IEF 22219
2 september 2024
Uitspraak

Prejudiciële vragen merkenrecht: is een verkeerd vermeld oprichtingsjaar misleidend?

 
IEF 22218
2 september 2024
Artikel

Openbare raadpleging over ambachtelijke en industriële geografische aanduidingen

 
IEF 22217
2 september 2024
Artikel

Artikel Bernt Hugenholtz: Prompts tussen vorm en inhoud: de eerste rechtspraak over generatieve AI en het werk

 
IEF 1877

Met toestemming

Het RD bericht dat De Reformatorische Omroep (RO) gaat samenwerken met audioserver.nl, een organisatie die kerkdiensten uitzendt via internet.  Veel kerken zenden via hun kerktelefoonverbinding muziek uit, maar doen dat zonder toestemming van Buma/Stemra. De RO betaalt wel voor de auteursrechten. Lees hier meer.

IEF 1876

Geen goud voor Oro

GvEA EG, 5 april 2006, zaak T-344/03. Saiwa tegen OHIM / Barilla Alimentare.

Saiwa SpA heeft oppositie ingesteld tegen de inschrijving van het depot van het gemeenschapsmerk SELEZIONE ORO BARILLA, op basis van haar oudere woordmerken ORO en ORO SAIWA. Net als het OHIM wijst het Gerecht de oppositie af.

Het Gerecht oordeelt dat de redelijk oplettende consument van levensmiddelen het woord „oro” (Italiaans voor: goud) associeert met topkwaliteit, want het verwijst naar de positieve kenmerken van een waar doordat het de nadruk legt op de kwaliteit, het nut en de superioriteit ervan. De term „oro” wordt in het commerciële taalgebruik in diverse sectoren (in Italië), waaronder de voedingssector, gebruikt. Voor wat betreft de oudere merken oordeelt het Gerecht dat SAIWA het dominerende bestanddeel van het merk ORO SAIWA is.

Het Gerecht concludeert:

39. Aangaande de visuele en fonetische vergelijking van de merken ORO en ORO SAIWA met het aangevraagde merk SELEZIONE ORO Barilla is het Gerecht van oordeel dat er aanzienlijke visuele en fonetische verschillen bestaan in de perceptie van de conflicterende merken door de consument, en dat het feit alleen dat de term „oro” in beide tekens voorkomt, niet volstaat om te kunnen spreken van overeenstemmende merken.

40. Wat het begripsmatige aspect betreft, speelt de betekenis van het gemeenschappelijke naamwoord „oro” een ondergeschikte, ja zelfs een onbeduidende, rol in de perceptie door de consument, die niet de gewoonte heeft, dit woord in verband te brengen met een welbepaalde fabrikant, zoals de kamer van beroep in punt 25 van de bestreden beslissing heeft vastgesteld. De geringe begripsmatige overeenstemming van de conflicterende merken kan dus niet opwegen tegen de visuele en fonetische verschillen.

41. Ten slotte heeft de kamer van beroep in punt 25 van de bestreden beslissing terecht geoordeeld dat het woord „oro” in het aangevraagde merk beschrijvend is ten opzichte van de term „selezione”, om de consument erop te wijzen dat het gaat om een Barilla-product van topkwaliteit. Doordat het woord „oro” onmiddellijk na het woord „selezione” staat, vervult het immers geen zelfstandige onderscheidende functie, maar moet het worden begrepen als een bijstelling bij de beschrijvende term „selezione”. In het aangevraagde merk ligt het onderscheidend vermogen van het teken dus bij de term „Barilla”.

42. Uit het voorgaande volgt dat, gelet op de door de conflicterende merken opgeroepen totaalindruk en rekening houdend met de onderscheidende en dominerende bestanddelen van deze merken, de onderlinge overeenstemming niet volstaat om bij de consument verwarringsgevaar te doen ontstaan.

Lees het arrest hier.

IEF 1875

Weet wat je slikt

GvEA EG, 5 april 2006, zaak T-202/04. Madaus tegen OHIM/Optima Healthcare.

Optima Healthcare Ltd. wil het Gemeenschapsmerk ECHINAID laten inschrijven. Madaus AG stelt oppositie in op grond van haar internationale merkregistratie ECHINACIN en voert verwarringsgevaar aan (artikel 8, lid 1, sub b GMV). Beide merken betreffen warenklasse 5.

Zowel de oppositieafdeling van het OHIM als de kamer van beroep hebben de oppositie afgewezen. Zij waren beide van oordeel dat er geen sprake is van verwarringsgevaar, omdat het voorvoegsel „echina ” verwijst naar de naam van de plant echinacea en dus beschrijvend moet worden geacht.

Madaus is van mening dat de conflicterende waren deels dezelfde en deels soortgelijk zijn. De „medische en farmaceutische preparaten” waarop het merk ECHINAID betrekking heeft, zijn dezelfde waren als de door het merk ECHINACIN aangeduide „chemische farmaceutische producten”, terwijl de door het eerste merk beschermde „vitaminen, voedingssupplementen, plantenpreparaten” daaraan soortgelijk zijn. Aangezien een vergissing bij de keuze van een farmaceutisch product ernstige gevolgen voor de gezondheid kan hebben, moet volgens verzoekster voor dergelijke producten bij de beoordeling van het verwarringsgevaar een veel strenger criterium worden gehanteerd dan voor de andere waren en diensten.

Volgens het Gerecht zijn de eventuele schadelijke gevolgen van onjuist gebruik van een farmaceutisch product evenwel te wijten aan de mogelijke verwarring bij de consument met betrekking tot de identiteit of de kenmerken van de betrokken waar, en niet met betrekking tot de commerciële herkomst ervan die een rol speelt bij de beoordeling van het verwarringsgevaar. (Interessante vraag: hoe onderscheiden we de identiteit van een product van de commerciële herkomst?).

In elk geval, voor zover overwegingen inzake de gevolgen van onjuist gebruik van een product relevant zijn voor de beoordeling van het verwarringsgevaar, dient te worden vastgesteld dat het OHIM met dergelijke overwegingen rekening heeft gehouden toen het de kenmerkende eigenschappen van de betrokken consumenten vaststelde. Zoals het OHIM terecht heeft verklaard, bestaat het relevante publiek in casu uit gemiddelde consumenten van twee types van waren. Met betrekking tot de farmaceutische producten zij vastgesteld dat de consumenten bij hun keuze worden bijgestaan door hooggekwalificeerde vakmensen.

Zonder overigens aan te geven waarom dit zo is, stelt het Gerecht vast dat met betrekking tot de fytotherapeutische producten de consumenten moeten worden geacht redelijk geïnformeerd, oplettend en omzichtig te zijn, en ook vertrouwd te zijn met het gebruik van producten waarvan het merk het voorvoegsel „echina-” bevat. Volgens het Gerecht mag aangenomen worden dat consumenten met belangstelling voor dit type van waren bijzondere aandacht besteden aan hun gezondheid, zodat zij minder snel de verschillende varianten van deze waren met elkaar zullen verwarren. Met andere woorden, het eventuele gevaar dat de onjuiste keuze, en vervolgens het onjuiste gebruik van een product bepaalde schadelijke gevolgen met zich mee brengen, wordt geneutraliseerd door de kennis en de oplettendheid die bij de betrokken gemiddelde consumenten in grote mate aanwezig is.

Lees het arrest hier

IEF 1873

Eerst even voor jezelf lezen

- Rechtbank ’S-Gravenhage, 5 april 2006, KG ZA 06-134. N.V. Nutricia tegen Kruidvat Retail B.V. Octrooirecht. EP Kohlenhydratmischungen. Eerder bericht hier. Lees het vonnis hier.

- GvEA EG, 5 april 2006, zaak T-202/04. Madaus tegen OHIM/Optima Healthcare. Gemeenschapsmerkaanvraag voor woord ECHINAID. Oppositieprocedure  o.g.v. ouder internationaal woordmerk ECHINACIN. Lees het arrest hier.

- GvEA EG, 5 april 2006, zaak T-344/03. Saiwa tegen OHIM/ Barilla Alimentare. Aanvraag tot inschrijving van beeldmerk dat woordelement ,SELEZIONE ORO Barilla’ bevat. Oppositie o.g.v. oudere woordmerken ORO en ORO SAIWA. Lees het arrest hier.

- GvEA EG, 5 april 2006, T-388/04. Kachakil Amar tegen OHIM. (Geen Nederlandse tekst beschikbaar). Marque communautaire: marque figurative se présentant sous la forme d’une ligne longitudinale terminée en triangle.  Refus d’enregistrement, défaut de caractère distinctif, acquisition d’un caractère distinctif par l’usage. Lees het arrest hier.

IEF 1872

Mediatie

Rondschrijven Domeinnaamdebat: 'U kunt zich nog inschrijven voor de afsluitende ronde van het Domeinnaamdebat 2006 op 12 april. Tijdens deze derde en laatste ronde van het debat worden o.a. de volgende conclusies van het Domeinnaamdebat aan u voorgelegd.

- De evaluatie van de .nl-arbitrageregeling heeft nog niet tot een eenduidige conclusie geleid.
- Internationalized Domain Names (IDN) moeten voorlopig niet worden ingevoerd onder .nl
- Zuiver numerieke domeinnamen moeten juist wèl worden ingevoerd
- SIDN moet geen nieuwe persoonsdomeinnamen uitgeven, maar de huidige mogen blijven bestaan
- Moet worden geadviseerd om meerdere ADR-systemen naast elkaar te laten functioneren?"

Op www.domeinnaamdebat2006.nl is een eForum actief waar u voorafgaande aan de bijeenkomst al kunt debatteren over bovenstaande onderwerpen. De conceptrapportage van het Domeinnaamdebat waarin alle conclusies staan verwoord kunt u hier vinden.'

Geheel conform de tijdgeest ontbreekt in het conceptrapport het begrip mediation gelukkig niet:

“Tijdens het Domeinnaamdebat kon geen eenduidige conclusie op dit punt worden getrokken. Op basis van de  gestelde randvoorwaarden adviseert het Projectteam (in samenwerking met de Klankbordgroep) SIDN om de  verschillende ADR-systemen gedurende een periode naast elkaar te laten bestaan. Op deze manier kan  worden bezien of mediation of (een aangepaste versie van de) UDRP beter voorziet in de behoefte, zonder  nu reeds een definitief einde te maken aan de .nl-arbitragereling. 

Klagers kunnen in die situatie eerst een beroep doen op mediation. Veel geschillen zullen op die manier door  partijen onderling worden geregeld. Mocht de mediationpoging niet slagen, dan kan de mediator de juridische  achtergronden van het geschil uitleggen en partijen voorlichten over eventuele vervolgstappen. Daarna kan  de klagende partij kiezen of hij het geschil wil voortzetten en zo ja, of hij een beroep wil doen op de  arbitrageregeling, de UDRP of een civiele rechtszaak wil aanspannen. Na verloop van tijd dienen de  procedures opnieuw te worden geëvalueerd.”

IEF 1871

Wereld IE Dag Borrel - 26 april 2006

Op 26 april is het weer Wereld Intellectual Property Day. Op 26 april 1970 werd de WIPO geboren en in 2000 besloten de Lid Staten van de WIPO dat deze verjaardag ieder jaar gevierd dient te worden als World Intellectual Property Day (to raise awareness of the role of intellectual property in our daily lives, and to celebrate the contribution made by innovators and artists to the development of societies across the globe).

Zoals gebruikelijk ontbreekt Nederland op de lijst van events planned by various countries en om dat gemis enigszins goed te maken zal IEForum.nl op deze heugelijk dag een zeer informele Wereld IE Dag Borrel organiseren (to raise awareness of the role of intellectual property in our daily lives, and to celebrate the contribution made by innovators and artists to the development of societies in the Benelux).

In beginsel betreft het een krat bier in een weiland, maar wellicht dat het wat chiquer wordt. Nadere informatie volgt. Officiële World IP Day website hier.

IEF 1870

Gevonden voorwerpen

Gevonden op internet: Een juridische thesaurus onder de naam 'Corpus Doctum'. "Een kleine maar krachtige database met jurisprudentie, die binnen enkele seconden - bijvoorbeeld op de zitting via de laptop - kan worden geraadpleegd."

Deze weblog annex digitale thesaurus geeft aan het volgende te bevatten: Korte extracten uit een selectie van arresten van de Hoge Raad en enige internationale gerechten m.b.t. burgerlijke zaken en strafzaken “in ruime zin” dus inclusief handelsrecht, faillissementsrecht, EEG-recht, mensenrechtenverdragen en procesrecht. 

Voorbeeld van een lemma: Bewijs inbreuk auteursrecht. "Bewijs inbreuk op auteursrecht: daarvan in beginsel sprake in geval van gebleken overeenstemming tussen twee werken; bewijs dat inbreukmakend werk toch zelfstandige schepping is en niet de vrucht van (onbewuste) ontlening: van toevalligheid kan slechts sprake zijn als door vergelijking van de werken komt vast te staan dat inbreukmakend werk was ontworpen nog voordat eisers werk aan anderen bekend kon zijn. hr 18-2-2000, 309"

Dit alles onder redactie van mr. H.G. Hermans, oud-vice-president gerechtshof Amsterdam. Zie de website hier.

IEF 1869

Implementação

HvJ EG, 4 april 2006, conclusie AG Sharpston, zaken  C-53/05  en C-61/05. Commissie tegen Portugal. Let op met verhuur- leenrecht in Portugal:

Accordingly I suggest that the Court should: In Case C-53/05, declare that Portugal has failed to fulfil its obligations under Article 5, read in conjunction with Article 1, of Council Directive 92/100/EEC of 19 November 1992 on rental and lending rights and on certain rights relating to copyright in the field of intellectual property and in Case C-61/05, declare that Portugal has failed to fulfil its obligations under Articles 2 and 4 of Council Directive 92/100/EEC of 19 November 1992 on rental and lending rights and on certain rights relating to copyright in the field of intellectual property.

Lees de conclusies hier en hier. (Nederlandse tekst niet beschikbaar).

IEF 1868

Naar behoren

Kamerstuk 29894, nr. 11. Evaluatie Drank- en Horecawet; Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over alcoholzelfregulering + Kamervraag nr. 50610910. Vragen van het lid Van der Vlies (SGP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de nieuwe slogan tegen alcoholgebruik. (Ingezonden 3 april 2006)

Minister Hoogervorst van VWS concludeert dat de zelfregulering in 2005 naar behoren heeft gefunctioneerd. De minister geeft aan de komende tijd na te gaan of er de facto gesproken kan worden van versoepeling van de Reclamecode. Ook wordt een beroep gedaan op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de alcoholproducenten om geen reclames meer te maken waar de randen van het toelaatbare worden opgezocht. Aanleiding hiervoor is de casus "Keep the Can Cool".

"Hoewel was overeengekomen dat reclames zich niet mogen richten op minderjarigen, kwam Heineken kort nadat daarover met mij afspraken waren gemaakt, met een reclamecampagne in de vorm van een computerspelletje, de zogenaamde “Keep the Can Cool” campagne. Volgens de Stichting Alcoholpreventie, een stichting die de marketing van de alcoholindustrie kritisch volgt, was deze reclame in strijd met de artikelen 10 en 24 van de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken."

De RCC oordeelde, nadat door de Stichting Alcoholpreventie hiertegen een klacht was ingediend, dat deze reclame niet in strijd was met de Reclamecode. De RCC gaf echter wel aan dat “de reclame door haar simpele grafische figuurtjes en geluiden een zekere kinderlijke uitstraling niet kan worden ontzegd”. Desondanks bood dit gegeven volgens de RCC onvoldoende steun voor de conclusie dat de uiting een attractiewaarde voor minderjarigen heeft die aanmerkelijk uitstijgt boven die welke de uiting heeft voor volwassenen. Naar aanleiding van de “Keep the Can Cool”  casus, wees de Stichting Alcoholpreventie mij erop dat artikel 10 van de nieuwe Reclamecode mogelijk heeft geleid tot een versoepeling in plaats van een aanscherping van de reclameregels. Nu is immers een reclame pas in strijd met de Reclamecode als de aantrekkelijkheid voor jongeren “aanmerkelijk uitstijgt” boven die voor volwassenen."

Verder vermeldt de minister kort weergegeven dat in 2005 35 klachten zijn behandeld bij RCC, waarvan 19 toegewezen en 16 afgewezen. Met betrekking tot de van 1 mei 2005 vooraf verplichte reclametoetsing, zijn er 37 adviesaanvragen ingediend tussen 1 mei en 31 december, waarvan er in eerste instantie 16 een negatief advies kregen. Binnenkort wordt er een slogan gelanceerd om de norm "niet drinken onder 16" uit te dragen.

-Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over alcoholzelfregulering hier

Bijlage 1: Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken Klachten in 2004  hier
  
Bijlage 2: Vergelijking alcoholreclame 2004 / 2005  hier

Bijlage 3: Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken Klachten in 2005  hier


De kamervragen van het lid Van der Vlies (SGP) betreffen deze slogan 'Alcohol onder de 16 nog even niet':

"1 Is het waar dat u heeft ingestemd met de slogan 'Alcohol onder de 16 nog even niet'?

2 Kent u de kritiek van de Stichting Alcoholpreventie (STAP) dat deze slogan eerder te beschouwen is als een verkapte reclame om toch te gaan drinken? In hoeverre is deze stichting betrokken geweest bij de keuze voor een nieuwe slogan?

3 Kunt u aangeven hoe tot de keuze voor deze slogan is gekomen, en welke organisaties, stichtingen en eventuele anderen daarbij zijn betrokken?

4 Bent u bereid, als mocht blijken dat deze slogan bij nader inzien toch niet geschikt is, deze zo snel mogelijk te doen vervangen door een betere?"