaar te maken worden beide inpakvellen voor het inrollen verschoven op elkaar gelegd om op die wijze ook het uiterlijk van het onderliggende vel zichtbaar te laten worden. De ‘frietzak’ die dan ontstaat zal veelal drie of vier uitstaande punten hebben waarbij de punten ook een verschillend uiterlijk kunnen hebben.

Overeenkomstig de stand van de techniek is ook het gebruik van een gevouwen vel. Hierbij wordt uitgegaan van één inpakvel dat één maal wordt gevouwen. De vouwlijn dient dan schuin te worden aangebracht zodat de helften van het vel verschoven op elkaar komen te liggen. Indien het uitgangsmateriaal een voorzijde en een achterzijde heeft met verschillend uiterlijk, ontstaat een effect dat gelijk is aan het gebruik van losse vellen die verschoven op elkaar worden gelegd.

De uitvinding betreft een verdere ontwikkeling van de beschreven stand van de techniek. Volgens de eerste conclusie wordt een enkellaags vel gebruikt, dat wil zeggen een vel dat niet gevouwen is of gevouwen behoeft te worden. Aan dit vel wordt een omtrekvorm gegeven die gelijk is aan verschoven op elkaar liggende vellen. De omtreksvorm suggereert het gebruik van meer dan een vel. De volgconclusies geven aan hoe door verder bewerking de suggestie van het gebruik van meerdere vellen in meerdere lagen, kan worden versterkt.

Bij wijze van verweer stelt Zwapak primair dat het octrooi niet geldig is omdat Zwapak in  2003 een enkellaags inpakvel met de benaming Montella als internationaal model heeft gedeponeerd. Ditzelfde inpakvel heeft zij in mei 2003 in verband met moederdag afgeleverd aan een afneemster in Frankrijk. Het inpakvel Montella komt volgens Zwapak volledig overeen met een inpakvel volgens het octrooi. Naar voorlopig oordeel openbaart dit depot en/of de bijbehorende tekeningen echter geenszins dat hier sprake is van een enkellaags inpakvel.

Subsidiair stelt Zwapak dat er geen sprake is van een inbreukmakende handeling omdat het inpakvel Neuvella, waar het Van Dillewijn om te doen is, niet beantwoordt aan de conclusies van het octrooi, met name niet omdat er geen sprake is van ‘verschoven’ veldelen.

De voorzieningenrechter overweegt met betrekking tot dit verweer het volgende: Bij toetsing aan conclusie 1 van het octrooi is uitsluitend acht te slaan op de omtreksvorm van het inpakvel. Het inpakvel Neuvella is enkellaags en heeft een omtreksvorm die kan worden omschreven als een veelpuntige halve ster. De voorzieningenrechter telt 7 punten en twee punten langs de basis. Deze vorm is symmetrisch. Naar voorlopig oordeel is in deze omtreksvorm niet een aantal verschoven op elkaar liggende veldelen te herkennen.

Het inpakvel Neuvella voldoet dus niet aan conclusie 1. Dit wordt niet anders indien Van Dillewijn zou worden gevolgd in haar stelling dat een figuur met de buitenste omtreksvorm van het inpakvel Neuvella kan worden samengesteld door een aantal denkbeeldige vellen in vorm te knippen en op elkaar te leggen en vervolgens te verschuiven tot de gewenste omtreksvorm wordt bereikt en opgevuld.

Door deze handelingen kan weliswaar iedere willekeurige vorm worden nagebootst, maar op die wijze wordt geen uitvoering gegeven aan de uitvindingsgedachte van het octrooi. Die voorziet namelijk in de nabootsing van de omtreksvorm die ontstaat wanneer inpakmateriaal verschoven op elkaar wordt gelegd. Het verschoven zijn is wezenlijk omdat bij plaatsing van inpakmateriaal recht op elkaar, dus niet verschoven, het onderliggende vel niet of nauwelijks zichtbaar zal zijn en dus niet kan meewerken aan de gewenste luxueuze uitstraling.

Het verschoven op elkaar liggen is daarom te verstaan als een plaatsing van de veldelen op elkaar op een wijze waarbij het onderste veldeel gedeeltelijk zichtbaar wordt. Door de nabootsing moet de suggestie worden opgewekt dat er gebruik is gemaakt van meerdere inpakvellen waardoor een luxueuze uitstraling wordt verkregen. Van Dillewijn heeft niet inzichtelijk gemaakt hoe door het knipwerk kan worden bijgedragen aan de gewenste luxueuze uitstraling. Daarnaast gaat Van Dillewijn eraan voorbij dat er geen sprake is van een omtreksvorm die ontstaat door het verschoven op elkaar leggen van inpakmateriaal.

Omdat alle verdere conclusies als volgconclusies moeten worden aangemerkt valt hiermee het doek. De slotsom is dat Zwapak met het inpakvel Neuvella naar voorlopig oordeel geen inbreuk maakt op het octrooi en dat de vordering moet worden afgewezen.

Lees het vonnis hier