IEF 22219
2 september 2024
Uitspraak

Prejudiciële vragen merkenrecht: is een verkeerd vermeld oprichtingsjaar misleidend?

 
IEF 22218
2 september 2024
Artikel

Openbare raadpleging over ambachtelijke en industriële geografische aanduidingen

 
IEF 22217
2 september 2024
Artikel

Artikel Bernt Hugenholtz: Prompts tussen vorm en inhoud: de eerste rechtspraak over generatieve AI en het werk

 
IEF 2052

Onthouding niet verhaald

Rechtbank Den Haag, 10 mei 2006, Trio Bakker Sport Alphen aan den Rijn B.V. c.s. tegen Winners Sport B.V. en Rico Sport B.V., Rolnr. 190786 / HA ZA 02-3273

Vonnis in vrijwaring. In vrijwaring oproepen lukt onder voorbehoud van een bewijsopdracht. Verbeurde dwangsommen verhalen lukt echter niet.

De Haagse rechtbank heeft in haar vonnis van 26 oktober 2005 vastgesteld dat Bakker inbreuk heeft gemaakt op de rechten van The Polo/Lauren Company, The Timberland Company en The Timberland World Trading GmbH. Bakker is onder andere veroordeeld tot het terughalen van alle inbreukmakende artikelen bij de verschillende distributiepunten, het vernietigen van de Timberland truien, de opgave van aantallen en prijzen e.d. en tot het betalen van 100.000 EURO boete wegens schending van een onthoudingsovereenkomst.

Bakker spreekt vervolgens haar leveranciers aan, Winners Sport en Rico Sport. Deze laatste voert verweer.

"Rico Sport heeft gemotiveerd betwist dat de 342 Timberland-truien, de verhandeling waarvan in de hoofdzaak inbreukmakend is geacht, van haar afkomstig zouden zijn. Hetgeen Bakker c.s. totnogtoe ter voldoening aan de hun bewijsplicht in het geding hebben gebracht, te weten de in 2.1 vermelde factuur, waarop geen verdere vorm van aanduiding van de truien staat dan dat het een levering van “360 TIMBERLAND SWEATSHIRTS” betrof, en een niet onder ede afgelegde verklaring van F. Bakker van 26 augustus 2003, acht de rechtbank vooralsnog onvoldoende om dat bewijs bij te brengen. Bakker c.s. zullen dan ook – gelijk zij hebben aangeboden – worden opgedragen (nader) bewijs te leveren." De rechter reageert echter proactief en gaat toch op de inhoud van de zaak in.

"Voor het geval komt vast te staan dat de Timberland-truien, waarvan in de hoofdzaak is geoordeeld dat deze zijn nagemaakt, inderdaad van Rico Sport afkomstig zijn, overweegt de rechtbank reeds nu het volgende. Terecht hebben Bakker c.s. zich op het standpunt gesteld dat uit het bepaalde in artikel 7:15 BW voortvloeit dat de aan hen door Rico Sport verkochte truien vrij dienden te zijn van bijzondere lasten en beperkingen, waaronder eventuele aanspraken van derden ter zake merkinbreuk. Nu dit niet het geval is gebleken voor de in de hoofdzaak bedoelde truien, is de toeleverancier – tenzij er sprake is van een andersluidend beding, dat niet gesteld is – voor de daaruit voor de koper voortvloeiende schade aansprakelijk. Evenmin is gesteld dat Bakker c.s. nadrukkelijk de aanspraken ter zake merkinbreuk zouden hebben aanvaard, noch is zulks anderszins gebleken.

Weliswaar is in de hoofdzaak overwogen dat Bakker c.s. jegens de merkhouder geacht moeten worden de merkinbreuk te kwader trouw te hebben gepleegd omdat zij hebben verzuimd de eenvoudige inspectie uit te voeren die de namaak reeds aan het licht zou hebben gebracht, maar een expliciete of impliciete instemming door Bakker c.s. met het feit dat de door hen bestelde en vervolgens geleverde Timberland-truien nagemaakt zouden zijn, valt daaruit nog niet af te leiden. Zodoende is Rico Sport – indien deze truien inderdaad van haar afkomstig zijn – in beginsel voor het in de hoofdzaak toegewezen, middels een schadestaat procedure vast te stellen, door Bakker c.s. te betalen bedrag aansprakelijk te achten."

"Tot deze door Rico Sport alsdan te dragen schade behoren evenwel niet de door Bakker c.s. verbeurde boetes voor een bedrag van EUR 100.000,-. Hoewel dit op zich als vermogensschade aan de zijde van Bakker c.s. is te beschouwen die uiteindelijk een gevolg is van de (beweerdelijke) levering van namaaktruien door Rico Sport, is de rechtbank van oordeel dat deze schade, gelet op de omstandigheden van het geval, in een te ver verwijderd verband met die levering staat om aansprakelijkheid van Rico Sport te kunnen aanvaarden. Hierbij is met name van belang dat Rico Sport onweersproken heeft aangevoerd dat zij niet op de hoogte was van de door Bakker c.s. ondertekende onthoudingsverklaring naar aanleiding van hun eerdere verkopen van namaak Nike-shirts. Zodoende mag worden aangenomen dat de schade aan de zijde van Bakker c.s. in de vorm van verbeurde contractuele boetes, welke verbeuring immers op zichzelf ongebruikelijk is, niet voor Rico Sport voorzienbaar was."

Zie vonnis hier. Zie berichtgeving over de Polo/ Bakker zaak hier.

IEF 2051

Waarvan akte

Ingezonden 28 februari 2012: Rechtbank 's-Gravenhage 29 september 2004 en Hof 's-Gravenhage 3 maart 2006, parketnr. 09/027069-04 (Abe VdS - valsheid in geschrifte horend bij onderstaand vonnis)

Naar oordeel van het hof vloeit uit het voorgaande voort dat de verdachte notulen heeft aangeleverd als productie in een rechterlijke procedure die, naar hij wist, inhoudelijk vals warn en die waren voorzien van tenminste twee valse handtekeningen. Aldus heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk gebruikmaken van een vals geschrift.

Rechtbank ’s Gravenhage, 3 mei 2006, HA ZA 04-289. VdS tegen IFT c.s.

Tussenvonnis. Ruzie over geldigheid van auteursrechtoverdracht, veel onzinargumenten. Exhibit A, genoemd in een software overeenkomst zou geen diskette kunnen zijn omdat met het woord exhibit een document bedoeld wordt en de handtekening onder de overdrachtsakte zou niet geldig zijn. VdS zal de geldigheid van de handtekening moeten bewijzen. Dit zou moeilijk kunnen zijn omdat de tekenaar inmiddels is overleden, maar de bewijsopdracht wordt toch gegeven.
 
Het in Florida, Verenigde Staten, gevestigde bedrijf Educational Training Corporation (ETC) heeft in opdracht van Fokker een softwarepakket ‘Active’ ontwikkeld. Aerotraining B.V. was alleenvertegenwoordiger voor ETC in Europa. Eiser VdS was op zijn beurt weer aandeelhouder van Aerotraining B.V. Bij een als Assignment of Software betitelde en in 1992 opgemaakte akte heeft ETC (samengevat) alle rechten met betrekking tot de Active software overgedragen aan Aerotraining B.V.  In de procedure is een kopie van een soortgelijke Assignment of Software uit 1993 overgelegd en strekking heeft de rechten op de Active software (vervolgens) over te dragen aan eiser VdS. Ook zijn notulen van een vergadering van aandeelhouders overgelegd, waarbij onder meer is besloten dat VdS tegen betaling het Active softwarepakket zal kopen van Aerotraining B.V.

VdS stelt dat IFT door het in het verkeer brengen van (computer)systemen met daarop de Active software inbreuk maakt op zijn auteursrecht.

Voor alles betwist IFT dat VdS de auteursrechthebbende is. IFT erkent dat zij de Active software heeft verhuurd en dat zij, indien VdS daadwerkelijk over het auteursrecht met betrekking tot de Active software beschikt, inbreuk heeft gemaakt. IFT stelt dat meerdere zaken niet klopten en dat de auteursrechtenoverdracht achteraf is gereconstrueerd en dat de overdracht van het auteursrecht van Aerotraining aan VdS in werkelijkheid niet – althans niet in 1993 – heeft plaatsgevonden.
 
IFT betwist tevens dat de in het geding gebrachte productie A , een diskette met de litigiueze software, overeenstemt met de in de overeenkomst genoemde exhibit A, omdat exhibit alleen een document kan zijn en geen diskette. IFT heeft VdS daarom uitgenodigd een origineel document over te leggen. Dit argument wordt door de rechtbank afgeschoten:
 
“De redenering van IFT, voor zover serieus bedoeld, slaagt niet. Van Dale Groot woordenboek Engels-Nederlands geeft als vertaling van het zelfstandignaamwoord exhibit onder meer op 'officieel bewijsstuk'. Geen van de aldaar genoemde alternatieven suggereert dat het zou moet gaan om een document of bewijs op papier. (…) Nu IFT niet meer stelt dan dat zij betwijfelt of exhibit “A” naar de Active software verwijst en voor haar twijfel geen ander grond aandraagt dan haar misinterpretatie van een vreemdtalig woord, zal de rechtbank er vanuit gaan dat met de akte van 13 januari 1992 het auteursrecht met betrekking tot de Active software geldig is overgedragen op Aerotraining.”
 
Ook de tweede overdracht van Aerotrading aan Van der Schaaf wordt door IFT bestreden. IFT houdt de Assignment of Software van 9 december 1993 voor ongeldig omdat deze volgens IFT (veel) later dan op genoemde datum is opgesteld en omdat de handtekening van de persoon die namens de overdragende vennootschap Aerotraining zou hebben ondertekend is vervalst. Met dit argument scoort IFT een (bewijs)punt, maar opmerkelijk is dat de Rechtbank VdS nog een tip meegeeft voor het geval niet kan worden voldaan aan de bewijsopdracht aangaande de geldigheid van de handtekening:
 
“Gelet op de betwisting van de handtekening en in het licht van artikel 159 lid 2 Rv,  dient de rechtbank tot door VdS bewijs van de geldigheid van de ondertekening is geleverd, uit te gaan van de door IFT gestelde gebreken in de Assignment of Software."
 
De rechtbank merkt op dat indien VdS niet slaagt in dat bewijs – de rechtbank realiseert zich dat het bewijs moeilijk is te leveren nu de betrokken persoon is overleden – of indien VdS het bewijs niet wil leveren, dit niet uitsluit dat alsnog, om uitvoering te geven aan de hiervoor besproken obligatoire overeenkomst, een akte wordt opgesteld waarbij Aerotraining het auteursrecht overdraagt aan VdS. Weliswaar werkt deze overdracht dan niet met terugwerkende kracht, maar daaraan kan worden tegemoet gekomen door tegelijk met die overdracht over te dragen de vorderingen die Aerotraining heeft op IFT op grond van de inbreuk op het auteursrecht."

Lees het vonnis hier.

IEF 2050

Jetzt geht's lossss

Voorzieningenrechter Rechtbank 's-Hertogenbosch, 2 mei 2006, LJN: AX0691. Inter Shop tegen Free Time Products B.V.

U kent ze wel, die ludieke oranje Stahlhelmpjes. Het ontwerp is door Inter-Shop als merk en als model gedeponeerd (welk model ten tijde van dit vonnis nog niet was ingeschreven). Inter-Shop heeft het helmpje via de website van Free Time verkocht. Partijen hebben ruzie gekregen over de verdeling van de winst. Naar aanleiding van deze ruzie heeft Free Time besloten om de helmpjes zelf te gaan produceren hetgeen aanleiding is voor Inter-Shop om de stap naar de rechter te nemen.

De rechter laat het modeldepot en merkdepot voor wat het is en doet de zaak af op de leer van de slaafse nabootsing.

5.7.  Ten aanzien van nabootsing van een stoffelijk product dat niet (langer) wordt beschermd door een absoluut recht van intellectuele eigendom, geldt de regel dat nabootsing van dit product weliswaar in beginsel vrijstaat, doch dat dit beginsel uitzondering lijdt wanneer door die nabootsing verwarring bij het publiek valt te duchten en de nabootsende concurrent tekortschiet in zijn verplichting om bij dat nabootsen alles te doen wat redelijkerwijs mogelijk en nodig is om te voorkomen dat door gelijkheid van beide producten gevaar voor verwarring ontstaat (HR 31 mei 1991, NJ 1992, 391). Verwarring bij het publiek zal in het algemeen reeds te duchten zijn op het tijdstip waarop het product dat met veronachtzaming van hiervoor bedoelde verplichting door een concurrent is nagebootst, bij potentiële afnemers bekend is geworden, bijvoorbeeld door van de producent afkomstige documentatie, reclame of offertes; vanaf dit tijdstip moet het in Nederland verhandelen van het product van de nabootsende concurrent dan ook als onrechtmatig worden beschouwd. De behoefte aan standaardisatie kan onder omstandigheden een rechtvaardiging zijn voor het slaafs nabootsen van een product. (HR 30 oktober 1998, NJ 1999, 84). Voor de bescherming tegen slaafse nabootsing is niet vereist dat het nagebootste product oorspronkelijk is (HR 7 juni 1991, BIE 1992, 16, Rummicub). Het door Free Time gevoerde verweer dat niet is voldaan aan het vereiste dat het uiterlijk zich moet onderscheiden van soortgelijke voortbrengselen, dient derhalve daarmee te worden gepasseerd, nu oorspronkelijkheid geen vereiste is.

De rechter gaat als maatstaf bij de beoordeling van het verwarringgevaar uit van de totale indruk, die bepalend is voor het helmpje en van de beschouwing door een weinig oplettend kopend publiek, dat de beide producten meestal niet naast elkaar ziet. Door Free Time is ter terechtzitting erkend, dat het door haar geproduceerde helmpje vrijwel identiek is aan het helmpje van Inter Shop. Naar het oordeel van de rechter wordt derhalve impliciet erkend dat sprake is van verwarringgevaar bij het kopend publiek. Het door Free Time naar voren gebrachte verweer dat zij zelfstandig het idee van het huidige helmpje heeft ontwikkeld, slaagt niet, nu het daarbij ging om een helmpje van een totaal andere materiaalsoort (vilt), waardoor naar het voorlopig oordeel van de rechter voor het publiek de totaalindruk van het helmpje volledig anders is. De verwarring bij het publiek wordt daarnaast nog verder vergroot doordat Free Time de door haar geproduceerde helmpjes vanuit die website te koop aanbiedt, welke voorheen gebruikt werd voor de verkoop van de helmpjes van Inter Shop en welke ook onder meer door een krantenartikel in "De Telegraaf" kennelijk bij een groot publiek bekend is.

Ook heeft de rechter in zijn oordeel betrokken dat het voor Free Time tamelijk eenvoudig zou zijn geweest dusdanige veranderingen aan te brengen aan het product dat de kans op verwarring bij het publiek aanmerkelijk lager zou zijn. Dit betreft dan weliswaar wellicht niet de kleurstelling (voor de Nederlandse markt de kleur oranje) van de helmpjes, maar bijvoorbeeld wel de keuze van het gebruikte materiaal. Dit geldt te meer nu Free Time erkend heeft pas na de beëindiging van de samenwerking met Inter Shop er bewust voor te hebben gekozen een identieke mal te laten maken voor het maken van de litigieuze plastic helmpjes. Dat mogelijk ook derden identieke helmpjes aanbieden doet aan het bovenstaande niet af.

Lees het vonnis hier.

IEF 2049

Eerst even voor jezelf lezen

- Rechtbank ’s-Gravenhage, 3 mei 2006, HA ZA 04-2891. VdS tegen IFT c.s.  Auteursrecht.

“De Rechtbank gelast partijen in persoon, IFT deugdelijk vertegenwoordigd, bij voorkeur vergezeld van hun advocaat of procureur, met het doel als in rechtsoverwegingen 4.14 tot en met 4.18 aangegeven op dinsdag 20 juni 2006, 15.00 uur te verschijnen voor de rechter. “

Lees het vonnis hier.

- Rechtbank ’s-Gravenhage, 10 mei 2006, HA ZA 02-3273. Trio Bakker Sport Alphen Aan Den Rijn B.V. c.s tegen Winners Sport B.V. Merkenrecht

“Partijen hebben verzuimd dit vonnis over te leggen in deze vrijwaringsprocedure, maar de rechtbank maakt uit de laatst genomen aktes op dat zij van de inhoud van het vonnis op de hoogte zijn, zodat dit vonnis, dat te vinden is op www.ie-forum.nl, ambtshalve aan het griffiedossier is toegevoegd).”

Lees het vonnis hier.

IEF 2048

Boipint

Nieuw van bijna-voorheen-het-BMB: “ Work in progress. Op 1 augustus 2006 worden het Benelux-Merkenbureau en het Benelux Bureau voor Tekeningen of Modellen het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE).

Uw merk, model of tekening is vanaf dat moment dus geregistreerd bij het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom. Voor uw registratie en uw rechten heeft dat verder geen gevolgen. Wel voor de post die u van ons krijgt, want niet alleen onze naam, maar ook ons logo verandert. Hoe dat eruit komt te zien, maken wij pas bekend op het moment dat de nieuwe organisatie officieel is.

Het BBIE is een onderdeel van de Benelux Organisatie voor de Intellectuele Eigendom. Onze nieuwe domeinnaam is www.boip.int

(Maar dankzij IEForum.nl komt u er ook via www.bbie.nl)

IEF 2047

Gewetensvol

Het College Bescherming Persoonsgegevens heeft zich gebogen over het portretrecht van (vermeende) criminelen en concludeert dat  “Politie en justitie gewetensvol hebben gehandeld bij het publiceren van foto’s van verdachten op internet. Het CBP concludeert dat politie en justitie in Rotterdam, Nijmegen en Katwijk juiste afwegingen hebben gemaakt voordat overgegaan werd tot publicatie van de foto van verdachte op internet. Bovendien zijn de foto’s verwijderd zodra de identiteit van de verdachte bekend was.

Bij het publiceren van foto’s van verdachten op internet dient er in ieder afzonderlijk geval een afweging te worden gemaakt of het opsporingsbelang opweegt tegen de ingrijpende maatregel van publicatie op internet. Daarbij moeten ook de mogelijk beschadigende en onomkeerbare neveneffecten van publicatie op internet voor de verdachten, met name voor ‘first offenders’ (iemand die voor het eerst met de politie in aanraking komt), zorgvuldig worden meegewogen.”

Lees hier meer.

IEF 2046

Goed voor het hart

De Telegraaf bericht dat “Beweringen als 'light óf 'goed voor het hart' voortaan echt moeten kloppen. Fabrikanten mogen niet langer zomaar van alles beloven, maar moeten hun bewering wetenschappelijk onderbouwen. De grootste fracties van het Europees Parlement hebben daarover dinsdag een compromis bereikt, dat naar verwachting woensdag goedkeuring krijgt van de EU-landen. “

"Heel belangrijk dat er nu wetgeving komt", oordeelde Dorette Corbey, Europarlementslid namens de PvdA, "De wildgroei in beweringen is zeer onwenselijk, want die is misleidend voor consumenten. Uit onderzoek van Europese consumentenorganisaties blijkt dat mensen de beweringen geloven en dat ze aanzetten een product te kopen."

Lees hier meer.

IEF 2045

Concepten

Nieuw op de website van de VIE: Conceptrapportages AIPPI.

- Q189: Amendment of patent claims after grant (in court and administrative proceedings, including re-examination proceedings requested by third parties).
- Q190: Contracts regarding Intellectual Property Rights (assignments and licenses) and third parties.
- Q 192: Acquiescence (tolerance) to infringement of Intellectual Property Rights.
- Response of the Netherlands “Vereniging voor Intellectuele Eigendom” to the Questionnaire "On the patent system in Europe" published by the European Commission.

Lees hier meer.

IEF 2044

Nepleeuwen

Zibb.nl bericht over “Heksenjacht op shirts met nepleeuwen. In de aanloop naar het WK voetbal jaagt de KNVB op ondernemers die het beeldmerk van de voetbalbond misbruiken. Het kopiëren van de officiële interlandshirts of het leeuwenlogo is strafbaar.

(…) Het recht op het gebruik van de leeuw is voorbehouden aan de hoofdsponsors, die hier veel geld voor betalen. De bond heeft studenten ingehuurd om winkeliers te bespioneren. Bij de bond zijn volgens Huizinga inmiddels vijfhonderd meldingen binnengekomen.

Lees hier meer.

IEF 2043

De strenge wereld

"ANP Photo introduceerde ook een 'publieksfunctie': de foto's, die in medium resolutie beschikbaar zijn, mogen voor privé-gebruik en voor educatieve doeleinden gratis worden gebruikt.
 
'Binnen de strenge wereld van het Auteursrecht is dit een verregaande en unieke concessie', zegt het ANP." Lees hier iets meer.